top of page

Bevlogen techniekdocent Camilla Mensink zet in op verfrissende aanpak op meerdere fronten

Camilla Mensink is docent PIE én zij-instromend docent in opleiding voor BWI op de Waerdenborch in Holten. Zij is super actief binnen STO Twente. Creatieve ideeën voor instroombevordering zet zij, samen met haar collega’s én bedrijven, om in concrete acties. Zoals de inmiddels geslaagde pilot voor het Keuzevak Lassen, samen met het bedrijf Aebi Schmidt. Ook introduceerde Camilla het idee van een persoonlijk traject bij bedrijven voor een leerling als deze helemaal wild is van één technisch aspect en daar volop de diepte mee wil ingaan. Wel komt Camilla nog steeds veel obstakels tegen voor meisjes in de techniek: “Als rolmodel zie ik dat ik hen als vrouwelijk docent over de streep help trekken. Blijkbaar zoeken meiden toch die zekerheid en ik kan een voorbeeld voor hen zijn.” Het resultaat daarvan? “Op dit moment hebben we vier meiden in het profiel PIE en bij BWI zelfs een hele klas met meiden bij het keuzevak. Ook in het profiel BWI zien we een groei van het aantal meiden.”

Lassen: van pilot tot keuzevak 

Verleden jaar publiceerde deze nieuwsbrief van STO Twente over een interessante pilot. Twee leerlingen PIE van de Waerdenborch in Holten, waaronder een meisje, leerden in hun examenjaar in zes weken de fijne kneepjes van het lassen bij Aebi Schmidt. Deze verkennende pilot bleek een succes en inmiddels hebben twee andere leerlingen dit ook medio maart met succes afgerond, nu op basis van een uitgewerkt plan van 9 weken. De leerlingen mogen al meewerken aan de producten die ze maken. De grote motor achter dit keuzevak, samen met haar techniekcollega’s, is Camilla Mensink, docent PIE én zij-instromer BWI: “Inmiddels hebben we dit keuzevak ook toegevoegd aan het PTA, dus de leerlingen kunnen het nu officieel afronden en meenemen naar hun examen. Ook willen we dit uitbreiden met het keuzevak plaat- en constructiewerk, in samenwerking met een ander bedrijf in Holten. We merken vanuit de leerlingen dat daar veel vraag naar is omdat leerlingen enthousiast vertellen over wat ze hebben gedaan bij de bedrijven.” Camilla noemde al dat er in de pilot een meisje meedeed: “Het is altijd spannend om te zien hoe dit in een technisch bedrijf valt, vaak toch een mannenwereld. Bij Aebi Schmidt is dat heel goed begeleid, ook dankzij de korte lijnen. Zij zien in dat het om de leerlingen gaat, en dat vinden wij natuurlijk ook. Dat geeft een heel positief gevoel in de samenwerking.”


Kay was een van de twee recente deelnemers aan het keuzevak bij Aebi Schmidt: “Hartstikke leuk! Je leert er heel veel én werkt met de modernste lasmiddelen.” Ook Stef koos voor dit keuzevak: “Ik heb veel nieuwe lastips geleerd van de mensen die er daar elke dag mee werken. Ook de mensen zelf waren heel gezellig.”


Individuele leertrajecten ontwikkelen 

Een keuzevak in de lucht houden vergt uiteraard een bepaald aantal leerlingen om het levensvatbaar te maken en te houden. Camilla: “Maar regelmatig hebben we in leerjaar 3 en 4 heel gedreven leerlingen die een enorm specifieke techniekinteresse hebben waar zij helemaal voor willen gaan: nu, straks in hun mbo-studie en later in hun werk. Voor deze talentvolle leerlingen is het niet haalbaar om daarvoor helemaal naar een andere regio te fietsen. Holten ligt wat dat betreft geografisch toch wat decentraal. Gedreven leerlingen in leerjaar 3 kunnen vervroegd examen doen, zodat ze in leerjaar 4 de ruimte krijgen om één dag in de week met een bedrijf mee te lopen.” Camilla geeft een voorbeeld van een leerling die zich wil specialiseren in grondboringen: “Hij is heel gedreven en loopt voor op de lesstof. Maar grondboringen is een specifiek onderwerp en daar kunnen we niet meteen een keuzevak voor aanbieden. Als alternatief heb ik voor hem een persoonlijk traject aangemaakt. Elke dinsdag loopt hij mee bij Oolbekkink Grondboringen in Holten. Geen officieel keuzevak, en toch krijgt zo’n leerling de kans ervaringen op te doen op een heel specifiek interesseterrein.”


Efficiënt als het eenmaal loopt 

Camilla geeft aan dat dit persoonlijke leertraject in het begin wat investering kost om het op te zetten: “Heb je eenmaal de structuur daarvan te pakken met een plan en een contractje? Dan heb je alleen nog maar werk aan de leerling en het bijpassende bedrijf dat daarin wisselt.” Of neem PIE-leerling Koen, nu in zijn examenjaar. Camilla: “Hij wil beslist door in domotica en voor hem hebben we een individueel leertraject ontwikkeld bij de Domoti Factory in Rijssen. Doordat hij in leerjaar 3 zijn examen heeft gedaan, kon hij in leerjaar vier elke dinsdag mee met het bedrijf.” Wel geeft Camilla aan dat dit soort leerlingen stevig moet staan in de basisvakken.


Koen: “Mijn persoonlijk leertraject is precies wat ik ervan verwacht had. Nu werk ik bij Domoti Factory mee als elektricien en loodgieter. Ik ga op pad met hoofdmonteurs naar projecten en leer daar heel veel in de praktijk, ook over hoe je met elkaar overlegt over het werk en samenwerkt. Ik ben heel blij dat ik deze keuze heb gemaakt.”


De mix van meiden en jongens maakt het makkelijker 

Camilla is een dochter van een aannemer, werkte in die sector en ging vervolgens de kant op van de elektrotechniek: “In die tijd voelde ik veel weerstand, ook bij mbo-docenten, en moest ik mij als vrouw extra bewijzen. Maar waarom moet ik mij als vrouw in de techniekwereld extra bewijzen?” Camilla groeide door naar de installatietechniek, maar merkte op projecten dat zij benadeeld en zelfs geïntimideerd werd. Uiteindelijk stapte Camilla over naar het techniekonderwijs: “In het techniekonderwijs kan ik nu als vrouw een rolmodel zijn. Dat is een heel ander perspectief en hoef ik mij niet meer te bewijzen. We hebben dit jaar op De Waerdenborch maar liefst vier meiden bij PIE, echt geweldig. Die meiden bij ons geven wel aan dat mijn rol hier als vrouwelijk PIE-docent eraan bijdroeg dat ze besloten voor PIE te kiezen. Hierdoor wordt het ook normaal dat er steeds meer meiden voor techniek kiezen, de sneeuwbal gaat rollen.” Het bijkomende voordeel juist van meiden in een profiel als PIE, is dat het heel veel positieve dingen doet met de sfeer in de groep, benadrukt Camilla: “Plus dat je naar de buitenwereld laat zien, van ouders tot en met medewerkers van stagebedrijven, dat het normaal is als er dames in de techniek studeren en werken. Het is op De Waerdenborch inmiddels heel gewoon dat er jongens én meiden voor het profiel PIE kiezen.”


Geen voorstander van gerichte techniekcampagnes voor meiden 

Camilla is zich bewust van de discussie of we via gerichte en aparte promotiecampagnes meer meiden de techniek in moeten krijgen, of juist meiden en jongens als één groep moeten benaderen. Camilla: “Ik ben geen voorstander van een aparte campagne, in mijn ogen is het beter om hierin meiden en jongens gelijk te benaderen én te behandelen. Ik zie het aan de meiden bij PIE en BWI, die willen net zo behandeld worden als de jongens. Want juist als zij als meisje opvallen in de techniek en op een voetstuk gezet worden, is in mijn ogen de kans groter dat ze daardoor vervolgens benadeeld worden. Gelijk behandeld worden voelt voor hen en mij gewoon veiliger.”


Blijven ontwikkelen 

Camilla blijft zichzelf ook graag ontwikkelen: “Inmiddels ben ik ook zij-instromer BWI, want naast mijn docentschap voor PIE wil ik ook docent BWI worden. Het profiel BWI is ook voor mij compleet nieuw en hierin kan ik mij ontwikkelen.” Bij BWI heeft Camilla nu zelfs één klas vol met meiden bij het keuzevak! Camilla: “Fantastisch om te zien dat ook in het profiel BWI het aantal meiden toeneemt. Het beeld dat zij hebben dat ook BWI een mannenwereld zou zijn, is aan het kantelen. Ook hier probeer ik een rolmodel te zijn

bottom of page