top of page

254 items gevonden

  • Landelijk ‘Aanvalsplan Techniek’ heeft concrete raakvlakken met Sterk Techniekonderwijs

    Landelijk ‘Aanvalsplan Techniek’ heeft concrete raakvlakken met Sterk Techniekonderwijs Door het tekort aan technici dreigt de uitvoering van de energietransitie en onder meer de bouwopgave vast te lopen. Daarom lanceren vijf technische sectoren in samenwerking met VNO-NCW en MKB-Nederland het ‘Aanvalsplan Techniek’ met tal van onconventionele maatregelen. Wat betekent dit? En wat zijn de raakvlakken met STO Twente? Een interview met Margriet Bouma, Regiosecretaris Koninklijke Metaalunie Overijssel en Noordelijk Flevoland: “Nog meer aandacht voor technisch vmbo-onderwijs vormt een belangrijk facet van ons aanvalsplan.” Gouden Poort In samenwerking met betrokken partijen, zoals vakbonden en overheden, moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken met de structurele invulling van zo’n 60.000 vacatures. Het ‘Aanvalsplan Techniek’ komt met tal van onconventionele maatregelen in de vorm van speerpunten. Margriet: “We willen de arbeidsmarkt voor technici compleet anders inrichten met een nieuw systeem: de Gouden Poort. Dit moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. Niet per sector, maar techniek brééd. Dat maakt dit plan uniek. Het maakt ons niet uit in welke sector zij terechtkomen, als het maar in de techniek is.” Aandacht voor maatwerk en skills De starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen krijgen een tienjarige ontwikkel- en baangarantie. Margriet: “Met deze deelnemers gaan we veel meer intersectoraal werken, vanuit de branches die het aanvalsplan samen hebben opgesteld. Aandacht voor maatwerk en vaardigheden staat hierin voorop. Gedurende je hele loopbaan kun je hier terecht. De ambitie van de samenwerkende branches is om meer statushouders aan de slag te helpen en meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachtenregeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent kunnen naar schatting structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar worden ingevuld.” Hybride onderwijs en techniekcentra Margriet: “Er zal meer ingezet worden op hybride leeromgevingen waar jongeren, maar ook werkenden en zij-instromers kunnen experimenteren met nieuwe technologie en waarin de maatschappelijke uitdagingen centraal zullen staan. In deze centra werken onderwijs en bedrijfsleven nauw samen om studenten en werkenden een kansrijke route te bieden. Dit wordt dus nauw verbonden aan de Gouden Poort. Uitgangspunt is dat er in iedere regio een aantrekkelijke plek aanwezig is met hybride beroepsonderwijs. Zo ontstaan gespecialiseerde centra waar opleidingen geconcentreerd worden met state-of-the-art onderwijsfaciliteiten vanuit het bedrijfsleven. Gezamenlijke inzet op techniek en technologie in het funderend onderwijs is daarbij van groot belang. Dat zien we al gebeuren, ook binnen STO Twente en andere initiatieven, maar dit willen we nog meer versterken en verbeteren.” Het aanvalsplan legt ook nadruk op een goede samenwerking en verbinding met het (vmbo-)onderwijs. Margriet: “We willen vooral iets gaan doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod. We willen nog meer aandacht voor meer (hybride) techniekdocenten om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen.” Cruciaal: een goede samenwerking en verbinding met het onderwijs Het aanvalsplan heeft een aantal herkenbare linken met de doelen en activiteiten van STO Twente. Margriet: “STO Twente is een belangrijke partner om in hun regio aan te haken bij de doelen van het Aanvalsplan Techniek en de genoemde doelen samen te realiseren. We zullen met elkaar dus nóg meer moeten samenwerken om vooral de in- en doorstroom te helpen vergroten. We zien gelukkig nu al dat de activiteiten vanuit STO Twente richting het techniekonderwijs op het vmbo echt goed gaan lopen, de Twentse inzet begint zijn vruchten af te werpen. En dat is ook hard nodig voor de instroom in het technisch vmbo, mbo en uiteindelijk in het technisch bedrijfsleven.” Meer nadruk op ontwikkelen skills, te beginnen in het vmbo Wat enorm helpt, benadrukt Margriet, is de nadruk die steeds meer komt te liggen op skills in technische bedrijven. Margriet: “We zullen toch veel meer naar de op vaardigheden gerichte arbeidsmarkt moeten bewegen. In het vmbo en ook het mbo ligt de focus steeds meer op het opleiden op vaardigheden. Het technisch vmbo is een hele mooie en geschikte voorloper om die vaardigheden aan te boren en te ontwikkelen bij hun leerlingen. Maar, en dit benadruk ik, er ligt ook een uitdaging voor het aantrekkelijk maken en houden van de technieksector om in te werken én te blijven werken. Daar ligt echt wel een opgave. Techniekpromotie is en blijft cruciaal en ik zie ook STO Twente hierin stappen zetten.” Stand van zaken Het aanvalsplan is gepresenteerd aan diverse ministeries en inmiddels geaccepteerd. Margriet: “Het wordt waarschijnlijk ook gekoppeld aan het Groene Banenplan. We zijn nu de uitvoering aan het inrichten en de eerste kwartiermaker is al aan de slag. Zomer 2023 moet het grotendeels staan.” MENU

  • Projectleider STO Twente geeft bijzondere invulling aan techniekontwikkeling binnen Scholengroep Carmel Hengelo

    Projectleider STO Twente geeft bijzondere invulling aan techniekontwikkeling binnen Scholengroep Carmel Hengelo Tom Blaauwgeers is onder andere projectleider STO voor de subregio Hengelo. Op 30 juni gaf hij zijn afstudeerpresentatie voor de Master Educational Leadership (MEL) aan Hogeschool Saxion. Het onderwerp van zijn afstudeerproject? Dat ligt STO Twente na aan het hart: het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn techniek voor het vmbo voor Scholengroep Carmel Hengelo (SCH): “Het mes snijdt aan twee kanten: Ik doe binnen de scholengroep leiderschapservaring op en mijn praktijkvraagstuk komt het Sterk Techniekonderwijs van de regio Hengelo ten goede.” Praktijkvraagstuk: focus op profielvak BWI Tom lichtte zijn praktijkvraagstuk tijdens de afstudeerpresentatie enthousiast toe: “Wat is er nodig om te komen tot een gezamenlijke visie en leerdoelen binnen de sectie techniek van de onderbouwlocaties binnen Carmel Hengelo die aansluiten op de basiskennis en -vaardigheden ten aanzien van het hanteren van gereedschappen en materialen in de techniekprofielmodule hout- en meubelverbindingen van het profielvak BWI in leerjaar3?” Heldere afstudeerpresentatie Tom’s afstudeerpresentatie gaf vervolgens een helder overzicht van alle stappen die Tom in twee jaar studie vanuit dit praktijkvraagstuk systematisch heeft gezet: “Eerst een vooronderzoek naar het praktijkvraagstuk, interviews houden en overleggen arrangeren, evenals het bepalen en evalueren van interventies en uiteindelijk het presenteren van de resultaten.” Gevolgd door een stukje reflectie op de ontwikkeling van Tom’s leiderschapskwaliteiten. Goede aansluiting op brede beeld van techniek In relatie tot de resultaten merkte een Twentse STO-regioleider het volgende op in het onderzoek: “De kwalitatieve data uit Tom’s onderzoek sluiten goed aan op het bredere beeld van techniek in de maatschappij. Waardoor meer leerlingen hopelijk ook meer open komen te staan voor de techniek en de technologie en er voor hun toekomst ook voor zullen kiezen.” Positieve feedback deelnemende techniekdocenten Uiteraard vroeg Tom ook hoe de deelnemende techniekdocenten binnen SCH het onderzoeksproces hebben ervaren met betrekking tot het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en generieke leerdoelen voor de sectie techniek SCH. Enkele reacties? “Positief, effectief, leerzaam en met als resultaat een voldaan proces.” Motivatie en vervolg Wat was eigenlijk Tom’s motivatie om deze studie te doen? Tom: “Deze studie is een theoretische verdieping op mijn vorige praktische leiderschapsopleiding schoolleider basisbekwaam. Aan die theoretische verdieping op masterniveau had ik behoefte.” En hoe gaan we binnen STO Twente meer merken van de praktische onderzoeksresultaten? Tom: “Ik ga een vervolg geven aan dit traject door een verdere implementatie uit te voeren van de gezamenlijk geformuleerde visie en leerdoelen die er nu liggen, met de focus op techniek. Richting vakinhoud en ook richting de vervolgaspecten die horen bij de onderwijskundige inrichting binnen de sectie techniek van de onderbouwlocaties van Carmel College. Het plan is dat we in schooljaar 2022-2023 ook gaan onderzoeken op welke wijze techniek en technologie geïmplementeerd kunnen worden in andere bovenbouw profielen.” MENU

  • Augmented Reality helpt BWI-leerlingen bij voorbereiding opdracht

    Augmented Reality helpt BWI-leerlingen bij voorbereiding opdracht Een strokenfundering is een fundering die onder draagmuren is gebouwd. De strokenfundering bestaat uit een dikke strook gewapend beton in een houten bekisting met zand eronder. Bouwschool Twente in het Hengelose Techniekhuis Twente leidt al langere tijd op voor deze nog steeds gangbare manier van bouwen. Ook voor vmbo-leerlingen van het C.T. Stork College vanuit het profiel BWI en onder de vlag van Sterk Techniekonderwijs Twente. Compleet nieuw is dat deze vmbo-leerlingen hun voorbereiding op deze opdracht op school voortaan digitaal én in 3D via een app in gang kunnen zetten. Op 8 februari maakten zij voor het eerst gebruik van deze primeur. Van platte tekening naar 3D Jan Willem Aardema van Bouwschool Twente: “De BWI-leerlingen van C.T. Stork College krijgen de opdracht om de bekisting voor een strokenfundering bij ons in het Techniekhuis Twente te komen maken. Deze praktijkopdracht wordt door hun eigen docent beoordeeld. Nieuw is dat we een digitale tool hebben ontwikkeld, waarmee ze al op school kennis kunnen nemen van de praktijkopdracht die hen in het Techniekhuis staat te wachten, op hun eigen mobiele telefoon. Die tool is een app. Hoe ze daarin komen? Op de papieren praktijkopdracht in de BWI-klas op het C.T. Stork College staat een QR-code. Scannen ze die? Dan zien ze vervolgens zowel de 2D- als 3D-tekening op hun mobiel, inclusief alle maatvoeringen en benamingen. Daardoor gaat de opdracht meer leven omdat ze in 3D zien wat er écht van hen wordt verwacht. Want in 3D kunnen ze de opdracht draaien, kantelen, vergroten en verkleinen. Zo zien ze op school al een model met daarbij alle details van de bekisting, inclusief de werkvolgorde, die ze vervolgens bij Bouwschool Twente daadwerkelijk gaan maken. Dit voorbereidingsproces bij C.T. Stork College wordt begeleid door de BWI-docenten Philip Unverzagt, Dennis Winters en Jasper Lucas. Op de telefoon blijft de applicatie actief en kunnen de leerlingen ook thuis laten zien wat ze in de praktijk gaan maken. Bij applicaties die alleen met een VR-bril werken is dat niet mogelijk. Dit is voor iedereen toegankelijk.” Uitbreiding naar alle praktijkopdrachten Vervolgens kunnen de BWI-leerlingen deze 3D-afbeelding ook in Augmented Reality (AR) plaatsen, waar ze maar willen; op de vloer, de keukentafel; het maakt niet uit. Jan Willem Aardema: “Hiermee kunnen ze via AR om het ontwerp heen lopen en erin kijken. Alle details en onderdelen zijn op hun eigen telefoon benaderbaar. Sterker nog: door de toepassing van AR kunnen ze zelfs virtueel ín de te maken bekisting komen. Ook kunnen wij bij Bouwschool Twente op grote schermen laten zien wat de leerling op zijn of haar mobiel ziet tijdens de uitvoering van de opdracht. Studio X in Rijssen heeft de technologie via deze app voor ons mogelijk gemaakt.” De bedoeling is dat Bouwschool Twente álle praktijkopdrachten via deze AR-methode uitvoerbaar maakt. Ook komt er een VR-toevoeging. Het voordeel daarvan? Leerlingen, studenten, instructeurs en docenten kunnen dan op afstand met elkaar over de opdracht overleggen omdat alle betrokkenen met een VR-bril op in dezelfde virtuele omgeving staan. Op voorhand een beter beeld Philip Unverzagt is docent BWI aan het C.T. Stork College: “Mijn groep heeft inderdaad op school eerst de app kunnen bekijken. Het voordeel? Ze konden goed doorgronden wat ze bij Bouwschool Twente gingen maken. De app hielp hen op voorhand een beter beeld van deze specifieke opdracht te vormen in zeven heldere stappen. Elke stap kunnen ze een tijdje bekijken en zo op zich in laten werken. Bijvoorbeeld de vereiste onderdelen en de opbouw van de bekisting. Een collega van mij begeleidde een groep zonder deze app en we zagen in de uitvoering daardoor echt een verschil in de mate van voorbereiding.” Inspelen op behendigheid met mobiele telefoons Zowel leerlingen alsook hun docenten vinden het gemakkelijk om de app te gebruiken. Philip: “Deze app werkt namelijk heel gebruiksvriendelijk.” Ook viel het Philip op dat de leerlingen minder geïnteresseerd waren in de instructie zoals die werd weergegeven op een groot scherm: “Doordat ze de QR-code op hun eigen mobiel kunnen scannen om de opdracht te bekijken, kreeg ik zelf de indruk dat ze hier veel meer mee bezig waren. Het gebruik van deze app op hun eigen telefoon is ook echt de bedoeling. Hiermee spelen we in op hun enorme vaardigheid met mobiele telefoons.” Wat ook helpt, geeft Philip aan, is dat op de plek waar de leerlingen bij Bouwschool Twente de strokenfundering maken, het stappenplan er ook in de vorm van grote vellen papier ligt: “Vooraf kijken ze op de app en tijdens het daadwerkelijk maken op deze papieren tekeningen, dat is de opzet. De app dient dus puur ter voorbereiding.” Als het aan Philip ligt, wordt dit een standaard manier van werken: “Onze opdrachten willen we voortaan via een QR-code gaan aanleveren, ook met ons eigen Festo Lab op het C.T. Stork College.” MENU

  • Sla de spijker op de kop: STO gebaat bij meetbare techniekpromotie

    Sla de spijker op de kop: STO gebaat bij meetbare techniekpromotie In alle STO-regio’s in Nederland wordt hard gewerkt aan techniekpromotie. Dit betekent in de praktijk vaak het etaleren van de nieuwste ‘technieken’ aan jongeren om hen te boeien voor bijpassende studies en beroepen. Tim Post adviseert STO Twente: “Onderwijsontwikkeling begint met meetbare opbrengsten, niet met lesmiddelen. De hamvraag is hoe onze ambitie zich vertaalt in effectieve techniekpromotie voor onze doelgroepen. Deze opbrengstgerichte aanpak borgt dat uitwerkingen van onze ambitie leiden tot doeltreffende onderwijsactiviteiten. Dit advies druk ik álle STO-regio’s in Nederland op het hart.” Tim Post is onderwijspsycholoog (PhD), gespecialiseerd in W&T-onderwijs en onder meer werkzaam als coördinator van het Technologie Platform Enschede. Aan onderwijswetenschappelijke bouwstenen voor effectieve techniekpromotie is geen gebrek, weet Tim: “Wereldwijd hebben beleidsmakers, onderwijzers en het bedrijfsleven zich al ingezet voor techniekpromotie onder jongeren. STO is daarin niet nieuw. Onderzoek naar deze initiatieven heeft waardevol inzicht opgeleverd in doeltreffende techniekpromotie. In mijn ogen is de kloof tussen deze kennisbasis en de praktijk nog groot. Zonde, want dit laat veel werkgroepen onnodig worstelen met theoretische vragen of het laat hen investeren in goedbedoelde initiatieven die in het verleden nauwelijks effectief bleken. Ik denk dat STO daarom gebaat zou zijn bij een praktijkgerichte werkwijze voor gefundeerde en meetbare techniekpromotie. Daarmee helpen we werkgroepen spijkers met koppen te slaan.” Bundel de krachten van wetenschap en de onderwijspraktijk “Het is een cliché, maar meten is weten. In de eerste plaats niet alleen om te weten of onze techniekpromotie effectief is, maar vooral om docenten te informeren welke concrete opbrengsten we precies van hen verwachten. Meetbare techniekpromotie ontstijgt algemene activiteitenplannen. Neem bijvoorbeeld de ambitie om de beelden en attitudes van jongeren ten aanzien van technisch werk te verbeteren. Een nobel streven, maar over welke beelden en attitudes hebben we het dan precies? Vraag het docenten en je krijgt een ander antwoord per docent. Die verscheidenheid uit zich vervolgens vaak in onsamenhangende techniekpromotie en effecten. Zonde, want onderzoek biedt al veel beproefde kaders.” Daar komt bij, stipt Tim aan, dat het opstellen van meetbare techniekpromotie alle STO-regio’s zou kunnen verbinden op de inhoud. Combineer techniekpromotie met context en storytelling Neem bijvoorbeeld de befaamde 3D-printer in veel van onze Technolabs. Die zijn uiteraard fantastisch, beaamt Tim: “Ik ben de eerste om zulke technologie toe te juichen. Maar waartoe dient de printer precies? Onderzoek adviseert om leerlingen niet alleen mooie dingen te laten maken met de 3D-printer omdat het kán, maar om hen 3D-producten te laten ontwikkelen waarmee zij een link leggen met de zaken die er in hun verdere leven toe doen. Daarmee behartig je doeltreffende techniekpromotie: je confronteert leerlingen met de vraag welke rol een 3D-printer eigenlijk speelt en gaat spelen in de maatschappij. Zorg er dus voor, is het advies, om techniekpromotie te doordringen van context en storytelling. Een goed voorbeeld van opbrengstgerichte techniekpromotie voor onze werkgroepen.” Maak techniek betekenisvol Tim geeft een ander voorbeeld: “Een ander doel van techniekpromotie is jongeren op de hoogte te brengen van actuele technologische ontwikkelingen in de wereld die invloed (zullen) zijn op hun leven. Dat betekent dat, volgens onderzoek, techniekpromotie niet zozeer draait om het leren bedienen van de 3D-printer, maar om jongeren te boeien voor de technologische ontwikkeling achter de printer. Je kunt je voorstellen dat dit onderwijsdoel een andere invulling zou geven aan je onderwijsactiviteiten dan het aanleren van vaardigheden, bijvoorbeeld door leerlingen te laten debatteren met vakmensen over kansrijke opvolgers van de 3D-printer. Een bijhorende strategie is kinderen daarbij zo vroeg mogelijk te boeien, al vanaf een leeftijd van 6 jaar in het basisonderwijs. Dan blijken kinderen namelijk psychologisch gezien het meest sensitief voor positieve beeldvorming. Start je pas later, dan ben je te laat en kun je van techniekpromotie nauwelijks effect verwachten. Onderzoek onderstreept dus het speerpunt om het PO integraal bij STO te betrekken. Daarvoor bestaan allerlei concrete suggesties voor ontwikkelaars.” Zet de beleving van de leerling centraal Tim geeft graag nog een ander voorbeeld: “Effectieve techniekpromotie zet de beleving van de leerling centraal en niet die van de docent. Dus moeten we ons onderwijs in relatie tot techniek nog meer inrichten rondom de manier waarop het kind in kwestie in de wereld staat en die wereld ervaart. Zo laat je aan bijvoorbeeld al een groep 6 leerling zien hoe techniek het verschil gaat maken in zijn of haar latere studie, baan, levensgroei, wereld en klimaat. Kortom, construeer je techniekonderwijs veel meer vanuit de eigen ideeën, nieuwsgierigheid en creativiteit van het kind. Dan krijgt technologie voor hem of haar betekenis, blijft het hangen en realiseer je dus duurzame opbrengsten.” Focus op het totale spectrum van doelen voor techniekpromotie Natuurlijk doen we al heel veel goed per subregio binnen STO Twente, benadrukt Tim: “We hebben prachtige Technolabs met allerlei onderwijsprogramma’s. Door samen de wetenschappelijke basis te leggen voor effectieve techniekpromotie, kunnen we samen ook onderbelichte aspecten van techniekpromotie in kaart brengen en die met beide handen aanpakken. In plaats van meer van hetzelfde doen, verbreden we onze techniekpromotie. Met wetenschappelijke meetinstrumenten hiervoor kunnen we vervolgens onze effectiviteit gericht meten onder jongeren en, waar nodig, verbeteringen aanbrengen bij onze diensten. Met een hamer in de hand lijkt alles op een spijker. Hoogste tijd dus voor een rijkgevulde gereedschapskist.” Tips van Tim • Onderwijsontwikkeling begint met meetbare opbrengsten, niet met lesmiddelen. • Onderzoek onderstreept het speerpunt om het PO integraal bij STO te betrekken • Start zo vroeg mogelijk met het boeien van kinderen voor techniek, al vanaf een leeftijd van 6 jaar in het basisonderwijs. • Effectieve techniekpromotie zet de beleving van de leerling centraal en niet die van de docent. • Zorg ervoor om techniekpromotie te doordringen van context en storytelling. MENU

  • Gluren bij de buren: Inspiratiesessie circulair bouwen

    Gluren bij de buren: Inspiratiesessie circulair bouwen STO Almelo e.o. doet ook graag ideeën op buiten de eigen regio. Zo was er eerder een geslaagd werkbezoek aan de collega’s in Eindhoven. En nu, dichterbij huis, ging een gemengde groep geïnteresseerden op bezoek bij de STO-collega’s in Hardenberg. Rik Pape: “Grens overstijgende samenwerking is cruciaal voor inspirerend en toekomstbestendig techniekonderwijs.” Openstaan voor nieuwe ontwikkelingen STO Almelo e.o. bekijkt voor verschillende profielen bij welke nieuwe ontwikkelingen zij willen aansluiten. Bijvoorbeeld bij BWI is er belangstelling voor het nieuwe vak circulair bouwen dat dit jaar is opgezet bij Het Vechtdal College in Hardenberg. Simon Damink (BWI) en Erik van Bunnik (PIE) willen bovendien de handen ineenslaan voor een bouwproject. Ook hierin zijn er leuke initiatieven bij Het Vechtdal te zien. Kortom, de hoogste tijd voor de subregio Almelo e.o. om bij de STO-buren te gaan kijken in Hardenberg. Bezoek aan bedrijf en school Op vrijdag 10 juni vond er eerst een inspiratiesessie circulair bouwen plaats bij Hibertad/Bouwbedrijf Dijkhuis. Gevolgd door een bezoek aan het Vechtdal College te Hardenberg. Het Erasmus uit Almelo en Vechtdal werken al langer samen met bouwbedrijf Dijkhuis. Bij dit bouwbedrijf spreken zij al niet meer over circulair bouwen maar over gezond wonen en bouwbiologie. Circulair bouwen is voor hen een basis om dit vorm te geven. De eigenaar heeft vanuit de behoefte systematisch kennis op het gebied van duurzaam bouwen bijeen te brengen en te onderzoeken mede de stichting Hibertad opgezet. Zij betrekken ook vmbo-jongeren door hen als ‘’ondernemer van nu’’ deel te laten nemen aan activiteiten. Wederzijdse kennisuitwisseling Rik Pape blikt tevreden terug: “Onze visie op een ‘grens overstijgende samenwerking is cruciaal voor inspirerend en toekomstbestendig onderwijs. Dat bleek ook tijdens dit werkbezoek. In Hardenberg zijn ze een heel eind op weg met duurzaam bouwen omdat ze een goede partner hebben gevonden in een circulair bouwbedrijf. Al met al zeer interessant om te zien en ook om uitgedaagd te worden. We kwamen met meerdere techniekdocenten uit Almelo e.o., maar ook andere geledingen uit STO Almelo e.o. haakten enthousiast aan. Het is nu aan de verschillende kartrekkers in onze subregio om hier hun eigen plan op te trekken. Het mooie van zo’n bezoek is dat je met je eigen groep een hele ochtend op pad bent. Je praat niet alleen met de partij die je bezoekt, maar ook onderling. Je informeert elkaar over de huidige stand van de techniek, trekt vergelijkingen tussen alle STO-activiteiten in onze subregio en die in Hardenberg én je daagt elkaar over de volle breedte uit.” Tegenbezoek in de planning Ook is er gediscussieerd over wat duurzaamheid eigenlijk betekent voor de technische vakken die de scholen in de subregio Almelo geven en ook voor STO Twente. Rik: “En vooral: hoe kunnen we dit in de toekomst in Twente aanpakken? Vliegen we circulariteit aan als keuzevak? Of moeten we dit veel breder implementeren in al onze opleidingen? Discussies waar je niet in één ochtend een conclusie uit trekt, maar deze gesprekken tijdens zo’n inspiratiesessie zijn heel veel waard voor de langere termijn. Zo zijn ze in de STO-regio Hardenberg op hun beurt geïnteresseerd in hoe wij omgaan met het technisch bedrijfsleven. Zij komen graag een keer bij ons op bezoek om dat aspect uit te pluizen.” MENU

  • Regio Oldenzaal | STO Twente

    STO SUBREGIO OLDENZAAL ​ MENU STO SUBREGIO OLDENZAAL De subregio Oldenzaal is een enthousiast en actief deelnemer aan Sterk Techniekonderwijs Twente. Uiteraard participeert Oldenzaal in alle activiteiten die Twentebreed worden uitgerold, maar daarbinnen legt de subregio Oldenzaal een sterk accent op het werven, opleiden en begeleiden van zogeheten hybride professionals. Dit zijn ervaren technici uit het bedrijfsleven die hun kennis en ervaring rechtstreeks op het vmbo aan de leerlingen komen overbrengen. Twents Carmel College (TCC) loopt door de inzet van hybride docenten als vmbo-school voorop in deze regio. De experts uit de praktijk zorgen voor een verbindende schakel tussen onderwijs en bedrijfsleven. Zij hebben een schat aan praktijkkennis en -ervaring waarmee zij leerlingen een reëel beeld geven van de mogelijkheden in de technische sector. Andere manieren om leerlingen in Oldenzaal te laten kennismaken met de praktijk in de technische sector zijn: ​ Alle onderbouwleerlingen krijgen in de onderbouw lessen aangeboden die aansluiten op de technische profielen in de bovenbouw. Klassen 3 en 4 krijgen een wekelijkse stage bij bedrijven. Daarin wordt een afgestemd gedeelte van keuzevakken gevolgd en afgerond in samenwerking met leermeesters van bedrijven en docenten. Bedrijvendagen waarin leerlingen na een keuzeproces met een specifieke opdracht bij bedrijven op bezoek gaan. Technolab Last but not least: Oldenzaal heeft sinds mei 2021 een Technolab, te vinden in de locatie Potskampstraat van het Twents Carmel College. Hier komen leerlingen in aanraking met de nieuwste technieken via verschillende workshops. De workshops worden gegeven aan een diverse groepen leerlingen: groep 7 en 8 van het basisonderwijs, de eerste klas van het vmbo, havoleerlingen en leerlingen die de hbo-route volgen. Er is een nauwe samenwerking met het primair onderwijs via de inzet van leerkrachten uit het basisonderwijs. Het Technolab is ook toegankelijk voor bedrijven en instellingen. ​ Denkt u iets te kunnen betekenen voor het techniekonderwijs in Oldenzaal? Neemt u dan contact met ons op! Onderstaand vindt u onze gegevens. ​ Links naar subregionale nieuwsberichten Nieuwsbrief STO Oldenzaal Nieuwsbericht Technolab Nieuwsbericht hybride docenten ​ Links naar eigen media subregio Oldenzaal Website STO Oldenzaal Impressiefilmpje Technolab DEELNEMENDE SCHOLEN Alle onderbouwlocaties van het Twents Carmel College doen mee. Alle leerlingen hiervan worden betrokken. Het gaat om de locaties: ​ Potskampstraat, Oldenzaal Praktijkonderwijs, Oldenzaal De Thij, Oldenzaal Losser Denekamp ​ ​ Daarnaast is er een samenwerking met de basisscholen, onder meer door leerlingen uit groepen 7 en 8 workshops aan te bieden in het Technolab. PARTNERS ​ CONTACTGEGEVENS Regioleider Marjolein Wolbers m.wolbers@twentscarmelcollege.nl Projectleiders Wout Ensink w.ensink@twentscarmelcollege.nl SUBREGIO OLDENZAAL

  • Techniek Tastbaar Oldenzaal: deelnemende bedrijven blikken positief terug

    Techniek Tastbaar Oldenzaal: deelnemende bedrijven blikken positief terug Wat een spektakel! Op vrijdag 31 maart streek Techniek Tastbaar voor de tweede keer neer op Twents Carmel College locatie Potskampstraat. Maar liefst 37 Oldenzaalse bedrijven deden hun uiterste best om leerlingen uit het po en vo te boeien met de meest uiteenlopende techniek en technologie. Dit keer zetten we in ons STO-artikel de spotlight op een aantal deelnemende bedrijven. Uiteraard danken we álle bedrijven die enthousiast deelnamen aan Techniek Tastbaar! Facadis: de wereld achter sloten geopenbaard Raymond Tenvenne is productieleider bij Facadis uit Oldenzaal: “Wij engineeren, produceren en monteren gevelelementen voor nieuwbouw- en renovatieprojecten in de utiliteits- en woningbouw door heel Nederland. De jeugd heeft de toekomst, ook in de techniek. Dus maken we hier heel graag tijd en collega’s voor vrij. Veel jongelui willen doorleren in de ict, maar daarmee bouw je niet iets tastbaars. Daarom lieten we tijdens Techniek Tastbaar graag zien welke kansen er nog meer liggen in de bouw. In onze stand bouwden de leerlingen een deurslot en bijpassende deurkruk in een deur. Zo kregen ze inzicht in wat er allemaal aan techniek in een deur zit als je deze deur opendoet.” Siers Groep: kijkje onder de grond via HoloLens en tablet Jurgen Loohuis is uitvoerder in hoofdleidingen bij Siers Groep met het hoofdkantoor in Oldenzaal: “Wij leveren een compleet pakket aan diensten binnen de ondergrondse infra. Wij leggen alle denkbare leidingen onder straten aan voor nutsbedrijven zoals stroom, gas en internet. Techniek is altijd in ontwikkeling, ook bij ons. We bieden graag een plek binnen onze organisatie voor stagiaires en BBL’ers. Ons infrawerk voor gas, water en elektra speelt zich af onder de grond en is dus onzichtbaar, terwijl er bizar veel leidingen onder de grond kunnen liggen.” Twan Schipper, coördinator bij Siers Groep: “We hebben voor Techniek Tastbaar een speciale mat laten ontwerpen met een HoloLens. Daarmee kunnen de leerlingen onder de mat kijken en krijgen zij een beeld van alle kabels die er onder de grond liggen. De HoloLens gebruiken we zelf ook bij ons werk om kabels en leidingen te detecteren en te lokaliseren.” Riwo Engineering: balanceren met de Stresstest Fleur Huirne uit Eibergen volgt op ROC van Twente de opleiding Elektrotechniek niveau 4: “Ik zit in mijn laatste jaar en loop stage op de software-afdeling bij Riwo Engineering uit Oldenzaal.” Dit bedrijf doet actief mee met STO Twente. Fleur: “Bij Riwo doorloop ik mijn eindopdracht en dan hoop ik dat ik deze zomer mijn diploma heb gehaald. Mijn interesse voor techniek? Die had ik al heel jong, ik vind het leuk om het resultaat te zien van techniek die je zelf hebt gemaakt. Vroeger op school bouwde ik ook al allerlei technische dingen.” Geswitcht van zorg naar techniek Fleur: “Eerst koos ik voor een opleiding in de zorg, maar na twee jaar heb ik toch de overstap gemaakt naar techniek en dat bevalt mij eigenlijk heel erg goed.” Voor Techniek Tastbaar ontwikkelde Fleur een voor de leerlingen onweerstaanbare gadget op basis van een pd-regeling. Zij moesten via een besturing een bal in een buis op een bepaalde hoogte in balans zien te houden.” Niet voor niets had Fleur dit stukje techniek ‘De Stresstest’ gedoopt. Fleur ontwierp hiervoor alles zelf, compleet met buis, regelbare ventilator en sensor die de afstand tot de bal kon meten. Lewis Seating Systems: goede band met Praktijkonderwijs Marcel Kamphuis is orthese adviseur bij Lewis Seating Systems uit Oldenzaal: “Voor mensen met een beperking en/of in revalidatie maken wij zittingen en rugleuningen op maat. Dit extreme maatwerk leveren wij aan bedrijven die onze producten vervolgens inbouwen in hun onderstellen zoals rolstoelen. Daardoor kunnen mensen veel comfortabeler en langer in een rolstoel zitten. In ons werk komen veel technieken en materialen samen en dat tonen we de leerlingen tijdens Techniek Tastbaar graag. Vaak is het niet bekend hoeveel techniek er bij onze orthese-oplossingen komt kijken.” Tussen Lewis Seating Systems en het Praktijkonderwijs van het TCC bestaan inmiddels goede banden: “We zijn geïnteresseerd in leerlingen uit het Praktijkonderwijs. Die kunnen technisch bijzondere talenten hebben en die helpen wij graag ontwikkelen. Lewis Seating Systems gaat hen plekken bieden in een goede samenwerking met de praktijkbegeleiders van TCC.” Machinefabriek Westerhof: nieuwste lasprocessen voor leerlingen Bram van Olst is constructiebankwerker, lasser en cobotlasser bij Machinefabriek Westerhof uit Denekamp: “Wij maken met plezier tijd vrij om de jeugd onze techniek te laten ontdekken. We stonden op Techniek Tastbaar met een lascobot, de nieuwe generatie in lassen. De leerlingen maken dus meteen kennis met de laatste stand van zaken als het gaat om de techniek in ons vakgebied. Met lascobots kun je lasprocessen automatiseren, een veiligere manier van werken. Uiteraard mochten de leerlingen, onder begeleiding, lassen in onze stand tijdens Techniek Tastbaar.” Hoe Bram zelf ooit enthousiast werd voor techniek? “Die liefde heb ik van mijn ouders meegekregen, mijn vader zat ook in de metaal. Ik liep met hem mee en toen wist ik: hier wil ik zelf ook in door.” Waterstofauto Green Team UT: grote publiekstrekker Het Green Team van UT gaf acte de présence tijdens Techniek Tastbaar met haar waterstofauto. Sara is lid van dit team, studeert Technische Geneeskunde, en gaf samen met een collega-studente de vele nieuwsgierige leerlingen antwoord op al hun vragen. De waterstofauto bleek een grote publiekstrekker, ook voor de ouders van de leerlingen. Sara: “In onze stand mochten de leerlingen zelf waterstof maken, uiteraard met uitleg over wat waterstof eigenlijk ís.” Heel belangrijk: nieuwsgierige kinderen! Sara: “Ik twijfel of ik een nóg technischere studie wil doen dan Technische Geneeskunde. Een jaar lid zijn van het Green Team van de UT leek mij een goede manier om te ervaren hoe dat zou zijn. We staan hier met het Green Team op Techniek Tastbaar om bij jonge leerlingen proberen de vonk over te brengen voor techniek. Wanneer bij mij ooit het kwartje voor techniek viel? Dat is toch wel vanuit thuis heel erg meegegeven. Mijn ouders hebben beiden scheikundige technologie gestudeerd en mij thuis altijd geattendeerd op allerlei coole toepassingen van techniek. Dat gevoel nu op de leerlingen tijdens Techniek Tastbaar overbrengen vind ik heel leuk. Je ziet dat sommige kinderen het heel gaaf vinden om te snappen hoe iets werkt. De eigen nieuwsgierigheid van kinderen is ook heel belangrijk om hen te inspireren meer te willen gaan doen in techniek.” Deelnemende bedrijven nóg meer betrekken Kim Koehorst was projectleider van het organiserende team: “De tweede editie van Techniek Tastbaar Oldenzaal was meer dan geslaagd. Veel leerlingen uit zowel po als vo raakten niet uitgekeken! Graag bedanken we de bedrijven voor hun tomeloze inzet. We hopen volgend jaar opnieuw op hen te kunnen rekenen. We richten ons graag op de lokale (mkb) bedrijven en willen hen in hun kracht laten staan. Daarmee laten we de leerlingen ook zien welke mogelijkheden, dichtbij huis, er allemaal zijn voor hun toekomst.” Een bewuste actie voor de tweede editie van Techniek Tastbaar was om de deelnemende bedrijven nog meer te betrekken bij het voortraject, zoals met een uitnodiging voor een drukbezochte netwerkmiddag, voorafgaand aan Techniek Tastbaar. Kim noemt ook graag de collega’s uit het organiserende team: “Jan van Hannen, coördinator afdeling Techniek, José Keupink, docente en psychodiagnostisch medewerkster en Lotte Huijsman voor de communicatie. Wout Ensink steunde ons op de achtergrond.” MENU

  • STO subregio Hengelo maakt nu al volop plannen voor vervolg STO

    STO subregio Hengelo maakt nu al volop plannen voor vervolg STO Sterk Techniekonderwijs gaat officieel dóór en de subregio Hengelo laat daar geen gras over groeien. Op vrijdag 23 juni kwam een grote groep gemotiveerde medewerkers van C.T. Stork College bij elkaar, van techniekdocenten en projectleiders tot en met de regioleider. In een veelzijdige brainstorm werd er zowel positief teruggekeken alsook plannen gemaakt voor de toekomst. Zoals voor een compleet nieuw initiatief: het Robot Battle Lab! ‘Out of the box’ meedenken Cindy te Raa en Tom Blaauwgeers zijn de beide projectleiders voor de subregio Hengelo en zij organiseerden de brainstorm. Cindy legde uit wat de toekomst is voor STO en nodigde alle deelnemers uit vooral ‘out of the box’ mee te denken. Via het digitale prikbord Padlet gaven de deelnemers met hun mobiel antwoord op een aantal vragen: Wat is er door STO binnen de profielen veranderd en wat gaat de subregio tot 1 januari 2025 nog ontwikkelen vanuit STO? Immers, 2024 is een bijzonder tussenjaar voor STO, voorzien van extra subsidie. En ook: wat heeft STO jou als persoon gebracht? Tot slot kwamen er via Padlet ook veel goede suggesties binnen voor de planvorming voor de STO-periode 2025-2029. Extra aandacht voor de komende STO-jaren krijgen bijvoorbeeld een hogere instroom van meisjes in de techniek en meer ouderbetrokkenheid om bij hen een positiever beeld van techniek te creëren. Ook voor deze specifieke uitdagingen zal de subregio Hengelo gerichte activiteiten ontwikkelen. Nieuw: Robot Battle Lab Tot slot lichtte regioleider Benno Hams nog een bijzondere ontwikkeling toe: “Het basisonderwijs betrekken bij ons technisch onderwijs is en blijft een belangrijk doel van STO. We zien dat jonge leerlingen vooral tot techniek en technologie worden aangetrokken als er bij hun kennismaking hiermee een competitief spelelement in zit. Het voornemen van C.T. Stork College is dan ook om binnen de school een ruimte te ontwikkelen voor een Robot Battle Lab. Een plek waar po-leerlingen met elkaar de sportieve strijd aangaan met behulp van onweerstaanbare robotachtige technologie.” Afsluitende barbecue Na al het brainstormen en het ‘proefdraaien’ in het Robot Battle Lab was het tijd voor een barbecue. Op het buitenterrein van C.T. Stork college bleek al snel dat de STO subregio Hengelo niet alleen een actieve regio is, maar ook gewoon heel gezellig! Ook jouw STO subregio kan brainstormen met Padlet! Marieke Rinket, programma manager STO Twente, stuurt de Padlet met de genoemde vragen kant-en-klaar toe aan de vier andere subregio’s van STO Twente. Een ideale tool als ook zij een dergelijke brainstormsessie willen organiseren. Ook in het regioleidersoverleg kwam deze manier om ideeën te vergaren inmiddels aan de orde. MENU

  • Keuzevak dronetechniek van start op Het Noordik Vroomshoop

    Keuzevak dronetechniek van start op Het Noordik Vroomshoop Het Noordik in Vroomshoop is op 1 februari gestart met het Keuzevak ‘Dronetechniek 1, vliegen met een drone in een beroepssituatie’. Zes weken lang op de woensdagmiddag verzorgd door gastdocent Peter Weideman van het Almelose Omnis College: “Voor mij is dit een pilot om te zien hoe het is om dit keuzevak school-overstijgend te geven. Wij werken hiermee in de bovenbouw langzaamaan toe naar beroepsmatig dronevliegen. De eerste indrukken zijn heel positief.” Werken aan lijn voor droneonderwijs Peter Weideman is docent aan het Omnis College in Almelo. Met Simon Uiterwijk Winkel introduceerde hij eerder drones in de onderbouw onder de vlag van Sterk Techniekonderwijs Almelo e.o.: “Een ambitie was om dronelessen ook in de bovenbouw te kunnen aanbieden. Daarmee zouden we op dit onderwerp een doorgaande lijn realiseren: in de onderbouw met de focus op kennismaken met drones en in de bovenbouw de diepte in op basis van de kerndoelen. In de bovenbouw zou dan het accent kunnen liggen op concrete beroepsbeelden gekoppeld aan drones. Daarom heet dit keuzevak dan ook Keuzevak ‘Dronetechniek 1, vliegen met een drone in een beroepssituatie’.” Nieuwe toevoeging aan bundeling keuzevakken op de woensdagmiddag Eric Raanhuis benaderde Peter Weideman met het verzoek het Keuzevak Drones in Vroomshoop te komen geven: “Daar hebben we uiteraard positief op gereageerd. Dit keuzevak geven we op woensdagmiddag en is school-overstijgend. Hiermee is dit een actuele aanvulling op het succesvolle concept van de STO subregio Almelo e.o. waarbij leerlingen van meerdere vmboscholen het keuzevak van hun voorkeur op woensdagmiddag op een collega-vmboschool kunnen volgen.” Peter geeft dit keuzevak op Het Noordik en neemt in één moeite door een leerling mee van het Alma College: “Deze leerling heeft veel interesse in dronetechniek. Samen met de leerlingen van Het Noordik hebben we momenteel een gemotiveerd en geïnteresseerd clubje waar ik dronetechniek aan mag geven.” Mocht daar ruimte voor zijn, dan wil Peter Weideman het keuzevak Dronetechniek ook graag op zijn eigen school gaan aanbieden. Positieve ervaringen Peter is positief, zowel over het keuzevak drones zelf alsook over het school overstijgende facet hiervan: “Leerlingen zijn leerlingen, van welke school ze ook komen. Wat je ziet, is dat dit onderwerp de leerlingen grijpt en daardoor is de sfeer heel goed. Er doen ook leerlingen mee die door dit keuzevak zelfs langer les hebben dan zij normaal gesproken zouden hebben. Die keuze maken zij heel gemotiveerd zelf. Leerlingen geven bij mij aan dat ze dit keuzevak nog leuker vinden dan zij vooraf hadden gedacht.” Bewuste afwisseling tussen theorie en praktijk Zoals Peter eerder aangaf, maken de leerlingen in de onderbouw kennis met drones: “Vervolgens werken zij in de bovenbouw langzaamaan toe naar beroepsmatig dronevliegen.” Inhoudelijk vliegt Peter dit Keuzevak net iets anders aan dan hoe Stichting Platforms VMBO het voor dit onderwerp heeft opgesteld: “Dit platform geeft de kerndoelen voor dit keuzevak en focust vooral op het behalen van je A1-A3 en A-2 certificaat. Maar daarmee geef je vmbo-leerlingen grotendeels een theoretische basis mee. Onze leerlingen zijn hoofdzakelijk basis- en kaderleerlingen. Die zijn niet direct gebaat bij 85% van de lestijd luisteren en toetsen maken. Wij hebben onze aanpak veel breder getrokken en daarmee voldoen we tegelijkertijd aan alle gestelde kerndoelen.” Ook buiten aan de slag Bijvoorbeeld de eerste les ging over spelen met drones in de klas, geeft Peter aan: “Onze insteek? Het krijgen van het juiste fingerspitzengefühl regelmatig afgewisseld met een stukje theorie.” En de beroepsgerichte aanpak? Peter: “We zijn met de leerlingen al naar buiten geweest. Ik beschik hiervoor over een busje, wat uiteraard handig is. Bij Engbertsdijkvenen hebben we met drones het veenlandschap in kaart gebracht, foto’s gemaakt en filmfuncties van de drones gebruikt. Eenmaal terug op school hebben we nog wat theorie doorgenomen en die combinatie valt prima bij de leerlingen.” Ambities voor volgend jaar Helaas halen deze leerlingen nog niet hun certificaat. Peter: “Maar dat is iets waar we wel volgend jaar naartoe willen werken als we dit keuzevak breder gaan trekken. Zoals gezegd: met onze aanpak voldoen we nu aan alle kerndoelen. Maar het zou nóg mooier zijn als we zowel bij het kennismaken met drones nog iets dieper op de theorie in kunnen gaan. Met als resultaat dat de leerlingen het certificaat kunnen behalen en nog beter voorbereid zijn op beroepssituaties. Voor drones ontstaan allerlei nieuwe baanmogelijkheden zoals zonnepanelencontrole waarbij je warmtebeeldcamera’s op een drone bevestigt. Hiermee voorkom je het handmatig en vaak ook risicovol doormeten op daken. Kortom, mogelijkheden genoeg!” Het groepje voor dit keuzevak telt nu vijf leerlingen. Peter: “Drone-les geven is een uitdaging in hele grote groepen. We streven voor volgend jaar naar een verdubbeling van tien leerlingen, met daarin een nog verdere verdieping van de beroepssituaties. Denk aan het uitnodigen bij dit keuzevak van het beroepenveld zoals de brandweer en de politie.” Docentenprofessionalisering Tot slot: dit Keuzevak optuigen en daadwerkelijk geven draagt ook bij aan de docentenprofessionalisering van Peter: “In de aanloop hiernaartoe hebben collega-docenten en ik zelf ook de certificeringen A1-A3 en A-2 behaald, dankzij de inzet van collega Erik van Bunnik. Dat biedt een hele mooie ondergrond. Zelf zou ik als docent, én als enthousiast privé-gebruiker van drones voor onder andere fotografie, nog verder op deze materie willen ingaan.” MENU

  • Leerlingen PIE bij Witte van Moort gastvrij aan de slag met lascobot

    Leerlingen PIE bij Witte van Moort gastvrij aan de slag met lascobot CSG Het Noordik Vroomshoop is voor haar technische vmbo-leerlingen actief met bedrijfsbezoeken, zoals ook op maandag 12 juni bij Witte van Moort (WvM). Dit familiebedrijf in Vriezenveen is wereldwijd bekend om haar geautomatiseerde plaatbewerking. Ruimhartig zette WvM haar poorten open voor 12 gemotiveerde studenten PIE uit leerjaar 3, onder leiding van Eric Raanhuis, hun docent PIE. Het hoogtepunt was het zelf mogen bedienen van een lascobot. Eric: “Cobot-techniek kunnen wij op school niet aanbieden, maar bij WvM gelukkig wel. Belangrijk, want nu ontdekken de leerlingen de nieuwste technologie die zij later in hun werk tegen zouden kunnen komen.” Complexe vormdelen en lassamenstellingen Voor toonaangevende internationale klanten ontwerpt en produceert Witte van Moort hoogwaardige persdelen en lassamenstellingen van plaatstaal. De processen die hierbij zijn betrokken, zijn o.a. dieptrekken, lasersnijden, lassen en oppervlaktebehandeling. Centraal staan het innovatieve machinepark en goed opgeleid personeel. De betrokkenheid bij de nieuwe generatie technici is groot, dus is ook CSG Het Noordik meer dan welkom. WvM nam in februari 2023 dan ook enthousiast deel aan Techniek Tastbaar op het Alma College in Almelo. Goed getimed: eerst een bedrijfspresentatie op school Om goed beslagen ten ijs te komen, heeft WVM de week voor het feitelijke bedrijfsbezoek op 12 juni, een bedrijfspresentatie gegeven voor de leerlingen van het Noordik Vroomshoop. Deze werd verzorgd door Daniel Brouwer, afdelingsleider Technische Dienst & Gereedschapmakerij en zijn collega Jacco Eshuis, afdelingsleider Plaatwerkerij. Deze bedrijfspresentatie vooraf op school, in plaats van tijdens het bedrijfsbezoek zelf, bleek een slimme en bewuste zet. Daardoor kwamen de leerlingen al goed geïnformeerd naar WvM én was er tijdens het bezoek aan WvM veel meer tijd voor een mooie rondleiding en het échte werk met de lascobot. Rondleiding De hartelijke ontvangst ging gepaard met een heldere veiligheidsinstructie. Daarna gingen de 12 leerlingen, verdeeld over twee groepen van zes, onder begeleiding van Daniel en Jacco de fabriek in voor een rondleiding. Jacco: “We maken hier graag tijd voor vrij, want wij vinden het belangrijk om ook de leerlingen van het vmbo zoveel mogelijk te interesseren voor techniek. In ons bedrijf zullen ze toch meer in werking zien dan op school en we hopen hen in de toekomst misschien te mogen verwelkomen als collega’s. Dat begint toch met dit soort praktische bedrijfsbezoeken. We bouwen steeds betere banden op met de scholen in de omgeving zoals nu met CSG Het Noordik Vroomshoop. Leerlingen van het Noordik Almelo en Noordik Vriezenveen hebben ons al eerder bezocht, evenals het Alma College.” Jeanine van Egten is HR functionaris bij WvM: “In ons bedrijf hebben we veel mbo-functies in de techniek en elke mbo’er in de techniek is ooit op het vmbo begonnen! Ook bieden we graag ruimte aan vrouwelijke medewerkers in de techniek. Op de afdeling Lakkerij werken nu drie dames. Vorig jaar heeft op de afdeling Plaatwerkerij een vrouwelijke student stage gelopen, dat beviel van beide kanten erg goed." Indrukwekkend Alle processen kwamen tijdens de rondleiding aan bod en wat opviel was de extreem hoge mate van automatisering van de processen voor plaatbewerking, vooral in de vorm van robots. De programmeurs die deze robots bedienen, worden daar intern voor opgeleid en hebben mbo-niveau. Er is heel veel kennis in huis en de serieproductie loopt 24/7 door. Om die productie maximaal gaande te houden, voert een eigen Technische Dienst alle reparaties uit. Dit voorkomt tijdverlies door uitbesteding. De rondleiding was indrukwekkend, vooral de meetrobot die in no-time ontelbaar veel foto’s maakt om de eindproducten te controleren. Ook tot de verbeelding spraken alle metaalbewerkingen die nodig zijn voor het produceren van onderdelen van heftrucks inclusief het op kleur poedercoaten. Op de Perserij werd er door de leerlingen zelf, deels met ouderwetse spierkracht, een metalen telefoonhouder geperst. Aan de slag met de lascobot Na de uitgebreide rondleiding gingen de leerlingen, nog steeds verdeeld over twee groepen, aan de slag met een echte lascobot. Uiteraard onder deskundige en veilige leiding! Een lascobot is in feite een compacte lasrobot en zeer geschikt voor eenvoudige repetitieve toepassingen. De leerlingen leerden hoe ze de lascobot zelf konden programmeren voor een geautomatiseerd stukje laswerk. Vervolgens voerden zij, ieder voor zich, het leggen van de las uit met de cobot. Een compleet nieuwe ervaring die strookt met de werkwerkelijkheid in de metaalsector waarin de lascobot steeds meer oprukt. Deze biedt interessant werk, want elke lascobot moet altijd nog geprogrammeerd worden door een operator, een mooie en uitdagende mbo-functie in de techniek. Witte van Moort…bedankt! Nadat het werk aan de lascobot erop zat, was er ruimte voor een praatje en een drankje. Vervolgens verzamelden alle leerlingen zich op het bedrijfsbordes voor een mooie groepsfoto. Wat ook niet onvermeld mag blijven is de royale goodiebag die alle leerlingen meekregen met daarin interessante technologische gadgets. Alle gastvrije medewerkers van WvM… Bedankt! www.wvm.nl MENU

Zoek

bottom of page