186 items gevonden
- De STO-scholen aan de Wethouder Beversstraat vinden elkaar nu op de overeenkomsten en niet op de verschillen
De STO-scholen aan de Wethouder Beversstraat vinden elkaar nu op de overeenkomsten en niet op de verschillen De STO subregio Enschede aan de Wethouder Beversstraat telt twee deelnemende vmbo-scholen: het Bonhoeffer College en Het Stedelijk Alpha. Steeds vaker werken beide scholen constructief samen op de centrale uitdaging: STO Twente. Bestuurders Greetje Sulimma en Manon Ketz: “Het gezamenlijk inzicht ontstond dat de maatschappelijke opgave vanuit STO Twente groter is dan onze individuele belangen. De boodschap om met elkaar praktisch aan de slag te gaan is heel goed geland en op activiteitenniveau komt dit nu toe bloei.” STO Twente: een behoorlijk statement Greetje Sulimma is voorzitter centrale directie van Bonhoeffer College in Enschede, opvolger van Genio Ruessen. Manon Ketz is voorzitter College van Bestuur van Het Stedelijk. Eveneens is Manon lid van de Stuurgroep van STO Twente. Manon: “STO Twente is inmiddels een brede beweging in de regio. De Twentse samenwerking betekende een behoorlijk statement van alle aangesloten besturen. Tegelijkertijd gaven we onszelf daarmee een grote opgave: samen optrekken in de brede regio Twente én tot concrete resultaten komen in de vijf subregio’s, in ons geval Enschede.” Ruimte voor specifieke lokale context Inmiddels is STO Twente in veel echelons goed op weg, stelt Manon vast: “En dat over de hele breedte; van de Stuurgroep tot en met de feitelijke subregio’s. Het mooie is dat de initiatieven in de vijf subregio’s allemaal dezelfde rode draad volgen, en tegelijkertijd in hun eigen specifieke lokale context passen. Specifiek voor het Bonhoeffer en Het Stedelijk hebben we in recente jaren geleerd welke stappen je samen moet zetten om daar verder in te komen. Dé kracht van STO Twente is dat we koersen op de richtinggevende aansturing vanuit STO landelijk en regionaal en dat er tegelijkertijd ruimte is om STO ín de scholen te ontwikkelen. Dit doen we letterlijk met de docenten en bedrijven die hier concreet handen en voeten aan geven. Ook kunnen we op lokaal niveau beoordelen wat bepaalde leerlingen en een specifieke lokale setting nodig hebben. Dit is bedoeld om zowel leerlingen met nieuwe technologieën te bereiken, alsook hun docenten daarin te inspireren. Daarin zijn we inmiddels veel verder dan vier jaar geleden.” Doel van STO Greetje Sulimma trad 2,5 jaar geleden aan bij het bestuur van Bonhoeffer College: “Ik kwam uit de regio Coevorden. Ook daar speelde STO al. Hoe ik naar STO kijk? Dé wezenlijke kernvraag voor STO in mijn ogen is niet ván wie het is, maar vóór wie het is en waarvoor we dit allemaal doen. Die praktische focus op vooral de leerlingen en de resultaten die we met hen willen bereiken, is voor mij essentieel.” Belangrijk kantelpunt Het Bonhoeffer en Het Stedelijk hebben elkaar wel moeten vinden in de samenwerking vanuit STO Twente, geven Greetje en Manon aan. Een beweging die overigens meer vmbo-scholen in Nederland onder de paraplu van STO herkennen. Manon: “De vertrekkende bestuurder Genio Ruessen was de voorganger van Greetje als voorzitter centrale directie van Bonhoeffer College. Genio en ik zijn rond de tafel gegaan met de directeuren van beide locaties. Ook hielden we sessies met teamleiders over hoe we STO in de subregio Enschede konden vormgeven. In deze overleggen ging het eerst vooral over de verschillen tussen beide scholen, zoals tussen curricula en cultuur, ook nog te midden van dalende leerlingenaantallen. Vanuit de STO-opgave die er lag, zagen we al snel in dat het niet hielp om elkaar te blijven zien vanuit de verschillen. Het gezamenlijke inzicht ontstond dat de maatschappelijke opgave vanuit STO Twente groter is dan onze individuele belangen. Om precies te zijn: de oriëntatie op techniek en het perspectief op werk. Dat kantelpunt kwam doordat we het hebben omgedraaid: van kijken naar verschillen naar het zoeken van overeenkomsten.” Dé basis: een elkaar versterkend pedagogisch klimaat In een aantal stappen zijn Genio en Manon vervolgens voor de troepen gaan staan. Manon: “Van schoolbestuurders, directeuren en teamleiders hebben we allemaal hetzelfde gevraagd. Feitelijk had die nieuwe manier van denken nog niets met STO te maken, maar was wel een essentiële voorwaarde om goed en constructief met STO aan de slag te gaan. De kern? We hebben baat bij een op elkaar aansluitend pedagogisch klimaat in beide scholen. Het helpt niet als regels per school verschillen en we leerlingen duiden als ‘van deze of de andere school’.” Meer samenwerken in de profielen Manon: “Toen die pedagogische basis er lag, hebben we gevraagd: okay, hoe kunnen we vervolgens meer gaan samenwerken in de profielen? Een spannende discussie voor de betrokkenen, en dat begrepen wij.” Greetje: “Opnieuw hebben we gezegd: het gaat niet om de organisatie, maar uiteindelijk om de leerlingen in Enschede. Zij hebben een brede oriëntatie op techniek nodig in de onderbouw. Vervolgens zijn we samen opgetrokken in hoe we dit gaan voortzetten in de bovenbouw. Daar zijn de directeuren en teamleiders heel positief op ingestoken en hebben daar echt werk van gemaakt.” Werken aan één STO team Vervolgens hebben beide scholen de stap gezet om voor STO één team samen te stellen. Manon: “Opnieuw was dit een spannende fase. De vragen die dit opriep hebben we beantwoord door te stellen dat er binnen STO niet alleen op bestuurlijk niveau, maar ook op docentenniveau moet worden samengewerkt. Ter ondersteuning vragen we de directeuren en teamleiders regelmatig hoe het gaat met STO. Op basis van hun feedback hebben wij als bestuurders de taak om dit aan de achterkant voor de werkvloer goed te regelen en te borgen. Hierin is in de afgelopen vier jaar veel bereikt.” Operationele verwachtingen zijn helder Manon en Greetje kijken positief terug op de resultaten van deze kanteling: “De laatste paar jaar zijn hierin stappen gezet om met elkaar tot veel meer samenwerking te komen. Ook tastbaar voor alle betrokkenen die niet aan de vergadertafel zaten voor deze beoogde omwenteling. De boodschap om met elkaar praktisch aan de slag te gaan, is goed geland. Op activiteitenniveau komt dit nu toe bloei. We hebben daarmee operationeel gemaakt wat er ten aanzien van de leerlingen verwacht wordt.” Wat ook enorm helpt, geven Manon en Greetje aan, is de aanstelling van de STO projectleider Ronald Rondeel. “Hij wordt door béide scholen volledig gesteund om alle bij STO betrokkenen inspiratie en richting te geven.” Mooie stappen richting basisonderwijs Manon: “De afgelopen STO-jaren hebben we vanuit de subregio Enschede al heel veel gedaan richting het basisonderwijs. We hebben nu zelfs al groepen 7 uit het po die zich met een STO-opdracht bezighouden. Essentieel, want als je pas in de brugklas begint, ben je eigenlijk drie jaar te laat voor de oriëntatie op techniek en technologie. De doorstroom naar opleidingen techniek mbo-hbo start eigenlijk al op de basisschool. Daarom is het zo mooi dat we in de subregio Enschede, juist door de samenwerking, de groepen 7 in het basisonderwijs STO-projecten laten doen. Dit mag echt op het conto geschreven worden van de samenwerking tussen Bonhoeffer en Het Stedelijk Alpha, en de samenwerkingspartners in het po.” Aandacht voor beweging ‘van buiten naar binnen’ Greetje: “Enschede is een grote stad met veel partijen. Deze omvang maakt dat je in Enschede op een grote schaal vanuit STO partijen moet zien te vinden en te binden zoals techniekbedrijven. De ervaring leert ons dat je de samenwerking met die techniekbedrijven, maar ook met mbo opleidingsbedrijven, niet aan beide kanten met allerlei losstaande opererende mensen moet gaan regelen. Met Ronald Rondeel als projectleider hebben we voor de buitenwacht nu één centraal aanspreekpunt om de juiste expertise en samenwerking van buiten naar binnen te halen. Daarmee krijg je voor de leerlingen de juiste synergie, zodat zij inzien dat zij in een omgeving wonen en leren waarin techniek in allerlei verschijningsvormen, zowel opleidingen als werk, biedt. Want van die verscheidenheid aan techniek is Enschede natuurlijk een prachtig voorbeeld. Hier kunnen onze leerlingen aan de slag, van vmbo tot en met andere niveaus. Onze werkomgeving kan dus, ook door STO én de centralisering van de contacten, makkelijker vanuit buiten naar binnen komen in de scholen.” Focus op verbreding profielen De transitieperiode voor STO zit erop, met 2024 als afsluitend jaar. Het goede nieuws is dat STO een verlenging krijgt tot 2029. Wel vraagt het ministerie de vmbo-scholen om met activiteiten breder in te zetten, dan alleen op de harde technieken. Hoe kijken Greetje en Manon hier tegenaan? Manon: “Wij juichen die verbreding absoluut toe en hebben hier zelf eerder al naar gekeken. Neem MVI, daar zijn de scholen aan de Wethouder Beversstraat best sterk in. We hebben onderzocht of we vanuit MVI een kruisbestuiving met STO konden maken, een voor leerlingen interessante stroom. Hier zien we nu wel kansen voor de STO-jaren die voor ons liggen. Of neem het profiel Zorg & Welzijn waarin we technologie zien oprukken. Maatschappelijke ontwikkelingen die ook echt nodig zijn, want inmiddels kom je technologie tegen in álle werkvelden. Het zou goed zijn om verbinding te maken vanuit STO met vmbo-t en de praktijkvakken in de havo. Daarmee maak je niet alleen het bereik groter; je betrekt ook in één moeite door meer professionals die kunnen meedenken over wat we gaan aanbieden vanuit dit perspectief.” Unieke Enschedese setting Manon: “De verbreding van de focus van STO op techniek en technologie gaat ons juist in Enschede helpen om door te bouwen op de eerste resultaten. We hebben hier in Enschede veel leerlingen die hiervoor belangstelling hebben, een absoluut speerpunt in de planvorming voor de komende jaren.” Greetje: “In Enschede hebben we po, vmbo, mbo, hbo én wo. Hoe mooi is dat? Allemaal in dezelfde omgeving en nabijheid. Een fantastische lokale setting voor als we daadwerkelijk iets willen bereiken in de hele keten.” Planvorming 2023 – 2029 De voortzetting van STO tot 2029 vereist nieuwe planvorming. Manon: “We zitten nog midden in deze planvorming. Wel gaat hierin de verbreding naar andere profielen en schoolsoorten zeker een rol spelen. Daar gaan we écht werk van maken, ook door het grotere bereik dat dit oplevert.” Dan noemt Manon het opleiden van hybride docenten voor technologie, een ambitieuze activiteit: “Dit doen we samen met het technisch bedrijfsleven, want daar komen deze mensen vandaan. Gezien de huidige krappe arbeidsmarkt, én met de kennis van nu, is dit best een uitdagende lijn. Want uiteindelijk trekken we allemaal aan dezelfde ervaren talenten voor in de rol van hybride docent. Ook in het technisch bedrijfsleven is schaarste, daarom denken wij dat we het echt moeten hebben van de professionalisering van veel meer mensen in onze scholen. Daarbij zou het niet zo veel moeten uitmaken welk vak zij geven. Beter is het te werken vanuit het perspectief hoe zij kunnen helpen om de integratie van technologie in hun specifieke vak vorm te geven. Aan de locatiedirecteuren en teamleiders gaan we vragen of zij die insteek ook zouden kunnen ondersteunen, of dat zij denken dat er een andere mogelijkheid is. Dat laatste is belangrijk, want wij kunnen wel iets willen en beredeneren, maar in de praktijk moet dit aansluiten op wat de scholen willen en kunnen. Graag benadrukken we dat die wisselwerking binnen STO Twente en ook binnen de subregio Enschede heel belangrijk is.” Visie op samenwerking met andere scholen In de praktijk zocht de subregio Enschede in de afgelopen jaren ook de samenwerking met andere scholen dan het Bonhoeffer College en Het Stedelijk Alpha. Greetje: “Als andere scholen inderdaad willen aanhaken, gaan wij bestuurlijk beoordelen wat daarvoor nodig is om dat voor elkaar te krijgen. Natuurlijk, wij worden hierin geleid door wet- en regelgeving en daartoe verhouden wij ons. Maar het vertrekpunt is niet dat we dit soort aanhaken niet zouden willen omdat dit verschillende scholen zouden zijn.” Aandacht voor inclusie Greetje en Manon vormen gezamenlijk de vrouwelijke top van Het Stedelijk Lyceum en het Bonhoeffer College. Betekent dit dat zij een extra lading voelen bij de STO-wens om meer meisje te laten instromen in de techniek? Manon: “We zijn hiermee zeker actief, maar aarzelen om de instroom van meisjes in de techniek als probleem te framen. In feite ben je dan bezig met exclusie van leerlingen die zich geen meisje voelen. Tegelijkertijd voelen we het belang om hier aandacht aan te besteden. Elke dag vragen wij ons oprecht af: zijn we ook met STO inclusief bezig? Graag geef ik een voorbeeld van onze aanpak: onder de vlag van STO hebben we relaties ontwikkeld met een bedrijf in de koeltechniek. In die sector is in Enschede en omstreken veel behoefte aan mbo’ers. In onze nieuwsartikelen in de krant over die samenwerking hebben we bewust de meisjes die daar vanuit onze vmbo-scholen stagelopen laten zien. Dus, we proberen iedereen te bereiken en in onze voorbeelden duidelijk te laten zien dat we daarmee ook letterlijk iederéén bedoelen, ongeacht je geaardheid of culturele achtergrond. We weten uit ervaring dat het meisjes helpt wanneer zij zien dat ze niet de enigen zijn die techniek studeren. Daar letten we op, ook in de samenstelling van leerlingengroepen voor technische activiteiten.” Vooral laten zíen Greetje: “Ook hier geldt: door te laten zien, neem je vooroordelen weg. Dat werkt veel beter dan door er heel veel over te praten. Techniek heeft vaak het imago van vieze handen. Graag laten we zien dat techniek overal om ons heen wordt toegepast. Zo maken alle leerlingen, ook meisjes, kennis met vaak onvermoede andere vormen van techniek en technologische toepassingen. Juist hierin maakt de beeldvorming heel veel uit en dat start met het laten zien van de verbreding van de mogelijkheden binnen techniek en technologie. Ons Technolab met schone technologie vind ik hiervan een heel mooi voorbeeld. Ook voor de toekomst van STO is schone technologie voor ons in Enschede een belangrijk gebied om in door te ontwikkelen, evenals in de doorstroom po, vo, mbo en hbo.” MENU Naar pagina regio initiatieven
- Loohuis Groep ondersteunt STO Twente met hybride instructeur
Loohuis Groep ondersteunt STO Twente met hybride instructeur Loohuis Installatietechnieken Almelo draagt enthousiast en concreet bij aan de doelstellingen van STO Twente. Zij stellen één dag per week hun uitvoerder Kees Pruijssen ter beschikking als hybride instructeur voor het Keuzevak Installatietechniek: “Als hybride instructeur is er een wereld voor mij opengegaan. Ik had niet verwacht dat ik het zó leuk zou vinden.” Eric Raanhuis is docent en kartrekker techniekonderwijs op CSG Het Noordik. Hij kwam in contact met de Loohuis Groep. Zijn praktische vraag? Of een ervaren werknemer zou willen deeltijdwerken als hybride instructeur voor het Keuzevak Installatietechniek voor vmbo-leerlingen bij praktijkopleider BOVO in Vroomshoop. Loes Reints is verantwoordelijk voor Personeel & Organisatie bij de Loohuis Groep. Loohuis Installatietechnieken Almelo is daar onderdeel van: “Onze directie en P&O stonden daar direct volledig achter en Kees wilde dit graag daadwerkelijk oppakken.” Rolmodel voor vmbo-leerlingen Kees leert nu elke woensdag vierdejaars vmbo-leerlingen in een prefab woning hoe je een technische installatie aanlegt. Alle facetten komen voorbij, van elektrotechniek tot en met werktuigbouwkunde. Kees: “Toen ik jong was, kreeg ik op de lagere technische school (lts) te horen dat het met mij niet zou gaan lukken. Mijn dyslexie hielp niet echt. Maar ik heb dat stempel overwonnen door keihard in de werkpraktijk mijn best te doen. Ik weet hoe het voelt als je barrières moet overwinnen. Binnen de Loohuis Groep kreeg ik uiteindelijk alle kansen om mijzelf op mijn eigen manier te ontwikkelen. En nu ben ik dus uitvoerder voor de aansturing van meerdere projecten tegelijk. Daarom ben ik tot in mijn vingertoppen gemotiveerd om de jonge vmbo’ers van nu een mooie zet richting techniek te geven. Met mijn loopbaan en praktijkkennis kan ik hen misschien tot voorbeeld zijn.” Geef jongeren rustig de kans Kees voelt al vanaf het eerste moment een enorme klik met deze leerlingen: “Natuurlijk, ze zijn jong en nog springerig, maar hoe mooi is het dat ik hen kan helpen hun liefde voor techniek te laten ontluiken? Er zit in deze leerlingen veel meer dan veel mensen denken.” Kees stipt aan dat het om meer draait dan alleen de kneepjes van het vak installatietechniek bijbrengen: “Ik besteed ook aandacht aan werkhouding, gedrag en teamspirit. Zoals je gereedschap en de bus goed opruimen. Maar allemaal op een rustige en niet dwingende manier. Je moet ze de kans geven erin te groeien, dat moest ik vroeger ook. We zien dat die aanpak aanslaat en de leerlingen hun verantwoordelijkheid leren nemen.” Regelmatig overleg Kees heeft geen pedagogische achtergrond en werkt puur vanuit zijn gevoel: “Thuis heb ik ook kinderen van deze leeftijd, dus dat helpt.” Kees merkt dat leerlingen al speciaal naar hem vragen: “Fantastisch toch?” Kees overlegt regelmatig met Eric Raanhuis over de voortgang en kent inmiddels ook al de weg in de techniekruimte op CSG Het Noordik: “We bespreken met elkaar de ontwikkeling van leerlingen en eventuele bijsturingen die nodig zijn.” Loohuis Groep staat 100% achter Kees Loes: “Kees gaat één dag per week naar BOVO, al hebben we hier een drukke orderportefeuille. Eigenlijk kunnen we hem heel hard gebruiken voor het reguliere werk, toch staan we 100% achter zijn wekelijkse inzet als hybride instructeur. We zien het belang van STO Twente en het opleiden van jonge vmbo’ers. Want als het eenmaal uit hun handen komt, dan komt de rest ook wel. De jeugd heeft de toekomst en de Loohuis Groep is altijd al actief geweest met instroombevordering. Bijvoorbeeld elke stage-kandidaat die zich aandient, verdient een plekje in onze organisatie, vinden wij.” De toekomst van technisch Twente staat voorop Instroombevordering in de techniek doe je het beste samen, benadrukt Loes: “Uiteraard hopen we dat leerlingen die Kees nu begeleidt later misschien bij de Loohuis Groep aan het werk gaan. Maar dat is niet onze eerste doelstelling. Jonge vmbo’ers interesseren voor een loopbaan in de Twentse techniek staat voorop. Goed voor de regio, goed voor de toekomst van technisch Twente. Daar komt bij: Kees is een prachtig voorbeeld voor jonge mensen van hoe je je kunt ontwikkelen, als je de kans maar krijgt.” Ook actieve betrokkenheid vanuit ouders Een heel mooi en onverwacht resultaat van alle inzet van Kees is dat de ouders van zijn leerlingen, samen met hun kinderen, Loohuis Installatietechnieken Almelo bewust bezoeken. Loes: “We zien ook moeders meekomen. Hun kinderen zitten in het examenjaar en willen graag BBL’er worden. Naast een schoolplek hoort daar ook een werkplek bij. Daarover laten zij zich hier al enthousiast informeren. We krijgen de volgende generatie hier dus al concreet over de vloer en daar word ik heel blij van. We pakken onze verantwoordelijkheid hierin goed op. Want straks zijn we misschien wel de eerste werkgever van deze jongeren! Dan wil je ze een goede ervaring meegeven.” Ook interesse? Lijkt hybride instructeur worden jou ook wat? In één van de vijf subregio’s van STO Twente? Mail dan met Hans Meinders via hans.meinders@stotwente.nl MENU Naar pagina regio initiatieven
- Aanpak STO-regio Noordoost-Brabant: meer techniekleerlingen ondanks krimp
Aanpak STO-regio Noordoost-Brabant: meer techniekleerlingen ondanks krimp Het Fioretti College is een school voor vmbo en praktijkonderwijs in Veghel, met momenteel 1400 leerlingen en zes profielen. Ruimhartig zette deze Brabantse STO-school op donderdag 4 november de deuren wijd open voor de Twentse STO-collega’s. Te midden van een warme Brabantse gemoedelijkheid kreeg STO Twente een verhelderend inkijkje in de STO-aanpak van de regio Noordoost-Brabant (Het Techniek Loket) en het Fioretti College in het bijzonder. Een mooi leerpunt kwam van Willie Stevens, penvoerder Sterk Techniekonderwijs Noordoost Brabant (STONOB): “Voor het overzicht hebben we álle techniekactiviteiten onder de vlag van STO gebundeld onder Het Techniek Loket. Dan weet iedereen, van school tot bedrijf, waar je moet zijn. Ideaal voor de regionale herkenbaarheid.” Opvallend veel maakindustrie De economisch sterke regio Noordoost-Brabant kenmerkt zich door opvallend veel maakindustrie als regionale toeleverancier voor Brainport Eindhoven. Willie Stevens: “Toen STO hier werkelijkheid werd, lag er al een mooie samenwerking tussen een aantal scholen vanuit Toptechniek in Bedrijf. Dat gaf ons een vliegende start, ook nadat een aantal andere scholen zich vervolgens bij ons aansloot. We waren al vanaf medio 2019 bezig met de voorbereidingen van STO, dus eerder dan menig andere regio. Maar vervolgens betekende ook voor ons corona een behoorlijk domper. Toch hebben we binnen die beperkingen zoveel mogelijk in gang gezet met STO.” Bewuste keuze voor gecentraliseerd Techniek Loket Willie: “In onze regio Noordoost-Brabant zit heel veel techniek, nog los van Brainport Eindhoven. Voordat STO kwam, kenden we al tientallen initiatieven voor techniekpromotie. Bedrijven en scholen waren het spoor bijster. Dus kozen we vanuit STO bewust voor één loket waar alles door en langs zou gaan: Het Techniek Loket. Een goede greep, we merken dat initiatieven steeds vaker via ons binnenkomen om die vervolgens uit te kunnen zetten.” Edith Vissers is programmamanager van Het Techniek Loket: “Noordoost-Brabant werkt niet met subregio’s zoals STO Twente. We opereren vanuit één grote regio, een bewuste keuze, met Het Techniek Loket als centraal aanspreekpunt.” Tip van Edith Vissers: “Onze eerste aanvliegroute bij STO? Behoud van het huidige technische onderwijsaanbod. Behoud klinkt niet ambitieus, maar zelfs het behoud vergt al heel veel inspanning en moeite.” Succesvolle doorstroom naar technisch vmbo in krimpregio Edith: “We hebben in 2021/2022 1192 leerlingen in de harde techniek, een stijging ten opzichte van 2017/2018 terwijl we een krimpregio zijn. 80% daarvan gaat vervolgens dóór naar het technisch vmbo en is daar succesvol in. Onze eerste aanvliegroute bij STO? Behoud van het huidige technische onderwijsaanbod. Behoud klinkt niet ambitieus, maar zelfs het behoud vergt al heel veel inspanning en moeite.” Handig en leerzaam: dashboard met indicatoren Om het resultaat van alle STO-inspanningen heel makkelijk voor iedereen inzichtelijk te maken, werkt Het Techniek Loket met een overzichtelijk en visueel dashboard met indicatoren. Edith: “Precies zoals het bedrijfsleven werkt met KPI’s. Elke deelnemende STO-school ziet driemaandelijks aan de hand van overzichtelijke indicatoren hoe zij ervoor staan met alle activiteiten. Met die input kunnen we onderling heel veel van elkaar leren. Ook gebruiken we die indicatoren voor onze voortgangsrapportages.” Professionele Leergemeenschappen Het Techniek Loket is ook actief met Professionele Leergemeenschappen (PLG’s) voor haar techniekdocenten. Edith: “In onze regio vormen die PLG’s dé kern van de regionale samenwerking tussen docenten. Dit zijn leergemeenschappen van docenten die met vergelijkbare thema’s bezig zijn. Het loopt inmiddels en docenten professionaliseren met elkaar vanuit de eigen onderwijspraktijk. Een plek voor inspiratie, kennisdeling en (gezamenlijke) ontwikkeling. Wel vergt het de voortdurende aandacht om op de regionale gedachte te blijven sturen. De neiging bestaat dat scholen zich te veel op zichzelf concentreren.” Een tip van Edith? “Rooster hiervoor standaard een vast moment voor vrij en houd iedereen daaraan.” Bedrijven aangehaakt zien te houden Ook Susan Timmermans schoof aan bij de bijeenkomst. Zij is directeur Bovenbouw ·van SG de Overlaat in Waalwijk: “Bij Het Techniek Loket zijn circa 400 technische bedrijven aangesloten. Wij zien vanuit SG de Overlaat dat een kern daarvan heel actief is met Sterk Techniekonderwijs en met onze school in het bijzonder. Die kunnen we bij wijze van spreken dag en nacht bellen. Die voorhoede noemen we de vrienden. Daaromheen hebben we een groep bedrijven die wij kennissen noemen. Daar vergt het meer inzet om hen bij STO te betrekken. Toch is het van groot belang die laatste groep bedrijven aangehaakt te houden. We zien dat je daar continu aandacht aan moet geven. De kern van actieve bedrijven is ook heel belangrijk voor het mobiliseren van je overige netwerk. De actieve bedrijven kunnen de minder met STO actieve bedrijven opporren.” Tip van Susan Timmermans: “De kern van actief deelnemende techniekbedrijven is ook heel belangrijk voor het mobiliseren van je overige netwerk.” Van belang: een goed systeem om elkaar te informeren Het Techniek Loket heeft ervaren dat het van groot belang is dat de bedrijven zien wat er mogelijk is met STO en dat de techniekdocenten tegelijkertijd actueel weten waar een bedrijf zich voor heeft aangemeld. Willie: “We hebben het centrale Techniek Loket, maar de contacten met de techniekbedrijven regelt bij ons elke vmbo-school voor zichzelf. De kunst is wel daar intern op elke school een goed systeem voor in het leven te roepen. Dat is nog best een uitdaging.” Verschillende aanpak hybride docenten Ook Het Techniek Loket werkt met hybride docenten. Edith: “Op dit moment loopt er een opleidingstraject voor hybride docenten, in héél Brabant. Daar zitten nu 12 kandidaten in voor het Pedagogisch-Didactisch Certificaat. Tegelijkertijd hebben we ook hybride docenten die niet in een professionaliseringstraject meedoen. Een voorbeeld? Een school met een installatiebedrijf om de hoek waarbij de eigenaar het leuk vindt om één dag per week in het technisch vmbo voor de klas te staan. Wel proberen we dit soort docenten ook te stimuleren een opleiding te doen voor hun pedagogisch-didactische vaardigheden. Eveneens, en dit is heel mooi, zien we dat hybride docenten die een opleiding hiervoor volgen de opgedane vaardigheden eveneens toepassen in het bedrijf waar zij vandaan komen. Het werkt dus twee kanten op.” Rondleiding en discussie Vervolgens kregen de Twentse STO-collega’s een rondleiding door het Fioretti College langs alle techniekafdelingen. De algehele indruk? De praktijkruimten waren pico bello voor elkaar met tools en machines. Tot slot gingen de deelnemers van de studiereis van STO Twente en de vertegenwoordigers van Het Techniek Loket in groepjes met elkaar in discussie. De kern uit alle gesprekken? Houd elkaar in je regio maximaal op de hoogte en wissel expertise zoveel mogelijk onderling uit. Uitnodiging voor tegenbezoek De uitnodiging voor een tegenbezoek aan STO Twente werd warm ontvangen, dus we zien onze Brabantse collega’s graag terug in Twente! MENU Naar pagina regio initiatieven
- Arent de Groot, innovatiedirecteur bij Moekotte: “Onze interesse in vakmensen van het mbo start natuurlijk al in het vmbo”
Arent de Groot, innovatiedirecteur bij Moekotte: “Onze interesse in vakmensen van het mbo start natuurlijk al in het vmbo” Veel techniekbedrijven tekenden een cofinanciering met STO Twente. Inmiddels bestaan er stevige samenwerkingen. Eén van deze enthousiast meewerkende bedrijven is de Enschedese vestiging van Moekotte. Arent de Groot is innovatiedirecteur bij Moekotte. Moekotte is een engineering en installatie groep, een grote speler op het gebied van industriële automatisering, panelen- en modulenbouw en elektrotechniek. Moekotte is al jaren een praktisch pleitbezorger van de samenwerking tussen het technisch vmbo en het bedrijfsleven. Arent: “We werken vanuit een intrinsieke motivatie samen met STO.” Arent heeft het advies voor STO Twente om nog meer aandacht te geven aan de ouders van vmbo-leerlingen en hun beeld van techniek: “Zij zijn sterk beeldbepalend voor een keuze in de techniek richting hun kinderen.” Wat betekent jouw functie van innovatiedirecteur? Arent: “We wachten niet af welke technieken onze klanten van ons vragen. Op directieniveau is het een belangrijk speerpunt om technische innovaties te ontdekken, te doorgronden en voor onze klanten toe te passen. Op dit moment is Industrie 4.0 een hot topic, waarbij wij onze klanten adviseren in de mogelijkheden van optimalisatie van hun procesautomatisering.” Heeft Moekotte moeite om technische medewerkers aan te trekken? “Ook voor ons is dat een uitdaging. Neem alleen al het groeiende tekort aan monteurs op mbo-niveau. Binnen de BV Nederland zien we de komende tijd een grijze golf aan kennisdragers die met pensioen gaat en een stevige aanwas blijft uit. Daarom zijn we direct aangehaakt bij STO Twente. Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met de jeugd enthousiast te maken voor techniek. We zien het als een soort morele plicht dat over tien jaar nog steeds het elektriciteitsnetwerk werkt en allerlei installaties geautomatiseerd kunnen worden. Daar komt bij: ons vakgebied is allang niet meer stoffig; het is gewoon geweldig gaaf om daar je werk in te doen. Zelf zijn we actief met het promoten van dit positieve beeld, bijvoorbeeld in onze contacten met ROC’s zoals ROC van Twente. Wij bieden ruim baan aan de inzet van technische BBL’ers bij Moekotte, in al onze vestigingen in Enschede, Apeldoorn en Veendam. En dat geldt ook voor stagiaires voor mbo en hbo waarvoor wij de deuren wagenwijd openzetten. Ook zie je Moekotte op alle open dagen, dus ook op die van het Twentse technische vmbo.” Uniek is dat Moekotte een eigen werving- en selectiebureau heeft overgenomen: TecT in Hengelo: “Maar dan nog blijft het ontzettend lastig goede technici te vinden”, benadrukt Arent. Waarom focust Moekotte nu ook op het vmbo? Arent: “Eerder lag bij ons het accent meer op het werven van hbo-studenten voor engineering. Maar Moekotte is meer dan alleen engineering; we hebben ook veel montagewerk op mbo-niveau binnen onze vestigingen en voor onze klanten in de Water en Infra, Industrie en Utiliteit. Potentiële medewerkers hiervoor zijn steeds moeilijker te vinden. Een reden daarvoor is dat veel mbo’ers denken dat het hbo-diploma het ultieme doel is. Daardoor zien we de mbo-medewerkers die goed werk met de handen doen verdwijnen. Tel daar bij op dat de aanwas van mbo’ers en hbo’ers die gericht kiezen voor elektrotechniek steeds beperkter wordt. Uiteindelijk zagen we in dat ook wij moesten inzetten op een zo breed mogelijke instroom in techniek. Dat betekent dat we onderkennen dat je al op de basisschool interesse voor techniek moet wekken en die lijn moet doorzetten naar het vmbo en mbo.” Wat is de kern van jullie STO-aanpak? Arent: “Onze specifieke insteek vanuit Moekotte voor instroombevordering? Leer jonge mensen precies wat elektro is. Wat kun je daarin worden? En wat ga je dan echt doen? Die vertaling naar de praktijk van alledag is belangrijk, vooral ook voor vmbo-leerlingen.” Hoe heeft Moekotte inmiddels al concreet meegedaan met STO Twente? “We hebben vanuit Moekotte inmiddels meegedaan met Techniek Tastbaar en een open dag op zowel het Enschedese, Hengelose als Almelose vmbo. En we hebben ons al aangemeld voor de Enschedese editie van Techniek Tastbaar in oktober van dit jaar. We laten daarmee dus regelmatig ons gezicht zien.” Vergt jullie focus op het vmbo een investering en planning op de lange termijn? Arent: “Een vmbo-leerling zien wij natuurlijk niet snel binnenkomen als werknemer, daar gaat toch wel zo’n zes jaar overheen, want die leerling leert eerst door op het mbo. Het is dus inderdaad een investering op de lange termijn. Daarom is het zo belangrijk dat STO Twente vanuit de landelijke overheid een verlenging en bijbehorende planning krijgt.” Moekotte heeft mooie voorbeelden in huis van een geslaagde instroom, geeft Arent aan: “We hebben werknemers die gestart zijn als BBL’er en nu zelfs een deeltijdopleiding op hbo-niveau gaan doen. Zij zijn dus ooit gestart op het vmbo en we zien hen doorgroeien in de organisatie. Dat is geweldig om te ervaren.” Hoe verloopt de samenwerking met STO Twente in praktische zin? “STO onderneemt de acties naar ons toe zoals voor de open dagen en onze deelname aan Techniek Tastbaar. Omdat we een Enschedese vestiging zijn van Moekotte lopen onze contacten via de STO subregio Enschede. Intern vullen wij onze participatie zo goed mogelijk in met in ieder geval een aantrekkelijke stand waarin ook echt wat te doen is voor de jonge leerlingen.” Wel valt Arent en zijn collega’s op dat de leerlingen bijvoorbeeld Techniek Tastbaar heel interessant vinden, maar de ouders daar minder toe geneigd zijn. Arent: “Op dit soort events is altijd héél veel te zien. Tegelijkertijd hebben de ouders vaak de neiging door te willen lopen, waarschijnlijk vanwege een eigen drukke agenda of om toch het aanbod aan bedrijven en mogelijkheden te kunnen zien. Mijn advies is om wellicht minder bedrijven voor dit soort bijeenkomsten uit te nodigen. Ook ga ik altijd het gesprek aan met de ouders. De kunst is hen er persoonlijk bij te betrekken want uiteindelijk zijn zij thuis aan de keukentafel een belangrijke beslisser voor de studiekeuze van hun kinderen. Mijn advies voor STO Twente is om nog meer aandacht te geven aan de ouders van vmbo-leerlingen en hun beeld van techniek.” Wat is volgens jou het geheim van de smid als het gaat om instroombevordering? Arent: “Wat we ook doen of organiseren: het gaat vooral om het overbrengen van enthousiásme voor techniek. Tijdens Techniek Tastbaar was er bijvoorbeeld een docent BWI gewoon heel enthousiast aan het presenteren aan leerlingen wat hij deed en wat je allemaal kunt met houtbewerking. Dat gaf mij opnieuw het inzicht dat instroombevordering vooral draait om enthousiasme overbrengen én nieuwsgierigheid wekken voor techniek. Vaak is dit wat sluimerend aanwezig bij jongeren en daar moeten we de juiste snaar zien te raken.” Hoe is de relatie tussen Moekotte en de Twentse techniekdocenten? Arent: “Er wordt vaak gezegd dat techniekdocenten vakinhoudelijk achterlopen omdat ze niet op de hoogte zijn van de laatste technische innovaties in het bedrijfsleven. Mijn beeld is dat ze daar redelijk tot goed bij zijn aangehaakt. Knap om te zien dat zij daar tijd voor vinden, want vanuit Den Haag komen er om de zoveel jaren onderwijsaanpassingen waar zij aan moeten voldoen. Tegelijkertijd ervaren zij de druk als het gaat om administratieve verplichtingen in relatie tot hun techniekonderwijs. Die belasting moet omlaag en die vrijgekomen tijd kunnen deze docenten direct aan hun leerlingen besteden.” Interesse? Heeft een leerling interesse om eens in ons bedrijf te kijken wat je zoal met techniek kunt doen, dan is daarvoor altijd ruimte. Ook dan heeft Moekotte diverse leuke stages of vacatures. Wil je daar meer over lezen, kijk dan op hun website: https://www.moekotte.nl/nl/Werken-bij/Vacatures MENU Naar pagina regio initiatieven
- Pilot Keuzevak Duurzame Energie geeft nieuwe energie!
Pilot Keuzevak Duurzame Energie geeft nieuwe energie! De STO-subregio Almelo e.o. is volop actief met een pilot voor het Keuzevak Duurzame Energie. Hierin werken Erwin Geerdink, docent PIE aan Het Noordik, en zijn onderwijscollega’s nauw samen met het installatiebedrijf Hoppenbrouwers Techniek uit Almelo: “Wellicht kunnen we volgend schooljaar ook leerlingen voor dit keuzevak laten kiezen die niet per se een technisch profiel volgen.” Hoe zijn jullie tot het Keuzevak Duurzame Energie gekomen? Erwin: “Ons STO-activiteitenplan biedt diverse mogelijkheden voor keuzevakken, ook binnen PIE. Er is een landelijke lijst met 17 bestaande keuzevakken techniek waaruit je kunt kiezen. Eerder deden we dat al met het Keuzevak Koudetechniek. Dit hebben we samen met het bedrijf Airco Joop in Almelo gerealiseerd. Voor het Keuzevak Duurzame Energie klopten we succesvol aan bij installatiebedrijf Hoppenbrouwers Techniek uit Almelo. Hun werkveld ís duurzame energie. Zij doen bijvoorbeeld veel met warmtepompen en installaties voor warmteterugwinning.” Hoe heb je inhoud gegeven aan het nieuwe Keuzevak Duurzame Energie? Erwin: “Voor elk keuzevak zijn vastliggende eindtermen geformuleerd. De docenten PIE helpen met hun kennis en bronnen Hoppenbrouwers een inspirerende lessenreeks te laten maken. Dit voorwerk resulteerde in door hen zelf samengestelde theorielesstof en praktijkopdrachten. Die hebben onze leerlingen in het bedrijf uitgevoerd. Zoals werken en meten aan een warmtepomp en het ophangen en aansluiten en inbedrijfstellen van radiatoren.” Zijn de leerlingen nog ergens anders op bezoek geweest? Erwin: “Er waren in totaal vier lessen voor de leerlingen. Voor de laatste les zijn de leerlingen naar een woongebouw geweest van TMZ, een wooncomplex voor bejaarden in Almelo. Daar loopt een langdurig project om dit pand volledig te verduurzamen. Daar konden ze alle systemen die de duurzame energievoorzieningen regelen bekijken, in lijn met de eerdere lessen.” Hebben de leerlingen een gevoel bij Duurzame Energie? Erwin: “Toch wel ja. Ze weten dat we van het gas af moeten en doorgronden de functie van zonnepanelen en ook elektrische auto’s. Je merkt dat het leeft en dat er thuis over wordt gesproken. Wel vinden we het belangrijk dat leerlingen die kiezen voor dit keuzevak ook daadwerkelijk gemotiveerd zijn en interesse hebben in dit onderwerp.” Wat is jouw rol? Erwin: “Ik ben coördinerend en organiserend actief voor dit keuzevak in de STO-regio Almelo e.o.. Ook heb ik collega-docenten geënthousiasmeerd om hun leerlingen hiervoor warm te laten lopen. Wel zien we dat we ons met het Keuzevak Duurzame Energie vooral richten op jongens en meisjes die het techniekprofiel kozen. Wellicht kunnen we volgend schooljaar ook leerlingen voor dit keuzevak laten kiezen die niet per se een technisch profiel volgen. Dat maakt de vijver waar we in kunnen vissen alleen maar groter. Het keuzevak staat open voor alle vmbo-scholieren in de regio Twente, we denken hierbij met name aan de D&P leerlingen." Welke conclusies trekken jullie uit deze pilot? Erwin: “Techniekbedrijven zijn tegenwoordig heel druk, door het vele werk en de krappe arbeidsmarkt. Daarom vinden het heel bijzonder dat Hoppenbrouwers Techniek, ondanks al hun drukke werk, toch hiervoor de tijd probeerde te vinden. Ook zijn vmbo-leerlingen Basis en Kader nieuw voor hen. De motivatie moet bij deze leerlingen soms nog groeien. Knap om te zien was hoe de medewerkers van Hoppenbrouwers Techniek hier flexibel mee omgingen. Het onderwijs is uiteindelijk niet hun kerntaak. Deze pilot, en misschien nog een tweede pilot, geeft ons richting om het Keuzevak Duurzame Energie in het schooljaar 2022 – 2023 in z’n volledigheid neer te leggen bij Hoppenbrouwers Techniek. Hierover zijn we met elkaar nog in overleg.” MENU Naar pagina regio initiatieven
- Holtense kick-off doorstroom primair – voortgezet onderwijs
Holtense kick-off doorstroom primair – voortgezet onderwijs Op woensdag 14 april organiseerde De Waerdenborch een kennismakingsmiddag met de Holtense basisscholen over de STO-activiteit doorstroom primair – voortgezet onderwijs voor technologie. De opkomst met vijf directies van Holtense basisscholen was hoog, en de bereidwilligheid om hier samen de schouders onder te zetten voelbaar. Een energieke kick-off van een mooie samenwerking om samen leerlingen enthousiast te maken voor techniek, te beginnen in het PO en doorlopend naar het VO. Marcel Vaneker, Projectcoördinator Techniek bij De Waerdenborch, trapte af met onder andere een presentatie over de doelen van Sterk Techniek Onderwijs, vooral in relatie tot het PO. De doorstroom PO-VO technologie krijgt hierin alle verdiende prioriteit. Uiteraard passeerden ook de PO-activiteiten rondom Zwaluwstaarten en Wetenschap & Techniek de revue. Het doel? Op basis hiervan een doorlopende technieklijn PO-VO realiseren. Direct overtuigend was een kort filmpje waarin de deelnemers zagen hoe onze maatschappij zonder techniek zou verkruimelen onder onze ogen. Enthousiast over W&T Opvallend was de rode draad in de antwoorden na een rondvraag onder de scholen over hoe men nu omgaat met Wetenschap & Technologie. PO-scholen zijn er positief over, benoemen intern kartrekkers en hebben ook veel baat bij het W&T Kompas van TechYourFuture. Dit helpt hen in te zien waar zij nú staan met de invoering van W&T en vooral ook welke stappen zij kunnen zetten om W&T duurzaam te implementeren. De gezamenlijke conclusie was helder: duurzaam W&T implementeren is een kwestie van maatwerk en dat lukt vooral samen met het VO! Dit past heel mooi in een belangrijk uitgangspunt van STO Twente: het samen creëren van doorlopende leerlijnen. Zelf aan de slag Na een inspirerende presentatie van Anneloes Muller – van der Molenocent/ onderzoeker W&T Team Transfer Saxion, over de kracht van het PO-concept Zwaluwstaarten, voerden de deelnemers zelf een techniekopdracht Moderne Media uit. Opnieuw het bewijs dat iets dóen met techniek altijd enthousiast maakt, niet alleen jong, maar ook ouder. Ook toonde een rondleiding aan hoe goed de Waerdenborch al ingericht is voor techniekonderwijs, met ook concrete plannen voor een Technolab op deze Holtense locatie. Agenda voor lessen PO-VO direct volgepland Op de invitatie aan de PO-leerkrachten om met hun leerlingen techniekopdrachten op de Waerdenborch te gaan uitvoeren werd direct positief gereageerd. Vanaf eind mei is dan ook de beschikbare ruimte volledig volgeboekt door de basisscholen om hun leerlingen op de Waerdenborch te laten werken aan de Zwaluwstaartprojecten. Aanvullende behoeftepeiling Op basis van een aanvullende behoeftepeiling onder de leerkrachten beoordeelt de Waerdenborch waar nog wensen bestaan vanuit het PO voor aanvullende, nieuwe activiteiten. Kortom, een energieke kick-off van een mooie samenwerking om samen leerlingen enthousiast te maken voor techniek. MENU Naar pagina regio initiatieven
- Eerste Techniek Tastbaar Almelo e.o. een groot succes
Eerste Techniek Tastbaar Almelo e.o. een groot succes Techniek beleven en ervaren. Dát was vrijdag 24 februari mogelijk op het Alma College tijdens het drukbezochte event Techniek Tastbaar. Dit landelijk bekende techniekconcept werd nu voor het eerst georganiseerd binnen de STO subregio Almelo e.o. “Samen met zo’n 32 regionale bedrijven hebben we laten zien hoe leuk werken en leren in de techniek is’’, concludeert Henk Bos, de super tevreden decaan/kartrekker STO/docent op het Alma College. Al om halfdrie in de middag stond de bezoekersteller op 785! Henk: “Uiteindelijk mochten we circa 1019 bezoekers ontvangen.” Eerst ideeën opgedaan bij Techniek Tastbaar editie Enschede Henk Bos: “John van Mierlo is de projectleider van Techniek Tastbaar. Hij levert de organisatorisch beproefde blauwdruk aan van Techniek Tastbaar. Samen met hem en ons interne team van collega’s hebben we Techniek Tastbaar op het Alma College vervolgens vormgegeven. Technische bedrijven uit onze omgeving hebben we uitgenodigd om deel te nemen. Wat hielp, is dat we bij het eerdere Techniek Tastbaar in Enschede goed hebben rondgekeken naar het soort technische bedrijven dat voor deelname geschikt is. Zo zagen we in Enschede de waterstof auto staan van de Green Team Twente en die hebben we in één moeite door uitgenodigd voor onze Techniek Tastbaar.” Originele en uitdagende doe-opdracht Onder de deelnemende bedrijven waren ook de Innovatiehub Tubbergen en Ontdek Hightech Almelo. Henk: “Zij vertegenwoordigden, ieder op hun beurt, ook een aantal deelnemende bedrijven. De bedrijven hadden stuk-voor-stuk voor een originele en uitdagende doe-opdracht gezorgd in hun stands voor de leerlingen in de leeftijd van 10 tot 16 jaar. Van hypermoderne Virtual Reality tot en met aan de slag gaan met je handen. Zoals het metselen van een muurtje tot en met het maken van een houten vogelvoeder. Henk: “Zo konden zij zelf ontdekken wat er allemaal mogelijk is en of techniek wellicht ook bij hen past.” De range was breed: van min of meer traditionele technieken tot en met eigentijdse technologie, benadrukt Henk. Veel interessante doelgroepen ontvangen Het event was slim ingedeeld. Henk: “Van 10.00 tot 13.00 uur ontvingen we het basisonderwijs uit Twenterand en van 12.00 – 15.00 uur de eerstejaars van het vmbo. Van 15.00 - 18.00 was Techniek Tastbaar voor iedereen toegankelijk, ook voor ouders van leerlingen die inderdaad voor een positieve opkomst zorgden. Zo zagen we meerdere leerlingen van de basisscholen die met hun ouders langskwamen en ook broertjes en zusjes. Heel positief en verrassend, want vaak wordt er thuis in gezinsverband gepraat over wat een kind zou kunnen gaan doen in het onderwijs. Door het bezoek aan Techniek Tastbaar wordt de keuze voor techniek thuis zo een realistisch gespreksonderwerp.” Enthousiaste deelname door metaalbedrijf Witte van Moort Daniel Brouwer is afdelingsleider Technische dienst & Gereedschapsmakerij bij metaalbedrijf Witte van Moort uit Vriezenveen: “We zijn heel druk in ons bedrijf. Toch maken we met plezier tijd en capaciteit vrij om ons tijdens Techniek Tastbaar te presenteren aan de jeugd. Met de STO subregio Almelo e.o. willen we een goede samenwerking opbouwen om ons aandeel te leveren aan de instroombevordering in het technisch vmbo. We zijn enkele maanden geleden langs geweest en hebben met de docenten techniek overlegd hoe wij als Witte van Moort iets kunnen betekenen voor het Alma College. Niet zozeer om specifiek voor ons bedrijf nieuwe technische instroom te krijgen vanuit de route vmbo-mbo, maar vooral om voor de regio die instroom te helpen genereren.” Gaaf! Zelf een metalen telefoonhouder maken In de stand van Witte van Moort konden de bezoekende leerlingen in drie stappen een metalen telefoonhouder maken. Hoe? Door een vorm uit te snijden in een vlakke plaat, die te buigen met als afsluiting een persbewerking. Via plexiglas konden de leerlingen de bewerkingen écht van binnen zien. Daniel: “Dit is in ons bedrijf ook daadwerkelijk een van de takken van sport. Dus we brengen de jongeren tijdens Techniek Tastbaar in contact met een realistische werksituatie.” Ook vertoonde Witte van Moort in hun stand een bedrijfsfilm waarin duidelijk was te zien welke futuristische robot-cobot technologie hier in werking is: “Maar om de jeugd goed te interesseren voor techniek, tonen we in onze stand vooral hoe je eerst met je handen aan de slag gaat met metaal.” MENU Naar pagina regio initiatieven
- Masterclass Kartrekker: inspirerende combi van denken en doen
Masterclass Kartrekker: inspirerende combi van denken en doen Dit voorjaar organiseerde STO Twente twee Masterclasses voor haar vmbo-docenten, projectleiders en teamleiders. Hierin krijgen zij heel praktisch de vaardigheden aangereikt voor het versterken van de kwaliteit van toekomstbestendig technisch beroepsonderwijs. De tweede drukbezochte Masterclass Kartrekker vond plaats op 20 mei. Gegeven door Maria Hendriks en ondersteund door Maaike Vervoort. Een gevarieerde mix van theorie, filmpjes, voorbeelden en inspirerende oefeningen in groepjes en ook: concrete tools en handvatten. Een verbindende factor tijdens de Masterclass was de interactieve inzet van de lessonup app. Veel vragen bij ontwikkeling van nieuw techniekonderwijs Maria Hendriks is sinds 2015 Academic Director TechYourFuture. Eveneens is zij Academic Director Master Leren en Innoveren en kerndocent Innoveren en Veranderen. Helder zette zij het doel van de Masterclass Kartrekker uiteen: “Het doeltreffend en duurzaam samenwerken aan nieuw techniekonderwijs binnen STO Twente met collega’s uit de school en in de regio, en ook met partners van buiten, blijkt vaak een uitdaging. Hoe begin je en hoe houd je iedereen betrokken? Wat zorgt ervoor dat je van een klein begin tot een duurzame vernieuwing komt? Wat zijn achterliggende opvattingen die succesvolle vernieuwing in teams en netwerken bepalen? En wat betekent dit voor je eigen handelen als docent, projectleider en teamleider? De deelnemers werden als kickoff uitgenodigd om in setjes van twee aan elkaar te vertellen wat zij inmiddels op onderwijsgebied al bereikt hebben vanuit de doelstellingen van STO Twente. “Zet je je netwerk in voor onderwijsvernieuwing? Dan spelen drie facetten van je netwerk een rol: dichtheid, wederkerigheid en centralisatie” Veelzijdige opbrengst In deze Masterclass gingen de docenten in hun rol als kartrekker aan het werk met het samenwerken in teams en netwerken om nieuw techniekonderwijs te ontwikkelen. Ook kregen zij concrete tools om deze samenwerking nog beter te benutten. De opbrengst was veelzijdig. De kartrekkers maakten kennis met de wijze waarop leren en innoveren in teams en netwerken plaatsvindt. Ook brachten zij hun eigen professionele netwerk in kaart en werden zij gestimuleerd na te denken over hoe je dat kunt opbouwen en onderhouden voor kennisdeling en samenwerken. Eveneens maakten zij kennis met een model om weerstand en betrokkenheid beter te begrijpen en ook passende interventies te benutten. “Technische onderwijsverandering loopt langs drie stappen: adoptie, implementatie en institutionalisering” Ontdek je eigen verandervoorkeuren Ook leerzaam was de speelse manier waarop de deelnemers hun eigen verandervoorkeuren leerden kennen én die van hun team/netwerk. Via de lessonup app konden de deelnemers aangeven welk type onderwijsinnovator zij in zichzelf herkenden: een ziener van kansen, een praktisch gerichte ondernemer of meer het type dat goed is in het incorporeren van het bij onderwijsinnovatie behorende gedragsrepertoire. De meeste deelnemers herkenden zich in de eerste twee typen onderwijsinnovators. De psychologie van veranderen Eén van de eye openers van de Masterclass Kartrekker was een filmpje van veranderexpert Ben Tichelaar. Hij legde transparant uit hoe een geslaagde onderwijsverandering is gebaseerd op twee pijlers: anders denken en vervolgens anders doen. Beide facetten kunnen niet zonder elkaar. Ook benadrukte Ben dat elke vernieuwing, ook in het techniekonderwijs, altijd klein begint. Je start en vervolgt met kleine stapjes. Samen bouwen aan een beweging Klein beginnen en vervolgens samenbouwen aan een beweging die steeds groter wordt is een andere manier om naar verandering te kijken en om innovaties in de praktijk te kunnen versterken. Dit perspectief bouwt voort op het werk van Suzanne Verdonschot: “Van kleine doorbraak naar grootschalige vernieuwing”. Suzanne onderscheidt drie activiteiten die mensen ondernemen als ze bouwen aan een beweging, namelijk: verbreden, verdiepen en vernieuwen. Een uitdagende doe-activiteit tijdens de Masterclass was het in groepjes beantwoorden van vragen vanuit een setje kaartjes op het vlak van onderwijsvernieuwing, houding daarin, verwachtingen van elkaar en de manier van samenwerken daarin. Strategieën die deelnemers (kunnen) gebruiken om te verbreden en te verdiepen stonden daarbij ventraal. “Doeltreffend en duurzaam samenwerken aan nieuw techniekonderwijs? ‘Change is a process, not an event’.” Inventarisatie onderwerpen nieuwe Masterclasses Tot slot konden de deelnemers stemmen op mogelijke onderwerpen voor nieuw te organiseren STO Twente Masterclasses in het schooljaar 2022 – 2023. Een korte sessie waarin met veel enthousiasme op een keur aan onderwerpen werd gestemd, van keuzevakken tot onderwijstechnologie. Tot slot werd aan alle deelnemers een certificaat van deelname uitgereikt, ook voor hun eventuele deelname aan de vorige Masterclass Onderwijsontwerpen. MENU Naar pagina regio initiatieven
- “Zelf leren lassen maakt dat je de materie ook veel beter op je leerlingen overbrengt”
“Zelf leren lassen maakt dat je de materie ook veel beter op je leerlingen overbrengt” Belangrijk onderdeel van het programma van STO Twente is dat docenten zich blijven professionaliseren. Zo blijven zij in staat de laatste technieken uit het bedrijfsleven aan hun vmbo-leerlingen te onderwijzen. Vanuit die gedachte volgden de PIE-docenten van C.T. Stork College een NIL-lascursus bij SMEOT. Arnold Prinsen is docent PIE aan het C.T. Stork College in Hengelo: “C.T. Stork College introduceerde het nieuwe keuzedeel lassen binnen het PIE-profiel. Om ook hier goed les in te kunnen geven, zijn mijn PIE-collega’s en ik opnieuw op cursus gegaan, want we zijn geen van alle lassers. Als we onze leerlingen hierin les willen geven, moeten we het uiteraard zelf ook kunnen én beoordelen of de leerlingen dit goed doen.” Verrijking van docentschap techniek Opleidingspartner SMEOT bracht uitkomst met een NIL-lascursus voor een erkend diploma van het Kenniscentrum voor Lastechniek in Nederland: “Vier docenten van C.T. Stork College, waaronder ik, volgen nu de NIL-lascursus.” In maart 2022 staan de examens gepland. Arnold vindt het overdag lesgeven én ’s avonds de lascursus volgen goed te combineren: “Het is druk en je maakt lange dagen, maar het is fantastisch om als docent zelf ook bij te leren en bij te blijven. Dit is echt een verrijking van je docentschap techniek. Daarnaast ervaar je zelf weer hoe het is om iets nieuws te leren, zoals je eigen leerlingen dat elke dag meemaken. Verder vind ik het sparren met de collega-docenten techniek na een cursusavond leerzaam. Het onderlinge enthousiasme is groot én je leert je collega’s ook op een andere manier kennen.” Goed nieuws: lassen met de laatste apparatuur Gelukkig is C.T. Stork College in het bezit van zes lasapparaten. Arnold: “De bestelling is gedaan voor vervangende apparatuur volgens de laatste technische normen. We werken daardoor binnenkort met de nieuwste lasapparatuur zoals die ook in het bedrijfsleven als norm geldt. De verwachting is dat de leerlingen nog dit schooljaar leren lassen op deze nieuwe apparatuur.” Tom Blaauwgeers, projectleider Sterk Techniekonderwijs regio Hengelo: “Een van de onderdelen van STO Hengelo betreft het door ontwikkelen van een beroepsgericht keuzevak. Hiervoor is de nieuwste apparatuur te koppelen aan het beroepsgerichte keuzevak Booglasprocessen. Tevens zullen er nieuwe opdrachten worden ontwikkeld om met deze nieuwe apparatuur te werken.” Altijd bij blijven leren Overigens laat Arnold het hier niet bij: “Techniek staat nooit stil, er is altijd iets bij te leren. De volgende cursus staat voor mij en mijn collega’s alweer voor de deur. Bijblijven is een must. Als er nieuwe technieken zijn, sta ik met mijn neus vooraan. Als je er zelf interesse in hebt, snijdt het mes aan twee kanten: je leert het zelf veel makkelijker én brengt het beter en enthousiaster over op je leerlingen.” MENU Naar pagina regio initiatieven
- STO subregio Hengelo maakt nu al volop plannen voor vervolg STO
STO subregio Hengelo maakt nu al volop plannen voor vervolg STO Sterk Techniekonderwijs gaat officieel dóór en de subregio Hengelo laat daar geen gras over groeien. Op vrijdag 23 juni kwam een grote groep gemotiveerde medewerkers van C.T. Stork College bij elkaar, van techniekdocenten en projectleiders tot en met de regioleider. In een veelzijdige brainstorm werd er zowel positief teruggekeken alsook plannen gemaakt voor de toekomst. Zoals voor een compleet nieuw initiatief: het Robot Battle Lab! ‘Out of the box’ meedenken Cindy te Raa en Tom Blaauwgeers zijn de beide projectleiders voor de subregio Hengelo en zij organiseerden de brainstorm. Cindy legde uit wat de toekomst is voor STO en nodigde alle deelnemers uit vooral ‘out of the box’ mee te denken. Via het digitale prikbord Padlet gaven de deelnemers met hun mobiel antwoord op een aantal vragen: Wat is er door STO binnen de profielen veranderd en wat gaat de subregio tot 1 januari 2025 nog ontwikkelen vanuit STO? Immers, 2024 is een bijzonder tussenjaar voor STO, voorzien van extra subsidie. En ook: wat heeft STO jou als persoon gebracht? Tot slot kwamen er via Padlet ook veel goede suggesties binnen voor de planvorming voor de STO-periode 2025-2029. Extra aandacht voor de komende STO-jaren krijgen bijvoorbeeld een hogere instroom van meisjes in de techniek en meer ouderbetrokkenheid om bij hen een positiever beeld van techniek te creëren. Ook voor deze specifieke uitdagingen zal de subregio Hengelo gerichte activiteiten ontwikkelen. Nieuw: Robot Battle Lab Tot slot lichtte regioleider Benno Hams nog een bijzondere ontwikkeling toe: “Het basisonderwijs betrekken bij ons technisch onderwijs is en blijft een belangrijk doel van STO. We zien dat jonge leerlingen vooral tot techniek en technologie worden aangetrokken als er bij hun kennismaking hiermee een competitief spelelement in zit. Het voornemen van C.T. Stork College is dan ook om binnen de school een ruimte te ontwikkelen voor een Robot Battle Lab. Een plek waar po-leerlingen met elkaar de sportieve strijd aangaan met behulp van onweerstaanbare robotachtige technologie.” Afsluitende barbecue Na al het brainstormen en het ‘proefdraaien’ in het Robot Battle Lab was het tijd voor een barbecue. Op het buitenterrein van C.T. Stork college bleek al snel dat de STO subregio Hengelo niet alleen een actieve regio is, maar ook gewoon heel gezellig! Ook jouw STO subregio kan brainstormen met Padlet! Marieke Rinket, programma manager STO Twente, stuurt de Padlet met de genoemde vragen kant-en-klaar toe aan de vier andere subregio’s van STO Twente. Een ideale tool als ook zij een dergelijke brainstormsessie willen organiseren. Ook in het regioleidersoverleg kwam deze manier om ideeën te vergaren inmiddels aan de orde. MENU Naar pagina regio initiatieven