Masterclass Virtual Reality: praktische adviezen voor geslaagde inzet VR
Virtual Reality (VR) werkt als een onweerstaanbare magneet op zowel leerlingen als docenten binnen het technisch vmbo in Twente. Bij bezoekjes aan Technolabs is deze technologie zo’n beetje het eerste waar leerlingen naartoe hollen. Maar wat kun je er precies mee? En welke educatieve doelen bereik je met VR? En ook: hoe maak je zelf betaalbare content? Tijdens een Masterclass VR op het C.T. Stork College gaf het bedrijf VRInSCHOOL op vrijdag 16 december tekst, uitleg én een aantal praktische adviezen voor alle scholen van STO Twente die met VR (gaan) werken.
Advies 1: VR vereist visie
Tom Aerts van VRInSCHOOL gaf de Masterclass: “De succesvolle toepassing van VR op je vmbo-school vereist om te beginnen een gedeelde visie: welke doelen wil je ermee bereiken? Belangrijk is het onderscheid hierin: ziet je school VR als een leermiddel of als leerdoel? Dus gebruik je VR om op creatieve wijze leerstof te presenteren? Of vind je het sowieso belangrijk dat je leerlingen VR zélf leren programmeren en daar content voor maken?”
Advies 2: begin vanuit de leerling
Tom: “Gebruik je VR als leermiddel? Dan is het dé uitdaging om content te vinden of zelf te maken die naadloos aansluit op de leerdoelen van je les. Cruciaal is dat je hierbij begint bij de leerlingen en niet bij de docenten. Het zijn de leerlingen die met VR aan de slag moeten gaan. Denk dus bij het inkopen of zelf maken van content na of leerlingen hiermee al ontdekkend zelf uit de voeten kunnen. Houd het eenvoudig. Te moeilijke opdrachten met VR, vooral als je de complexe koppeling maakt met PC’s, hebben een groot afbreukrisico in zich. Kies daarom voor een VR-bril die stand alone kan werken, dus met de computer ín de bril.”
Advies 3: zorg dat de randvoorwaarden op orde zijn
Zoals voor elke nieuwe technologie geldt: het moet probleemloos werken. Anders haken de leerlingen snel af. Tom: “Instabiele wifi, onvoldoende vaardigheid bij de docenten met de basismogelijkheden: het haalt de vaart uit de lessen met VR. Zorg dus dat je dit op orde hebt. Is de wifi van je school niet stabiel? Kies dan bijvoorbeeld voor de aanschaf van een eigen wifi-point voor je lessen met VR.”
Advies 4: maak de juiste keuze tussen 360 graden content of Animatie
In de Masterclass kwamen twee varianten van VR aan de orde: 360 graden content of Animatie. Bij 360 graden heb je twee opties: een vast contentaanbod van een partij dat past bij de leerdoelen of het zelf maken van content, door leerlingen en/of docenten. Het eerste levert vaak een teleurstelling op door de inflexibiliteit van de vaste content. Kies je voor animaties? Dan maak je vooral lesstof gericht op simulaties waarbij leerlingen virtueel bijvoorbeeld iets kunnen beetpakken, zoals een virtueel lasapparaat. Animaties slaagt alleen als je op je school hiervoor écht een diepgaand commitment hebt. Echter, de content voor deze variant is prijzig en complex om te maken.”
Samenvattende adviezen
Tot slot vatte Tom een aantal adviezen samen voor vmbo-scholen binnen STO Twente die aan de gang willen met (content maken voor) VR: “Vermijd vrijblijvendheid en regel commitment, stel het doel dat je met VR wilt bereiken samen superscherp vast. Zorg ook dat je in je school voor VR een kartrekker hebt en vooral: maak de toepassing van VR niet complexer dan nodig is; houd altijd de eenvoud op het (digitale) netvlies.”
Content maken? Begin gewoon samen en bouw daarop voort…
De circa 30 deelnemers aan de Masterclass waren voornamelijk geïnteresseerde techniekdocenten. Na afloop werd er volop gediscussieerd. De consensus? VR is prachtig, maar valt of staat met relevante, educatieve content. Hoe we die gaan maken binnen STO Twente? Marieke Rinket, programmamanager STO Twente: “Het devies is praktisch beginnen met elkaar vanuit de diverse profielen en vertrekkend vanuit de basisvaardigheden die we met VR al hebben. Al lerend kunnen we vervolgens voortbouwen op de eerste resultaten. Het komt er nu op aan dat we samen de eerste stap zetten om zelf content te maken op basis van de 360 graden variant. Dat kan praktisch starten door vanuit de profielen ontwikkelteams in te richten en hiermee vanuit het profiel inhoudelijk aan de slag te gaan. Op de vorming van deze ontwikkelteams komen we snel terug.”