336 items gevonden
- Chocolate Challenge: basisschoolleerlingen ontdekken werk van procesoperator
990b950b-39a3-4b4f-8f66-613a05afcdef Chocolate Challenge: basisschoolleerlingen ontdekken werk van procesoperator Van april tot en met juni 2022 bezochten 20 klassen (groepen 7 & 8) van scholen verspreid over heel Enschede, het Technolab op de vmbo-locatie aan de Wethouder Beversstraat voor de Chocolate Challenge. De Chocolate Challenge maakt onderdeel uit van het STO-project 'De 7 werelden van procestechnologie' (7WPT). Dit is een meerjarenprogramma met onderwijsactiviteiten dat start in groep 3 van de basisschool. Dit meerjarenproject creëert samenhang door procestechnologie te verbinden met de voor de leerlingen herkenbare 7 werelden van techniek. Voortgekomen uit contact met Praktijkcentrum voor Procestechnologie Thomas Struik is PIE-docent aan het Bonhoeffer College aan de Wethouder Beversstraat in Enschede: “We wilden bij de start van STO Twente Procestechniek als keuzevak opzetten binnen PIE. Vanuit STO Twente kwam ik vervolgens in contact met Andy van Dissel, de projectmanager van het Praktijkcentrum voor Procestechnologie. Dat keuzevak draait dit jaar voor het eerst. Eén van de activiteiten daarbinnen is een basisschoolactiviteit: de Chocolate Challenge. Bedoeld om techniek op de basisscholen te promoten. Het Praktijkcentrum voor Procestechnologie zocht een nieuwe partner om het gave proces- en productiesysteem achter de Chocolate Challenge na corona weer in te zetten. Wij kwamen toen op het idee om ons Technolab aan de Wethouder Beversstraat hiervoor ter beschikking te stellen.” Terugkerend event in Technolab 1 en 1 werd snel 3 en de Chocolate Challenge krijgt een jaarlijks terugkerende vaste plek in het Technolab. Thomas: “Verleden jaar draaiden we al voorzichtig een pilot, maar lieten de basisscholen het door corona afweten. Toen hebben we ervoor gekozen met onze eigen leerlingen intern aan de slag te gaan met de Chocolate Challenge. En nu dus voor het eerst met de basisschoolleerlingen.” Speelse ontdekking van rol van procesoperator Tijdens de Chocolate Challenge ervaren de leerlingen wat een procesoperator doet en komen zo in aanraking met dit beroep. Thomas: “De Chocolate Challenge draait om de spannende competitie tussen groepjes leerlingen. Zij kregen de opdracht om zo snel mogelijk - en volledig geautomatiseerd - bakjes met een bepaald aantal gekleurde knikkers (M&M's) te vullen en te verpakken. Hierbij maakten ze gebruik van drie mechanische opstellingen. De kunst was die zo goed mogelijk af te stellen en aan te sturen vanuit één terminal. De leerlingen maken zo op een speelse, spannende manier kennis met de rol van procesoperator. PIE-leerlingen als trainer Tijdens deze activiteit werden groepjes begeleid door bovenbouw leerlingen van het vmbo. Om precies te zijn: leerlingen uit PIE die het Keuzevak Procestechnologie volgen. Thomas: “Zij kregen hiervoor een speciale training en dit was voor hen een unieke kans om basisschoolleerlingen enthousiast te maken voor techniek. Ze deelden in hun rol als trainer hun technische skills. Daardoor kwamen er bij deze leerlingen weer nieuwe en vaak onvermoede talenten naar boven.” De ervaringen zijn geweldig, benadrukt Thomas: “De basisschoolleerlingen en hun leerkrachten zijn enthousiast en wij ook! Het leuke is dat de leerlingen hier met alle technieken kennismaken. Want ze komen in het Technolab, maar ook in de werkplaats. Kortom, een project dat binnen het activiteitenplan van STO Twente heel veel aspecten raakt.” MENU
- Hans Meinders met pensioen: boegbeeld STO Twente blikt terug en ziet de toekomst in vertrouwen tegemoet
ac21d2c6-9250-4a7e-8e16-53ccc1ad5804 Hans Meinders met pensioen: boegbeeld STO Twente blikt terug en ziet de toekomst in vertrouwen tegemoet Na een gevarieerde loopbaan van 45 jaar in het onderwijs ging Hans Meinders in april met pensioen. Zijn laatste werkzame jaren stonden onder andere in het teken van STO Twente. Als projectleider/penvoerder stond hij in Twente aan de wieg van dit grootschalige project. Tijd voor een terugblik: “Wat ons enorm helpt, is dat we de goede mensen aan boord hebben. Van docenten op de werkvloer tot en met de projectleiding en stuurgroep. Hoe we de grote STO-regio Twente bij elkaar houden? Ik denk met gezond boerenverstand en vertrouwen.” Hans doorliep een veelzijdige carrière in het onderwijs. “Ik begon als sportleraar, werd docent biologie en rondde uiteindelijk een studie onderwijsmanagement af. Vanaf 2005 mocht ik adjunct-directeur zijn van Twents Carmel College (TCC), locatie Potskampstraat.” Hans pakte rond 2019 op eigen initiatief de allereerste voorbereidingen voor STO Twente op: “Ik herinner mij nog goed in 2019 de eerste plenaire overleggen met de vertegenwoordigers van de vijf subregio’s.” Al snel kreeg TCC het verzoek het penvoerderschap op zich te nemen en werd Hans gevraagd als projectleider/penvoerder de kar te trekken, hierin volledig gesteund door de stuurgroep. STO Twente was van meet af één van de grootste STO-regio’s in Nederland. Hans: “OCW vroeg zich af hoe wij al die kikkers in de kruiwagen zouden houden. Hoe we de 21 deelnemende scholen de afgelopen jaren inderdaad wisten te verbinden? Met gezond boerenverstand en vertrouwen, denk ik. Wat mij verheugt, is dat de verbinding tússen de deelnemende vmbo-scholen enorm is verbeterd. Ik zie dat de scholen elkaar ontmoeten, elkaar weten te vinden en vanuit het STO-perspectief van elkaar leren. Deels omdat we dit organiseren zoals via de STO Cafés en de regelmatige bijeenkomsten tussen de STO regioleiders, maar ook ontstaan deze verbindingen organisch.” Typisch Twents teamwork Hans benadrukt dat STO Twente teamwork is: “We hebben de goede mensen aan boord gekregen. Neem Marieke Rinket als programma manager. Zij is inhoudelijk heel sterk in het externe onderwijsveld en weet daar goed op te sturen. Thaisa Rougoor voert alle kwaliteitscontroles op een professionele manier uit. En met Corné Luijkx hebben we een uitstekende financiële professional binnen STO Twente. Met Robert Vreijsen van Aavas subsidieadvies kregen we een heel goed administratiekantoor aan boord. Robert en Corné borgen dus alle financiële en administratieve verantwoording, cruciaal bij een subsidieproject van deze omvang. Ook laten we regionaal en landelijk met onze gerichte en frequente communicatie zien dat er hier heel veel gebeurt binnen STO Twente. Die consequente beeldvorming naar buiten toe, zoals naar OCW en de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I), is belangrijk.” Hans somt in vogelvlucht enkele verworvenheden van STO Twente tot nu toe op: “Een betere technische inventaris in de scholen en eveneens meer samenwerking tussen de scholen. Ook wordt er meer geleerd buiten de scholen en in de bedrijven en zien we meer mensen uit het bedrijfsleven in de scholen.” Goed getimed moment voor pensionering De beëindiging van de eerste subsidieperiode van STO was oorspronkelijk gepland op 1 januari 2024. Hans: “Ik voorzag dat die datum mooi kon samenvallen met mijn pensioengerechtigde leeftijd. Dit leek mij een goed moment voor de afronding voor mij van dit project dat ik ook heb mogen helpen starten.” Echter, inmiddels is de einddatum van de eerste subsidieperiode verschoven. Eerst naar 1 juli 2024 en vervolgens naar de verwachte, maar nog niet formeel vastgestelde datum 1 januari 2025, mede doordat corona de start van STO vertraagde. Op grond van die verschuivingen zou de afronding van de eerste fase van STO Twente alsnog ná de pensioengerechtigde leeftijd van Hans komen te liggen. Daarom besloot Hans eerder met pensioen te gaan, en wel in april 2023. Hans: “Dit biedt de kans aan een nieuwe projectleider/penvoerder om mijn werk over te nemen in de nog lopende eerste periode en goed voorbereid te starten aan de twééde subsidieperiode voor STO.” Nieuwe verdeling van taken Hoe krijgt de organisatie van de projectgroep voor STO Twente vorm met het vertrek van Hans? “Marieke neemt meer inhoudelijke taken op zich en dat geldt ook voor Corné. Marjan Weekhout, rector van TCC, neemt mijn rol als verbindende projectleider/penvoerder over. Zij is al goed ingevoerd omdat zij eveneens voorzitter is van de stuurgroep van STO Twente. De continuïteit is dus geborgd.” Aandacht voor tussentijds extra budget Overigens koppelde de minister aan de tweede verschuiving van de einddatum van de eerste periode van 1 juli 2024 naar 1 januari 2025 een éxtra budget voor een heel jaar. Althans, dit bericht bereikte STO Twente in de wandelgangen. Hans: “Een opmerkelijk voornemen, een soort tussentijdse financiële sprint. Eén van mijn laatste acties als projectleider/penvoerder in april 2023 was om met de Twentse regioleiders en de financials te brainstormen over hoe we dit tussentijdse extra budget zo zinvol mogelijk kunnen besteden. Let wel: de formele bevestiging van dit tussentijdse extra geld en onze bijbehorende inspanningsverplichting is er nog niet.” Hans tekent nog iets aan: “Elke euro subsidie willen we maximaal effectief en integer besteden. We geven geen geld uit omdat we het geld nu eenmaal hebben.” Vooruitblik naar tweede STO-periode De tweede periode van STO loopt in principe van 2025 tot 2029. Hans: “De eerste periode was een transitieperiode voor de minister om te zien wat wel en niet werkt binnen STO. En wat wel werkt kan doorgezet worden, wellicht met wat bijsturing. Daarom is er ook altijd gesproken over structurele gelden die niet aan de lumpsum worden toegevoegd. Dit betekent dat wij STO Twente vanaf de start niet aanvlogen als een project met een einddatum, maar al vanaf dag één als programma dat langer zou doorlopen. We overleggen voortdurend over hoe de inmiddels opgestarte activiteiten zijn te bestendigen voor de langere termijn. Mooi ingerichte Technolabs? Prima, maar we willen ook borgen dat deze over vier jaar nog een actuele functie hebben. Die lange termijn visie vanuit het fundament van een doorlopend programma en niet vanuit een eindig project tekent onze aanpak.” Nieuwe STO-geoormerkte gelden Voor de periode 2025 – 2029 verwacht Hans dat dezelfde verdeelsleutel zal opgaan: “Het aantal leerlingen in de techniekprofielen per school bepaalt hoeveel middelen de school krijgt. Ook voor de tweede periode geldt dat het geen lumpsum zal zijn, maar STO-geoormerkte gelden. Tegelijkertijd wachten we nog steeds op de officiële uitleg van de minister over hoe we geacht worden de tweede periode van STO aan te vliegen. De ministeriële brief hierover is al in de zomer van 2022 aangekondigd en tot op heden uitgebleven. Dit is niet echt productief vanuit onze kaders, richtlijnen en werkwijzen. Veel STO-activiteiten en -investeringen gaan óver de eerste subsidieperiode heen. Denk aan financiën, afschrijvingen en vooral ook personele verplichtingen die we aangaan. Bestuurlijk en financieel gezien betekent dit voor STO een soort stilstand, want we gaan pas verplichtingen aan als we zeker weten dat we daar de gelden voor gaan ontvangen.” Planningsspagaat vmbo-scholen Hans kan goed begrijpen dat deze luwte tot onzekerheid kan leiden. Hans: “Vooral ook omdat de deelnemende vmbo-scholen traditioneel in het voorjaar, dus nú, bezig zijn met het inrichten van het komende schooljaar, gebaseerd op het verwachte aantal leerlingen en aantal benodigde docenten. Er is nu heel weinig tijd om hierop te anticiperen vanuit STO Twente. Want STO Twente is vooral ménsenwerk waarvoor we collega’s vrijmaken die al heel druk zijn met hun reguliere werk. Daarom is het zo jammer dat de minister talmt met de officiële bevestiging van de toegezegde gelden.” Voordeel van twee petten Hans had tijdens de afgelopen periode twee petten op die hem enorm hebben geholpen: “Enerzijds was ik projectleider/penvoerder voor STO Twente, anderzijds zat ik aan tafel bij de schoolleiding van Twents Carmel College, locatie Potskampstraat. Waarbij de Oldenzaalse STO-belangen onder de goede hoede zijn van Marjolein Wolbers. Ik stond dus ook nog met één voet in de school. Daardoor zag ik op TCC wat de impact is van STO Twente op de dagelijkse praktijk binnen de school. Een voorbeeld? Ik wist uit ervaring wat het betekent als je besluit om het primair onderwijs in je school uit te nodigen. Dat gevoel en inzicht hebben geholpen. Het biedt een groot voordeel als je het projectleiderschap voor een dergelijk groot programma niet uitbesteedt, maar binnen je eigen onderwijsveld houdt. Dit besluit heeft ons erg geholpen. Zo kon ik bijvoorbeeld Marieke Rinket adviseren over de gevolgen binnen de scholen van bepaalde beslissingen vanuit STO Twente. Na 45 jaar in het onderwijs weet je de achtergrond van zaken en waarom bepaalde dingen in het onderwijs lopen zoals deze lopen.” Monitoren met stoplichtmodel Alle activiteiten en aandachtspunten binnen STO Twente worden regelmatig gemonitord: “Vanuit de projectgroep maken we regelmatig een rondje langs de vijf subregio’s. Kernvraag? Doen we de goede dingen en doen we die goed? We gebruiken daarvoor per subregio een stoplichtmodel: heb je je doelen gehaald? Ben je onderweg? Of sta je nog ver af van realisatie? Elke activiteit is daarmee helder voorzien van een visueel signaal. Dit is voor intern gebruik, maar ook als onderlegger voor midterm reviews en voortgangsrapportages. Het werkt motiverend en activerend. Uiteraard leveren we op inhoud en financiën ook voortgangsrapportages aan DUS-I aan.” Pensionering: emotioneel een grote stap Hoe ervaart Hans het besluit om met pensioen te gaan? “Rationeel nam ik het besluit snel, emotioneel heb ik langer de tijd nodig gehad om het te laten bezinken. Binnen het onderwijs heb ik 45 jaar met veel plezier en met fantastische collega’s mogen samenwerken. Het is, denk ik, begrijpelijk dat ik dit leven ga missen. Kiezen is ook verliezen.” Inmiddels ziet Hans zijn pensionering als een, zoals hij het zo mooi zegt, ‘wenkend perspectief’: “Ik kan meer tijd aan mijn kinderen en kleinkinderen besteden. Bijvoorbeeld mijn dochter ga ik helpen bij een verbouwing. Ook hoop ik ruim baan te kunnen maken voor twee grote hobby’s van mij: fietsen en meubels maken. Voor dit laatste heb ik thuis een werkplaats met nagenoeg alle bewerkingsapparatuur.” Leerzaam: meedraaien op de werkvloer In het eerste jaar waarin Hans vanwege zijn leeftijd op vrijdag vrij was, draaide hij mee in een BWI-klas alsof hij één van de leerlingen was: “Te midden van hen en hun docenten heb ik de nodige technische kneepjes opgepikt, zoals voor het goed en veilig bedienen van machines. Het is heel leuk en leerzaam om gewoon eens met een klas mee te draaien. Zo ontdekte ik jonge leerlingen die met houtbewerking een werkstuk slimmer en sneller aanpakken dan ik! Maar ook zie je hoe beslissingen op managementniveau daadwerkelijk uitpakken in een klas. Mijn conclusie na dat meedraaien? We hebben hier op TCC hele leuke, aardige leerlingen én bevlogen docenten!” MENU
- Technolab Rijssen boekt succes met brede aanpak
82e42a75-3c52-466f-b070-7a42d70b6a42 Technolab Rijssen boekt succes met brede aanpak In alle subregio’s van STO Twente zijn Technolabs actief. We namen speciaal een kijkje in het Technolab van CSG Reggesteyn. Wat is hun aanpak? De instructeurs René Nijkamp en Danny Rouwenhorst vertellen er enthousiast over: “De kunst is je doelgroep voor je Technolab zo breed en gevarieerd mogelijk te maken.” Collega’s tippen over de mogelijkheden Het Technolab in Rijssen ziet de mogelijkheden ruim. René en Danny: “Een voorbeeld? We hebben 3D-pennen, deden er weinig mee en tipten de collega’s van CVK. Zij gingen er enthousiast mee aan de slag, zoals nu bij handvaardigheid. De leerlingen tekenen in 3D op papier de zonnebloemschilderijen van Van Gogh of het Melkmeisje van Vermeer na.” Het Technolab ontvangt momenteel evenveel leerlingen uit het basisonderwijs als kader-/basisleerlingen van de eigen school: “We doen er heel veel aan om het Technolab te integreren in de school. Wat daarbij helpt, is dat we fysiek een centrale plek in de school hebben. Iedereen loopt erlangs en er zijn bij ons nagenoeg altijd wel activiteiten. Dat geeft aandacht en betrokkenheid.” Integratie met AVO-vakken Ook inhoudelijk ziet het Technolab de integratie in de school breed: “Neem de algemeen vormende (AVO) vakken. Die betrekken we er volop bij. Bijvoorbeeld de leerlingen krijgen tijdens hun Engelse les een speciale lesbrief waarbij we de taal integreren met technologie. Zij maken bijvoorbeeld een ontwerp van iets uit Engeland en tekenen dat vervolgens in 3D. Naast de lesstof uit de boeken vult het Technolab dit voor deze leerlingen aan met een stukje creativiteit, onder ander met de inzet van het 3D-tekenprogramma Thinkercad of SketchUp. De docent Engels maakt die lesbrief zelf, maar als docenten van andere AVO-vakken daar hulp bij nodig hebben dan ondersteunen wij hen hier vanuit het Technolab graag bij.” Andere AVO-vakken die ook betrokken worden bij het Technolab zijn onder andere Nederlands waarbij de leerlingen bovenbouw vanuit een speciale lesbrief aan de slag gaan met Lasersnijden. De leerlingen lezen drie boeken, kiezen er één uit en ontwerpen een eigen voor en achterkant van het boek. Daarna wordt deze gegraveerd en gesneden op de lasersnijder. Met de onderbouw verzinnen ze een verhaal, programmeren een robotje dat het begin, midden en slot van hun gekozen verhaal uitbeeldt. Vervolgens presenteren ze dit aan het eind. Bijblijven met ontwikkelingen Het Technolab in Rijssen is rijk voorzien van technologie. Maar zijn er nog wensen? René en Danny: “Voor nú dekt de technologie die we hebben in het Technolab de lading. Maar technologie staat niet stil, dus we monitoren heel scherp waar het in de arbeidsmarkt naartoe gaat. Daarmee willen we bijblijven. Een trend die wij zien? De energietransitie. Dat is een hot item. Dus hebben we waterstofkits aangeschaft om daar de leerlingen mee kennis te laten maken. Momenteel ontwikkelen we hiervoor een totaalpresentatie waarmee we de leerlingen alle mogelijkheden en energiestromen laten ontdekken. En uiteraard kunnen ze hiermee aan de slag en zelf ontdekken dat er meer mogelijk is met waterstof dan ze nu misschien denken.” Succes met Maakboek In het Technolab in Rijssen bieden René en Danny in principe klant-en-klare workshops aan: “Ook hebben we met veel succes het Maakboek voor het basisonderwijs geïntroduceerd. Dit zich ontwikkelende portfolio voor leerlingen is supergoed ontvangen. We kiezen er hierbij bewust voor niet alleen in ons Technolab de proefjes te laten doen door de leerlingen, maar ook bij hen op school zelf. Hier hebben we uitleenboxen voor samengesteld. Daarmee hebben de lagere scholen direct alles voorhanden om met het Maakboek aan de slag te gaan. Die mix werkt heel goed en hebben we gemaakt op basis van de proefjes die het Maakboek aanreikt. Dit maakt de drempel voor groepen 7 en 8 van de basisscholen om met ons Technolab samen te werken nóg lager. Doen de leerlingen van groep 7 de eerste workshop uit het Maakboek bij ons? Dan krijgen ze vervolgens dit Maakboek van ons mee. Ook hebben we via het boekingssysteem een uitleen van diverse dingen, omdat niet elke lagere school alles in huis heeft en het dan niet hoeft aan te schaffen. Of wanneer alle scholen allemaal hetzelfde hebben en dit misschien maar twee keer per jaar gebruiken. Dus voor wat betreft kosten heeft dit ook voordelen. Maar ook onze eigen NASK-docenten vinden het Maakboek fantastisch, voor hun eigen lessen halen zij hier ook van alles uit. De workshops boeken ze laagdrempelig via ons boekingssysteem voor het Technolab dat is gekoppeld aan de site van CSG Reggesteyn.” Docentenontwikkeling Hoe houden René en Danny hun eigen kennis op peil? “Neem waterstof dat we eerder noemden, daar volgden we zelf ook workshops voor. Zo zijn we laatst met het team van M&T van Reggesteyn naar Arnhem geweest voor een cursus waterstof. Maar ook volgen we trainingen voor elektrische voertuigen. Verder hebben we intern trainingen gevolgd voor W&T-coördinatoren. Daarvan hebben we er nu drie op Reggesteyn, bedoeld om ook de rechtstreekse link naar het basisonderwijs te maken dat écht iets met W&T moet doen. Daarvoor is het Maakboek ook nuttig, want dat dekt in één keer alles af voor W&T.” Over kennisontwikkeling gesproken: Danny volgt naast zijn werk in het Technolab ook nog de opleiding tot tweedegraads docent M&T. Op vrijdag worden René en Danny in het Technolab ondersteund door collega-instructeur Adriaan van Dijk. Rustige ruimte voor extra begeleiding leerlingen Tot slot noemen René en Danny nog een onvermoed voordeel van hun Rijssense Technolab: “Het is een mooie, rustige ruimte. Er komen hier ook leerlingen binnen om even in alle rust iets voor school te doen, en dat mag. En soms zitten leerlingen even in een moeilijke fase. Er speelt thuis iets of op school loopt het even niet lekker. We merken dat lekker aan de slag gaan in het Technolab en een luisterend oor van onze zijde zo’n leerling net even een zetje in de goede richting kan geven.” MENU
- C.T. Stork College opent Technolab voor vmbo 1 en 2
fe596063-506d-4e21-84d5-45c8a9ec660e C.T. Stork College opent Technolab voor vmbo 1 en 2 Feestelijk en drukbezocht: dát was de stemming op dinsdag 21 september in het gloednieuwe Technolab voor vmbo 1 en 2 op het C.T. Stork College in Hengelo. En wel zo bijzonder: deze flexibele vmbo-school telt inmiddels meerdere Technolabs. MENU
- Eerste techniek onderwijsdag: bedrijven presenteren zich in het vmbo
73614905-ceb4-4ed1-95e5-8a5e4258628c Eerste techniek onderwijsdag: bedrijven presenteren zich in het vmbo Vrijdag 17 september was voor leerlingen van het profiel PIE op het Twents Carmel College locatie Potskampstraat in Oldenzaal een speciale onderwijsdag. Vijf bedrijven kwamen op bezoek om uitleg te geven over welke rol ze spelen in de keuzevakken die het vmbo de leerlingen biedt. Verder legden zij uit wat ze doen en welke werkkansen er bij hen voor leerlingen in de techniek liggen. Verder gingen de leerlingen concreet aan de slag. Maurits Westerik, docent PIE Elektro- en Installatietechniek: “Onze leerlingen hebben niet alleen uitleg nodig, maar willen ook heel graag praktisch wat doen. De bezoekende bedrijven speelden hier enthousiast op in.” Maurits schetst graag de achtergrond: “Ik maak deel uit van de STO-werkgroep hybride docenten. Op het Twents Carmel College hebben we inmiddels hybride docenten aan de slag. Wel merk je soms dat techniekbedrijven wat koudwatervrees hebben om hun werknemers ter beschikking te stellen als hybride docent. Ze hebben vaak volle werkportefeuilles en elke techniekkracht is nu bij de bedrijven hard nodig. Tegelijkertijd willen ze graag uit de vijver met jong techniektalent vissen. We zien dat deze groep bedrijven openstaat voor gastlessen en bedrijfsbezoeken. Dat is voor hen een overzichtelijke en afgebakende activiteit. Deze bedrijven komen we graag tegemoet door hen uit te nodigen voor een bezoek aan het Twents Carmel College.” Er is dus bewust voor deze aanpak gekozen, om bedrijven op school te laten komen. Hiermee wordt voldaan aan de doelen die gesteld zijn vanuit STO bij dit onderdeel, naast de hybride collega’s, en houdt de docent zelf de regie. Enthousiasme van beide kanten Met die insteek vond 17 september de eerste onderwijsdag plaats. Achterbosch Machinebouw, Steggink Metaal B.V., Lassche & Keizer, RIWO Engineering en Lammerink Installatiegroep kwamen langs om zichzelf enthousiast te presenteren aan de PIE-leerlingen. Drie bedrijven gaven hun presentatie op het PIE-plein en twee in het gloednieuwe Technolab. Voor de zomervakantie waren zij al langs geweest om met Maurits en zijn collega’s een rondgang te maken en de mogelijkheden voor hun presentaties te verkennen. Maurits: “In een tijdblok van 1,5 uur liet elk bedrijf aan groepjes van ongeveer 15 leerlingen zien wat ze doen en maken en presenteerden zij hun toekomstplannen. En vooral ook: als je daar later werkt, wat zijn dan eigenlijk concreet je techniekwerkzaamheden?” De leerlingen deden enthousiast mee en stelden volop vragen. Meer praktische context rondom keuzevakken Ook belangrijk: de techniekbedrijven gaven aan welke rol ze spelen in de keuzevakken die het vmbo de leerlingen biedt. Maurits: “Hierdoor kregen deze keuzevakken voor onze PIE-leerlingen veel meer context en zagen zowel docenten als leerlingen mooie en vooral praktische toepassingen. De bedrijven legden uit hoe een keuzevak zich verhoudt tot de concrete werkzaamheden. De bedrijven werkten graag mee aan deze techniek onderwijsdag vooral door het groeiend gebrek aan technici en vanuit hun maatschappelijke verantwoording, benadrukt Maurits: “Uiteraard vergt het een inspanning van de deelnemende techniekbedrijven, maar we merken toch dat ze het belang ervan inzien. Vooral ook als een investering in ons Twentse bestand van technici voor de lange termijn.” Aan de slag! Een schot in de roos was dat de leerlingen met de bedrijven concreet aan de slag konden. Maurits: “De twee metaalbedrijven onder de vijf bedrijven gaven aan het metaallokaal te willen gebruiken om daar met de PIE-leerlingen concreet te werken zoals aan de draaibank of met een lasdemonstratie. Lassen doen we normaal ook wel in de les. Maar door de uitleg van een extern iemand en de toepassing, wordt het extra interessant. Ze hebben niet alleen theorie nodig, maar willen ook heel graag praktisch wat doen. Bijvoorbeeld Lammerink Installatiegroep had vijf demomodellen op het gebied van domotica meegenomen. Ook mochten de leerlingen een aantal beveiligingscamera’s leren besturen die waren opgehangen in het Technolab.” Eveneens nuttig voor techniekdocenten Binnen STO Twente is ook aandacht voor de verruiming van kennis van techniekdocenten. Maurits: “Neem de praktische uitleg van koeltechniek die we van Lassche & Keizer kregen. Die vormt een nuttige aanvulling op de lesmethoden die we hiervoor hanteren. Ook kregen we hun demomateriaal dat wij weer in onze lessen kunnen gebruiken. Dus ook wij als techniekdocenten steken van zo’n onderwijsdag het nodige op.” Kortom, een dag voor herhaling vatbaar. Maurits: “Wellicht al in februari 2022 en dan weer met vijf andere techniekbedrijven.” Tot slot ook complimenten voor de leerlingen van klas 3 van de afdeling Horeca, Bakkerij & Recreatie. Zij zorgden voor soep en broodjes voor de bezoekende bedrijven én serveerden deze keurig netjes uit. MENU
- Opnieuw vmbo-leerlingen geslaagd voor Keuzevak Domotica
76c29a91-43c8-4618-b7d9-47fd123080f0 Opnieuw vmbo-leerlingen geslaagd voor Keuzevak Domotica Het Keuzevak Domotica/besturing wint binnen het vmbo aan populariteit. Twentse vmbo-scholen zijn hiervoor met hun leerlingen welkom bij SMEOT in Hengelo. Op woensdag 15 februari ontving opnieuw een groepje leerlingen van Het Stedelijk Alpha uit Enschede hun welverdiende certificaat na zich zes opeenvolgende weken op dit keuzevak te hebben gestort. Floor de Vries is docent/coördinator aan Het Stedelijk Alpha. Ook is zij betrokken bij Sterk Techniekonderwijs regio Enschede: “Vmbo-scholen in Twente bieden dit keuzedeel Domotica aan hun leerlingen aan onder de vlag van Sterk Techniekonderwijs. Onze leerlingen hebben dit keuzedeel afgerond met een bijpassend bedrijfsbezoek. Daarmee maken we dit keuzevak compleet. We zijn trots op deze samenwerking, maar vooral op onze leerlingen!” Alvast voorgesorteerd op industriële werkomgeving Domotica staat voor al het geautomatiseerde gebouwenbeheer in een woonomgeving. Zoals je licht, zonnescherm en verwarming digitaal, en op afstand, regelen. Ook in de utiliteit rukt domotica op, denk aan verpleeghuizen waarin dit soort technieken de zorgmedewerkers ontlasten. Hans Fokke: “Het Keuzevak Domotica is officieel vastgelegd in het vmbo-curriculum. Wel hebben we vanuit SMEOT wat andere accenten gelegd. Immers, met onze mbo-opleidingen zijn we meer industrieel gericht vanuit mechatronica.Daarom hebben we aan het Keuzevak Domotica ook een stukje industriële besturing toegevoegd, bijvoorbeeld om machines vanuit een programmable logic controller (PLC)-computer aan te sturen. Plus de toevoeging aan dit keuzedeel van het onderdeel pneumatiek, want dit wordt ook veel toegepast in industriële omgevingen.” Motiverende mix tussen theorie en praktijk Hans: “Het Stedelijk Alpha heeft het keuzedeel Domotica voor het tweede achtereenvolgende jaar bij SMEOT neergelegd. In februari rondde deze tweede groep het keuzevak succesvol af na een periode van drie dagdelen per week verdeeld over zes weken. Waarbij de opzet is gemiddeld één dagdeel theorie en twee dagdelen praktijk. Wel mixen we theorie en praktijk om de motivatie bij de deelnemende leerlingen maximaal te houden.” Complete werkopstellingen voor actuele simulatie werkomgeving SMEOT heeft een goed werkbare set up in huis om alle facetten van het keuzedeel Domotica compleet en aansluitend bij de werkpraktijk te kunnen geven. Hans: “Wij hebben hier praktijkopstellingen in huis die aansluiten bij de kerndoelen. Onder andere elektro/pneumatische opstellingen. Hiermee kunnen de vmbo-leerlingen zowel pneumatiek- als elektroschakelingen leren maken. Daarnaast hebben we nog opstellingen waarmee de leerlingen een stapje verdergaan en een pick & place-opstelling van Festo gebruiken. Dit noemen we MecLabs. De leerlingen sturen dit aan met een PLC zoals die ook gebruikt wordt in een industriële en domotica-omgeving. Vanuit een computer maken zij een programma en laten hiermee onderdelen bewegen.” Ook leggen de leerlingen zelf een stukje besturing met bedrading aan, benadrukt Hans: “Deze werkzaamheid op het vlak van aansluiting is een essentieel onderdeel van het Keuzevak Domotica.” Mochten de leerlingen langdurig geïnspireerd raken en op het mbo hierin doorgaan? Dan liggen er in relatie tot mechatronica en domotica mooie banen voor het opscheppen, van constructie van dit soort oplossingen tot en met het onderhoud ervan. MENU
- “Dankzij STO Twente kunnen we cruciale doelen realiseren”
bd61cd7a-4a8d-45da-bcbc-daf69cfea239 “Dankzij STO Twente kunnen we cruciale doelen realiseren” De STO subregio Rijssen-Holten draagt actief bij aan het realiseren van de doelen van STO Twente. We spraken daarover met Aart van ’t Veld, bestuurder van en eindverantwoordelijk voor CSG Reggesteyn. Ook is Aart lid van de Stuurgroep STO Twente: “Mijn aanbeveling voor de toekomst van STO Twente zou zijn, dat we ons met meer middelen concentreren op een minder aantal doelen.” Urgente doelen realiseren dankzij STO Twente Al vanaf de start van het STO-programma was het belang ervan voor Aart en zijn onderwijscollega’s evident: “We zijn een brede scholengemeenschap, van pro tot gymnasium, met daarbinnen een relatief grote technische vmbo-afdeling. We zagen en zien de nodige uitdagingen voor onze leerlingen in deze technische afdelingen. Enerzijds het dalend aantal leerlingen en anderzijds de urgentie om hen al op jonge leeftijd proberen te interesseren voor techniek en technologie. Dit op basis van een inspirerend en kwalitatief lesaanbod. Zonder extra inspanningen zou dat niet gelukt zijn, en met STO Twente kwamen die mogelijkheden in huis. Daarom waren we al vanaf het begin enthousiast over de mogelijkheden die STO Twente onze regio biedt.” Tussenstand STO Twente is inmiddels enige tijd onderweg. Durft Aart een tussenstand op te maken vanuit zijn regio? “Die tussenstand is wat mij betreft positief, met enkele kanttekeningen. Positief is dat we zowel Twente breed als in mijn eigen regio Rijssen-Nijverdal echt werk hebben gemaakt van de doorgaande leerlijnen. We hebben gericht ingezet op het al in het primair onderwijs onder de aandacht brengen van techniek en technologie. Zo bezoekt ook het primair onderwijs op onze uitnodiging ons Technolab in de vestiging in Rijssen. Een inspirerende plek om zowel leerlingen van onze eigen school als van basisscholen te laten ontdekken wat er allemaal met techniek en technologie mogelijk is.” Stimulerende rol van Kampus Eveneens noemt Aart het nieuwe initiatief Kampus in Rijssen: “Kampus wordt dé plek voor innovatief vakmanschap in West-Twente. Waar jong en oud hun talenten leren ontdekken én waar je alvast beroepen kunt ervaren. Ook Reggesteyn werkt hierin volop mee in de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid voor de doorgaande leerlijn vmbo-mbo. Een mooi voorbeeld? Onze BWI-leerlingen hebben inmiddels les op Kampus in plaats van in ons eigen schoolgebouw. En onze PIE-leerlingen gaan volgend jaar ook naar Kampus toe.” Pas op voor de wet van de remmende voorsprong De STO subregio Rijssen-Holten onderhoudt vanuit het onderwijs van oudsher stevige banden met het regionale technische bedrijfsleven. Aart: “Dat zit verweven met onze sociaal-maatschappelijke structuur. Het technisch onderwijs hier is bijvoorbeeld heel goed aangehaakt bij de opleidingscentra van de ondernemers. En vergeet niet: het helpt heel goed als je plaatselijke overheid daar een stimulerende rol in speelt. Maar, als bestuurder is dit positieve gegeven voor mij ook altijd een soort winstwaarschuwing. Pas namelijk op voor de Wet van de remmende voorsprong; je denkt dat je het redelijk op orde hebt, maar er blijft altijd ruimte voorhanden om nieuwe winst te behalen.” Aanbeveling voor dubbele verbreding Het is cruciaal dat we nu alle inspanningen en resultaten voor de komende jaren gaan verduurzamen, benadrukt Aart: “Dan is het goed als je probeert weg te komen bij het projectmatige karakter van STO Twente en structureel gaat leren denken en doen over deze materie. Vanuit mijn persoonlijke visie betekent verduurzamen ook inzetten op technologie en niet alleen op techniek. Daarbij aandacht houdend voor de technische doelen in het vmbo en tegelijkertijd kijkend naar andersoortige profielen. Ik pleit ervoor dat STO vanuit haar brede programma ook verder investeert, zoals de door ons gewenste investering in het Technasium. De subsidieverstrekker ziet dat anders, terwijl ik het juist toejuich om techniek en technologie breed onder de aandacht van jongeren te brengen. Kortom, ik pleit voor een dubbele verbreding van STO Twente: ruimer dan alleen de technische profielen en ook voor andere schoolrichtingen dan alleen vmbo.” Lokaal leerpunt Aart gaf al aan: de tussenstand van STO Twente ziet hij als positief-kritisch. Maar waar zit wat hem betreft dan het kritische element? “Dan noem ik een leerpunt voor de STO-subregio Rijssen-Holten zelf. In onze school, subregio en Twente breed zijn we allemaal heel enthousiast gestart met heel veel projecten. En dat is begrijpelijk. Maar minder is meer. Het gevaar is dat je door de brede verdeling van de uiteindelijk beperkte capaciteit versnippering in de hand werkt. Ik denk dat we de komende jaren het aantal doelen en projecten beter kunnen verminderen en daardoor aan nog meer kracht winnen.” MENU
- Techniek Tastbaar brengt het beste uit STO-regio Hengelo naar boven
372deb26-d31c-4993-bf54-d031c5b5949c Techniek Tastbaar brengt het beste uit STO-regio Hengelo naar boven Op vrijdag 28 oktober streek Techniek Tastbaar voor het eerst neer op het C.T. Stork College in Hengelo. Het event Techniek Tastbaar brengt techniekbedrijven, leerlingen van het basisonderwijs en vmbo én hun ouders in direct contact met elkaar. Zelf kijken, voelen en doen in de talloze stands van de bedrijven laat leerlingen met alle zintuigen ervaren hoeveel er mogelijk is met techniek en technologie. Breed verdeeld over technieksectoren Cindy te Raa, projectleider STO Hengelo: “Rond de 30 bedrijven uit Hengelo en omstreken deden mee, een mooi aantal. Bedrijven uit allerlei sectoren, zoals de bouw, maar ook meer technologische bedrijven uit de hoek van de science. Ook opleidingsbedrijven zoals SMEOT en REMO West-Twente verrasten de leerlingen met uitdagende doe-activiteiten. We hebben alle basisscholen uit onze regio uitgenodigd en bijvoorbeeld basisschool Hart van Slangenbeek met complete klassen op bezoek.” Na de leerlingen uit het basisonderwijs kwamen de eigen vmbo-leerlingen uit de eerste en tweede klas van C.T. Stork College langs. Evenals de leerlingen van de toeleverende scholen in Borne en Delden waarmee C.T. Stork College al jarenlang nauwe banden onderhoudt.” Tom Blaauwgeers, projectleider Sterk Techniekonderwijs regio Hengelo: “De kracht is dat we alle leerlingen met een gerichte opdracht langs de stands lieten gaan. Ze konden daadwerkelijk aan de slag en die opzet bleek zeer geslaagd. We hopen dat Techniek Tastbaar eraan bijdraagt dat leerlingen meer techniek en technologie ervaren en beleven door vooral te dóen.” Labmicta: behoefte aan technische collega’s Eén van de deelnemende bedrijven was Labmicta. Dit is een medisch microbiologisch laboratorium in Hengelo: “Op aanvraag van onder andere ziekenhuizen en huisartspraktijken onderzoeken we lichaamsmateriaal op ziekmakende virussen, bacteriën, schimmels en parasieten. Diagnostiek is de kern van Labmicta’s dienstverlening. Misschien associeer je techniek niet meteen met een medisch laboratorium, maar het speelt een belangrijke rol in het leveren van de beste infectiezorg aan patiënten. Onze analisten werken met geavanceerde machines en technieken, onze apparatuurbeheerders bewaken het onderhoud van alle machines en onze hele specifieke luchtkwaliteit. En wat dacht je van alle computerprogramma’s die data aan elkaar koppelen zodat zorgverleners snel de juiste uitslag krijgen? En de patiënt de juiste factuur? Alleen daarom al heeft Labmicta altijd technisch geschoolde mensen nodig. Nu en in de toekomst alleen nog maar meer. Want automatisering, digitalisering en robotisering spelen ook bij ons een steeds grotere rol. Onze technische collega’s komen vanuit allerlei richtingen: mbo, hbo of wo. Vooral de vraag naar mbo’ers zal groeien in de komende jaren, verwachten wij. Labmicta is geaccrediteerd voor verschillende wereldwijd erkende kwaliteitsnormen. Daarom werken ook onze technische collega’s stapsgewijs, volgens strikte procedures. Zo waarborgen we onze hoge kwaliteit.” Aan de slag in het lab “Tijdens Techniek Tastbaar lieten we leerlingen een aantal dingen doen, die ook op ons laboratorium gebeuren. Zoals het bekijken van luizen en teken onder een microscoop en het enten van platen waar vervolgens bacteriën op groeien. We lieten filmpjes zien van de state-of-the-art apparatuur die onze analisten op het lab gebruiken. Ten slotte beantwoordden we alle vragen over het werken op een medisch laboratorium. Techniek Tastbaar was voor Labmicta een mooie gelegenheid om aan de volgende generatie te laten zien hoe ontzettend leuk en belangrijk ons vak is. En waarom we altijd technisch geschoolde mensen nodig hebben. We kijken met veel plezier terug op onze deelname en kregen energie van het enthousiasme van de kinderen. We hopen dat we ze op onze beurt enthousiast hebben gemaakt voor een toekomst in een medisch laboratorium zoals Labmicta.” Bouwen aan nieuwe leerlingen in de bouw Of neem bouwbedrijf Wilmink Oosterveld. Ondanks hun drukgevulde orderportefeuille gaven zij graag acte de présence tijdens Techniek Tastbaar. In hun stand maakten de leerlingen met hout een ingenieus voedselhuisje voor vogels, speciaal voor appels. Directeur Hans Ebbekink: “Wij investeren bewust in de jeugd. We verwelkomen hen héél graag in de bouw. Het werkstuk van hout dat zij bij ons konden doen, maakten zij af met een stukje bitumendakbedekking van collega-standhouder Boll Dakmanagement. Hierin hebben we goed samengewerkt met hun directeur Marc Loke. Op die manier laten we aan de leerlingen zien dat ook in de bouw alles draait om samenwerken met elkaar in een sterke keten!” Onbekende technieksector: dakbedekking Marc Loke van Boll Dakmanagement: “Ook wij staan hier heel graag. We zijn razend druk, maar maken hier graag tijd voor. Het imago van onze branche kan beter en dat laten we graag zien. Als wij dat niet doen tijdens bijvoorbeeld Techniek Tastbaar, dan doet niemand het. Zo eenvoudig is het. We hopen dat jonge mensen gaan inzien hoeveel er mogelijk is voor hen in de daksector. Ook hopen we dat de vmbo-scholen ook onze sector daardoor meer gaan promoten als kansrijke studie- en werkrichting. Het is veel te weinig bekend dat we als sector zelf een uitstekende opleidingsschool hebben: Tectum, samen met ROC Midden-Nederland. Niet alleen leren we hen hier de techniek van ons vak, maar ook alle sociale vaardigheden de je nodig hebt als je gaat werken in de techniek. Onze branche verwelkomt jonge vrouwen; we weten uit ervaring dat een vrouw in je techniekbedrijf een hele andere, positieve sfeer kan geven.” Ook verrijking voor docenten Philip Unverzagt, docent BWI: “We kennen vanuit het C.T. Stork College de deelnemende bedrijven over het algemeen wel. Maar het mooie is dat wij als docent tijdens Techniek Tastbaar nu de kans kregen inhoudelijk met hen kennis te maken. Dat is voor ons als docenten verrijkend.” Jasper Lucas, docent BWI docent: “Bij een bedrijfsbezoek moet je echt op pad, nu hebben we de luxe van al die bedrijven die de moeite nemen hier te staan en de leerlingen een doe-opdracht aanbieden.” Ook Dennis Winters is docent BWI: “Het is geweldig om te zien hoe de leerlingen reageren op al die mooie bedrijven. Heel bijzonder om die drukte en het enthousiasme nu zelf te ervaren.” Lekker BIM’en voor een prijs Ook bouwbedrijf Alkonder kwam naar Techniek Tastbaar. Chris Schoneveld, BIM-manager: “BIM is het 3D digitale platform om alle bedrijven die in een bouwproject meedoen digitaal met elkaar te verbinden. Maar ook bedoeld om alle bedrijfsprocessen in je bouwbedrijf digitaal te optimaliseren. BIM is innovatief en daar laten we de jeugd tijdens Techniek Tastbaar graag kennis mee maken. De leerlingen konden in onze stand via een laptop in 3D rondlopen in een daadwerkelijk project van ons. Daarin hadden we logo’s verstopt. Vonden ze die? Dan maakten de leerlingen kans op de hoofdprijs: een robot.” MBO-onderwijscluster SMEOT is inmiddels een vertrouwde partner van STO Twente. Hans Fokke: “In onze stand konden ze een zogeheten magic light maken en meenemen naar huis. Met die opdracht maakten ze kennis met mechatronica en een klein stukje metaal. Bijzonder is dat we tijdens deze Techniek Tastbaar de samenwerking hebben gezocht met onze STO-collega’s van REMO West-Twente en ROC van Twente. Ook Saxion deed mee met haar cobots. Dus op één plek tijdens Techniek Tastbaar hebben we het technisch mbo en hbo samen gepresenteerd, precies conform de gedachte van STO Twente.” Promoten van installatietechniek Leo Benneker, districtsmanager Oost van opleidingsbedrijf IWNOF en gevestigd in het Techniekhuis Twente in Hengelo: “Hier staan vanuit de installatietechniek en de jeugd bereiken is superbelangrijk. Daarmee bouwen we aan onze herkenbaarheid en zichtbaarheid bij zowel leerlingen als hun ouders, maar ook de docenten in het vmbo.” STO Twente is ook verrijkend voor techniekdocenten André Jansen is directeur/eigenaar van HTM Nederland én gedreven lid van de Stuurgroep STO Twente: “We zien het tekort aan technisch talent de laatste jaren oplopen. Ik zit in het bestuur van de Verenigde Maakindustrie Oost (VMO). Daarvanuit ben ik ook actief in de Stuurgroep van STO Twente. Vanuit die functie leer je het Twentse vmbo-onderwijs en de collega-techniekbedrijven nog beter kennen. Daaruit zie ik allerlei samenwerkingen ontstaan en mooie projecten onder de vlag van STO Twente. Zeker in het MKB ben je heel druk met de dagelijkse gang van zaken, en dat geldt voor allerlei bedrijfsdisciplines. Naast je dagelijkse werk is het vervolgens heel mooi om te zien dat er op het vlak van instroombevordering in Twente inmiddels veel gebeurt. Daar word ik echt enthousiast van. En wat ook mooi is: niet alleen leerlingen, maar ook hun docenten krijgen door STO Twente steeds meer toegang tot nieuwe onderwijsmogelijkheden, zoals Technolabs. Waardoor onze Twentse docenten, die al die ontwikkelingen meemaken, ook steeds interessanter les kunnen geven. Daardoor denk ik dat onze Twentse techniekdocenten hun vak ook steeds meer zullen gaan waarderen. En vergeet de leerlingen niet; pakweg vijf jaar geleden hadden we veel minder mogelijkheden dan nu, en dit laatste is dankzij STO Twente. Twente is een technische regio. Onze welvaart wordt voor een groot deel opgebracht door de maakindustrie en dat willen we graag met elkaar behouden. Daar zal de nieuwe generatie toch zijn steentje aan moeten bijdragen en STO Twente helpt daarbij.” MENU
- Subregio Rijssen-Holten: intentieverklaring voor structurele samenwerking W&T
5fe2dee3-1fd9-4e1f-9f88-c9ca5c22c080 Subregio Rijssen-Holten: intentieverklaring voor structurele samenwerking W&T De samenwerking vanuit het vmbo met basisscholen is een belangrijk speerpunt van STO Twente. Wetenschap & Technologie (W&T) is daarvoor een praktische katalysator. Met maar liefst vijf schoolbesturen uit het basisonderwijs tekende CSG Reggesteyn op maandag 22 november een intentieverklaring voor een structurele samenwerking op het gebied van W&T. Deze vijf schoolbesturen vertegenwoordigen samen 29 basisscholen in de regio. De verbindende kracht hierin? Het Technolab en technieklokalen op CSG Reggesteyn in Rijssen. Kortom, W&T als structurele hefboom tussen basis en voortgezet onderwijs. Verschillen tussen basisscholen W&T-onderwijs is sinds 2020 verplicht op basisscholen. Toch verschilt de mate van invoering per basisschool. Gerard Rutterkamp van CSG Reggesteyn: “Sommige basisscholen lopen voorop en verwelkomen we inmiddels in ons Technolab of onze andere technische omgevingen. Daarmee haken zij naadloos aan bij de ontwikkelingen die wij in het voortgezet onderwijs inzetten vanuit Sterk Techniekonderwijs Twente. Andere basisscholen staan nog aan het begin of houden W&T met eigen technieklokalen meer in eigen hand. Kortom, de aanvliegroute van W&T kan per basisschool enorm verschillen.” De insteek met de intentieverklaring is om alle po-scholen van de deelnemende besturen in deze ontwikkelingen rondom W&T gelijkmatig mee te nemen. Des te eenduidiger geschoold en voorbereid kunnen deze leerlingen later doorstromen naar het vmbo. Samenwerking vastgelegd Met de intentieverklaring slaan CSG Reggesteyn en de schoolbesturen uit de subregio Rijssen-Holten de handen ineen om samen W&T met elkaar beter op de agenda te krijgen. Een prachtig voorbeeld van langetermijnsamenwerking tussen po en vo. De vijf bestuurders uit het basisonderwijs die de intentieverklaring met Aart van ’t Veld (Voorzitter College van Bestuur CSG Reggesteyn) tekenden, zijn Frans Nawijn (PCPO Rijssen), Mirelle Schuurman (Katholiek Onderwijs Twenterand), Bert Ligtenberg (School met de bijbel Notter), Martin Van Zelm (CBS de Roerganger) en Esther van der Schee-Roest (Verion). Gekozen voor langere termijn De intentieverklaring loopt tot 2030. Er is bewust gekozen voor een langere periode om continuïteit te kunnen waarborgen. De bedoeling is dan ook dat de leerkrachten van de deelnemende basisscholen op een hoger niveau gebracht worden op het gebied van techniekonderwijs, zodat zij uiteindelijk zelf de lessen kunnen geven in het Technolab of technieklokalen van CSG Reggesteyn. CSG Reggesteyn faciliteert hierin met een praktijkinstructeur. De lessen in het Technolab of technieklokalen van CSG Reggesteyn zijn daarmee in feite van de basisscholen. Ook aandacht voor technieklokalen Het enthousiasme voor het Technolab van CSG Reggesteyn is groot. Uit de gesprekken met de besturen voor de intentieverklaring kwam waardering naar boven voor het Technolab. CSG Reggesteyn krijgt enthousiaste reacties terug van po-scholen die er op bezoek zijn geweest. Tegelijkertijd wordt veel enthousiasme vanuit de basisscholen opgemerkt om samen op te trekken in de bestaande technieklokalen. Hierin krijgen de onderbouwleerlingen les in techniek. De po-scholen pleiten ervoor ook deze doelgroepen niet te vergeten waarvoor de inzet van pure handvaardigheid nog steeds van groot belang is zoals zagen en timmeren. De technologie in het Technolab kan voor hen te hoog gegrepen zijn. Daarom stelt CSG Reggesteyn ook de wat meer traditionele technieklokalen open voor het basisonderwijs. Aan de slag Nu de intentieverklaring om samen te werken er ligt, geeft elke basisschool hier samen met CSG Reggesteyn concreet handen en voeten aan. In januari gaat CSG Reggesteyn alle betrokken scholen langs en in gesprek met de directeur en de coördinator techniek. Op basis van een menukaart worden heel concreet de techniekmogelijkheden geschetst voor hun po-leerlingen vanuit W&T op CSG Reggesteyn. Niet ad hoc, maar structureel. Vervolgens kunnen zij zich hier concreet voor inschrijven. Uiteraard ligt de primaire focus van het Technolab op het vmbo. Echter, CSG Reggesteyn hoopt met deze ontwikkeling ook leerlingen van andere niveaus te enthousiasmeren voor techniek/technologie. MENU
- Leerlingen inspireren in Tech Zone door techniekuitwisseling tussen vmbo’s
8b631250-5214-49fd-9308-886d017a6148 Leerlingen inspireren in Tech Zone door techniekuitwisseling tussen vmbo’s Op 4 februari ontving Het Stedelijk Vakcollege/Bonhoeffer College (Wethouder Beversstraat) in o.a. haar Technolab in Enschede circa 20 leerlingen uit het tweede jaar van het Zone.college. Zij maakten kennis met verschillende vormen van techniek. En daar zit een speciale gedachte achter die precies in de doelstellingen van STO Twente past: vmbo-scholen die elkaar op het vlak van techniek onderling versterken. Een mooie samenwerking tussen het Zone.college, het Stedelijk Vakcollege en het Bonhoeffer College. En er zit nog meer samenwerking in de pen! De techniekdocenten Jos Doppen van het Stedelijk Vakcollege en Jan ten Hove van het Enschedese Zone.college werken hier nauw in samen, samen met nog twee collega’s. Ook zijn zij betrokken bij STO Twente. Jan: “Na wat sparren kwam er een mooi idee voor een uitwisseling naar boven.” Jos: “Op het Zone.college ligt het accent op groenonderwijs. Maar ook die vmbo-leerlingen kunnen talent en interesse hebben voor techniek. Omdat zij in hun tweede jaar nu voor het kiesmoment van hun profiel staan, sloegen we de handen ineen met het Zone.college. De insteek? 20 leerlingen uit het tweede jaar zijn een dag bij ons geweest voor een techniekoriëntatie.” Ruiken aan drie techniekprofielen Jan: “Het betrof leerlingen die eigenlijk wel in de techniek door willen gaan, maar daar in de profielen op het Zone.college niet mee uit de voeten kunnen.” Ze kozen op 4 februari in de Tech Zone uit drie techniekprofielen: MVI, PIE en BWI en hebben daarin een dag meegedraaid. Jan: “We kozen voor dit initiatief de naam: Tech Zone, omdat het woord Zone ook in onze schoolnaam zit.” De Tech Zone op het Stedelijk Vakcollege en het Bonhoeffer College is de optelsom van het nieuwe Technolab en de al bestaande praktijkruimte daarnaast. Positieve reacties van leerlingen Bij PIE maakten de leerlingen een bedlampje van metaal en elektriciteit. Bij MVI gingen ze digitaal aan de slag met het ontwerpen van een poster van een bewerkte selfie. Bij BWI maakten de leerlingen een tafeltje van MDF. Hier kwamen verschillende bewerkingsmachines bij kijken en een stukje schilderwerk. Jos: “Het was een supergeslaagde dag, we kregen veel positieve reacties van de leerlingen.” Die kwamen ook van de meisjes, dus dit initiatief sluit mooi aan bij het project Meiden in de Techniek van STO Twente. Het draait om interesse wekken Jan: “Het gaat er puur om de leerlingen met techniekprofielen kennis te laten maken en hen te interesseren voor techniek. Daarmee bereiken we dat ze voor hun vervolgopleiding en/of beroepsopleiding een bewuste keuze maken. Het kan bijvoorbeeld ook zo zijn dat een leerling door dit concept nu weliswaar wordt geprikkeld voor techniek, maar gewoon op het Zone.college zijn of haar groenopleiding afmaakt. Maar die geïnteresseerde leerling kan dan al wel twee jaar naar open dagen op het mbo gaan en bijvoorbeeld op het ROC van Twente rustig kijken in welke techniekrichting hij of zij wil doorgaan. Met deze aanpak willen we de interesse wekken, het is aan de leerling om daar zelf iets mee te doen.” Wederkerige samenwerking De samenwerking is wederkerig. Jos: “Het zit in de pen dat onze leerlingen na de meivakantie op hun beurt een dag kunnen kennismaken met de profielen van het Zone.college. Daarmee krijgt de samenwerking een evenredige uitwisseling.” Jos Doppen en Jan ten Hove hebben samen de intentie uitgesproken om deze uitwisseling jaarlijks te organiseren en de MT’s van de betrokken scholen hebben hiermee inmiddels ingestemd. Jan: “De bedoeling is die dag voortaan al aan het begin van leerjaar 2 te plannen, dus vóór de open dagen. Leerlingen die interesse hebben gekregen voor een ander profiel kunnen daardoor gerichter een techniekprofiel bekijken en beoordelen.” Fysieke uitwisseling Technolab Maar er is nóg een mooie samenwerking, geeft Jan aan: “Na de Krokusvakantie komt een deel van de apparatuur het Technolab, tijdelijk naar de locatie van het Zone.college in Enschede. Daarmee mogen onze leerlingen uit leerjaar 1 en 2 vervolgens een hele week aan de slag. Ook is dit veiliger omdat onze leerlingen veel minder verkeersbewegingen hoeven te maken.” Daarnaast is het plan om na de meivakantie met 16 leerlingen uit leerjaar drie een aantal weken naar het Stedelijk Vakcollege en Bonhoeffer College te komen voor een kennismaking met booglassen, koeltechniek en installatietechniek in carrouselvorm. Aan de Wethouder Beversstraat hebben ze hiervoor de juiste technieken en wij aan het Zone.college niet, dus ook met die uitwisseling zijn we heel blij. De samenwerking komt dus heel goed van de grond.” De onderlinge samenwerking tussen Jan en Jos verloopt prima: “We zijn beiden aanpakkers met korte lijnen.” MENU