
Ambachtelijke technieken en digitale wereld ontmoeten elkaar
C. T. Stork College en SMEOT sloegen de handen ineen met het Museum Hengelo. Circa 380 leerlingen uit groep 7 en 8 van acht basisscholen gingen tussen 19 mei en 11 juni aan de slag vanuit het museumthema ‘Beroepen: toen, nu en straks’. De insteek? Basisschoolleerlingen eigenhandig kennis laten maken met zowel oude als nieuwe beroepen en technieken. Leuk om te zien was dat zowel bij de ambachtelijke als digitale bewerkingen bij veel leerlingen het puntje van de tong uit de mond stak van concentratie. Voorafgaand aan de praktijkopdrachten ontvingen de basisscholen ter voorbereiding kant-en-klaar lesmateriaal.
Je weg vinden in een snel veranderende technische wereld
Eudard Moen is Hoofd Educatie van Museum Hengelo: “In vroegere tijden werd alles met de hand en eenvoudige gereedschappen gedaan. Bijvoorbeeld een timmerman werkte met zaag, hamer en schaaf. Het was ambachtelijk werk. Nu zijn er machines, robots en cobots die het routinewerk overnemen, sneller zijn en minder fouten maken. Zelfs het nadenken wordt overgenomen door AI. Die permanente veranderingen in vooral technische beroepen is ook ingrijpend voor basisschoolleerlingen die na het vmbo een beroepsopleiding kiezen. In het project ‘Beroepen: toen, nu en straks’ nemen we de leerlingen mee op reis om zelf te ervaren hoe het werken vroeger ging, hoe het nu gaat en wat hen te wachten staat in de toekomst. Ze leren dat ook zij specifieke eigenschappen en technische vaardigheden kunnen ontwikkelen om zich te handhaven in een steeds (sneller) veranderende wereld.”
Astrid Plaggenmars is leerkracht groep 8 op basisschool IKC De Hunenborg: “Wij vinden het heel belangrijk om onze leerlingen zowel ambachtelijke als moderne technieken te laten ervaren voor hun beeldvorming. Voorafgaand aan het bezoek aan C.T. Stork College hebben we een voorbereidende les gegeven in de klas, inclusief video, dat werd allemaal netjes aangereikt.”
Drie soorten werkstukken maken
De lessen onder de vlag van ‘Beroepen: toen, nu en straks’ over de ontwikkeling van het ambacht tot moderne beroepsuitoefening zetten de leerlingen ambachtelijk én modern-industrieel aan het werk. Het museum vond het C.T. Stork College en het SMEOT bereid om deze praktijkervaring te organiseren. De basisschool leerlingen gingen verspreid over enkele weken in 17 groepen aan de slag met praktische opdrachten bij zowel SMEOT als de afdelingen PIE en BWI bij C.T. Stork College. Deze praktijkervaring was een aanvulling op de video-introductie van het ambachtelijk werken op school en een met een PowerPoint-presentatie geleid leergesprek met de leerlingen.
Bij SMEOT maakten zij een ventilatortje op zonne-energie en ontdekten de leerlingen de handelingen, gereedschappen en machines die hiervoor in de metaalbewerking nodig zijn.
Bij Produceren, Installeren & Energie (PIE) maakten de leerlingen een klokje op een plastic ondergrond. De facetten van metaalbewerking die hiervoor nodig zijn kregen ze letterlijk in de vingers, maar dan met plastic. Een veel zachter, en daardoor veiliger en makkelijker verwerkbaar materiaal. De leerlingen bij PIE maakten ook een pennenhouder door zelf te lassen. Ook hebben zij de moderne variant van lassen geoefend middels de virtuele lassimulator.
Bij Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) maakten de leerlingen een houten pennenhouder. Specifiek hiervoor kwam het complete spectrum van bewerkingen aan bod. Van puur handmatige houtbewerkingen zoals boren, lijmen en nieten tot en met het zelf maken van een profiel met een digitaal aangestuurde tafelfrees, een logo in het hout branden met een lasersnijder, hun naam uit een stickervel met een snijplotter snijden en een kennismaking met de virtuele spuitcabine bij BWI met een VR-bril op. Leuk om te zien was dat zowel bij de ambachtelijke als digitale handelingen bij veel leerlingen het puntje van de tong uit de mond stak.
Nieuwe inzichten voor jeugd
Geffrey Buld, instructeur techniek en BWI: “Je merkt dat deze jonge leerlingen nog niet goed weten wat al onze moderne machines en technologie inhouden. Ze komen er hier eigenhandig achter hoe deze machines het zware werk verlichten. Ondanks dat ze er misschien wat angst voor hebben door hun onwennigheid zie je dat ze het toch heel snel oppakken. Dat is het mooie van de jeugd, ze gaan ook door deze soort lessen inzien dat techniek en technologie hen best wel kan helpen in hun leven. Bijzonder om te zien dat dit besef door dit soort initiatieven bij hen groeit.” Tot slot noemt Geffrey nog een ander belangrijk voordeel: “Niet al deze basisschoolleerlingen gaan naar het vmbo. Geen probleem, want ook op andere niveaus hebben we steeds meer mensen nodig die met hun handen kunnen werken, zoals havisten!”
