top of page

261 items gevonden

  • Drones & Docenten? Ready for take-off!

    Drones & Docenten? Ready for take-off! Eindelijk was het zover! Na uitstel door corona deed op 28 mei een grote groep docenten van Twentse vmbo’s praktijkervaring op met vliegen met drones. Want ook voor de eigentijdse dronetechniek geldt: alleen als je deze innovatie als docent zelf beheerst, kun je je leerlingen meenemen op deze spannende techniekreis! De toepasselijke locatie van deze Droneclass? Space053 op het voormalige Vliegveld Twente. Bijzonder was ook de deelname vanuit het primair onderwijs. Alvast een mooie eerste bouwsteen voor een doorlopende leerlijn drones! “Vlieguren” maken De middag was speels ingestoken met een stukje inleidende theorie, maar vooral heel veel zelf uitproberen. Bedoeld om de docenten zelf “vlieguren” te laten maken. De essentie van het besturen van een drone draait om een fijngevoelige coördinatie tussen je ogen en handen. Wat uiteraard hielp, is dat het gros van de deelnemers inmiddels in het bezit is van het officiële EU Dronebewijs. Met dit certificaat op zak geven zij hun leerlingen officieel bevoegd onderwijs in vliegen met drones.Meer zelfvertrouwen Sem van Geffen trad op als drone-trainer en is mede-eigenaar van organisator Droneclass: “Voor docenten geeft deze training meer zelfvertrouwen. Door het zelf te ervaren komen ze boven de stof te staan. Ze leren hier vliegen met exact dezelfde drones als waar hun leerlingen straks ook mee komen te vliegen.” Ludiek onderdeel van de training was de uitdaging om met je drone de snelste tijd te halen binnen een lastig vliegtraject. En wat bleek? Niet alleen leerlingen zijn competitief, maar volwassen docenten uiteraard ook! “De positieve ervaring met techniek via drones is voor jonge leerlingen heel waardevol” Positief effect op techniekbeleving Pascal ter Braak, docent techniek CT Stork College: “Het is inderdaad een kwestie van ervaren door vlieguren te maken. Die ervaring breng ik over op de leerlingen en in mum van tijd vliegen ze zelf met de drone rondjes in het lokaal. Dat doet ook wat met het zelfvertrouwen van het kind. Die positieve ervaring met techniek via drones is voor jonge leerlingen heel waardevol. Plus de maatschappelijke toepassingen van drones bijvoorbeeld in de landbouw, de bouw en zorg spreken leerlingen ook aan. We geven drone-les in de eerste en tweede klas. Als ze er maar zin in krijgen en het leuk vinden. Daar gaat het ons om. We merken al dat sommige kinderen er ook in hun vrije tijd mee bezig gaan. Ook in de bovenbouw maken we docenten enthousiast en die willen heel graag meedoen. Drones zijn bij ons nu al een onderdeel van het curriculum, puur bedoeld voor leerlingen om met drones kennis te maken. We hebben inmiddels ook al een Talon drone, een programmeerdrone. Die vliegt veel stabieler. Die kun je voeden met instructies die je bijvoorbeeld in je telefoon hebt geprogrammeerd. Leerlingen krijgen daarmee ook het facet programmeren mee, als ze willen. We laten drones op school zo breed mogelijk terugkomen zodat leerlingen een zo goed mogelijk beeld krijgen van wat je ermee kunt. Ook zien we dat meisjes hierin geïnteresseerd zijn. Het is niet alleen een ding voor jongens.” Verbinding met Primair Onderwijs Ook Corine Noordink nam deel aan de Droneclass: “Ik werk onder andere twee dagen per week in het doe- en ontdeklab Diskoever. Vanuit hier brengen we nieuwe technologieën het basisonderwijs in zoals programmeren, 3-D printen en virtual reality. We leren leerkrachten hoe die technieken werken en hoe zij die in de klas kunnen inzetten. Voor drones heb ik inmiddels beide brevetten gehaald. Vanuit Diskoever ben ik nu dus ook voor drones een ambassadeur richting het primair onderwijs. Samen met techniekdocent Wendy Pereira-Smit van het Bonhoeffer College Geessinkweg en Tim Post van Kids4Twente gaan we in het komend schooljaar in ieder geval in de subregio Enschede een project draaien waarbij klassen in het basisonderwijs een project doen rondom drones.” Kids4Twente biedt basisscholen en middelbare scholen in Enschede doorlopende hulp bij het onderwijzen van wetenschap en technologie. Wendy Pereira-Smit: “We gaan met de docenten die hier de dronetraining volgen vlieglessen geven aan onze leerlingen. Ook leren ze filmen met de drones en de opnamen monteren. Daarnaast gaan we met drones een project draaien in het kader van het W&T-menu. Supertof!” Samen professionaliseren in leergemeenschap Ook de STO subregio Almelo is actief met drones. Eric van Bunnik: “Dit drones-project gaat over meerdere STO-activiteiten heen en daaruit is nu een leergemeenschap ontstaan. We gaan samen lesmateriaal ontwikkelen en zetten een gezamenlijk keuzevak drones op: één voor alle profielen en één verdiepend voor techniek. Door het samen ontwikkelen van lesmateriaal en het delen daarvan leren we van en met elkaar. In deze leergemeenschap borgen we dat we kennis ontwikkelen. En die kennis ook behouden binnen het overkoepelende drones-team, in plaats van per vmbo-school. Eveneens ontwikkelen we een speciaal drones-project voor de onderbouw met kleine zelfbouw drones en vliegen zonder brevet. Ook beginnende docenten nemen we zo mee in het traject.” MENU

  • Doorlopende leerlijn drones is airborne

    Doorlopende leerlijn drones is airborne Vliegen met drones krijgt binnen STO Twente steeds meer power. Elke subregio heeft zijn eigen ‘aanvliegroute’. Neem Het Bonhoeffer College uit de STO subregio Enschede: daar werken ze hard aan een doorlopende leerlijn voor drones van basisschool-vmbo-mbo. Een super geslaagd onderdeel daarvan was het drone event ‘Vlieg met ons mee!” op 27 september bij Space53 en Twente Airport, beide gevestigd op de Technology Base. “Speciaal bedoeld voor zowel basisschoolleerlingen als vmbo-leerlingen. Hiermee bouwen we concreet aan een doorlopende leerlijn drones”, aldus de altijd enthousiaste aanjager Wendy Pereira – Smit. Hiervoor werkt zij nauw samen met Corine Noordink, leerkracht en ontwikkelaar bij Diskoever én aangehaakt bij STO Twente. Leerlijn drones geïntroduceerd Verleden jaar startte het Bonhoeffer College in de STO subregio Enschede met het project Drones. Wendy Pereira - Smit: “STO Twente maakte het mogelijk dat zes (techniek)docenten en een docent uit het basisonderwijs hun vliegbrevet konden halen. Zij zijn nu allemaal bevoegd.” Op het Bonhoeffer College is inmiddels de leerlijn drones geïntroduceerd. Wendy: “Op basis van nieuw ontwikkeld lesmateriaal maken leerlingen vanaf leerjaar 1 spelenderwijs kennis met dronevliegen. Een onderdeel hiervan is een box met kleine drones waarmee ze in de klas veilig kunnen vliegen. Vorig jaar is dat lesmateriaal ook gepresenteerd aan de basisscholen in Enschede op de aanbiedingsmarkt van Kids4Twente. Een platform waar basisscholen kunnen putten uit onderwijs voor W&T.” Lesmateriaal koppelen aan werkbezoek Wendy: “Deze dronebox als lesmateriaal is goed ontvangen. Naast twee kleine drones in deze box leveren we daarin ook lesmateriaal mee zoals over: wat is de geschiedenis van de drone? Wat betekent het begrip vliegvaardig? Hiervoor hebben we een lesboek gemaakt met oefeningen die de leerlingen op dit event konden uitvoeren, met eveneens ondersteuning voor de docent. Ook bevat de box posters met QR-codes zodat leerkrachten en docenten de dronelesfilmpjes terug kunnen zien met hun leerlingen. Eveneens komt een belangrijke vraag in dit lesmateriaal aan de orde: hoe word je eigenlijk dronepiloot van beroep? Een onderdeel van de LOB (Loopbaan Oriëntatie). Een aantal basisscholen in Enschede en omgeving maakt inmiddels volop gebruik van dit lesmateriaal als onderdeel van het droneproject “Vlieg met ons mee!” Hierdoor kregen we het idee dit lesmateriaal te koppelen aan een werkbezoek op Space53 op de Technology Base op Vliegbasis Twente. Leerlingen uit hoofdzakelijk groep 7 en 8 van vier basisscholen uit Enschede én leerlingen leerjaar 1 van Bonhoeffer College Geesinkweg deden hieraan mee.” Bedrijfsbezoek, spetterende demo dronevliegen en rondrit Het veelzijdige event bestond onder andere uit een bedrijfsbezoek bij gastheer Space53. Dit is een test- en ontwikkelcentrum voor onbemande systemen in de lucht, op het land of in het water. Wendy: “Ook kregen de leerlingen uit zowel de basisscholen als vmbo een spetterende demo dronevliegen verzorgd door professionals van de Luchtmacht.” Het feit dat deze professionele drones maar liefst 50.000 euro kosten, liet de monden wel even zakken van bewondering. Wendy: “Natuurlijk lieten de leerlingen binnen in de hal ook hun eigen vliegvaardigheden op een heus raceparcours zien. Er zijn ook leerlingen die zelf obstakels voor de race hebben meegenomen. Deze obstakels hebben ze tijdens de les op school gemaakt in het kader van de ontwerpopdracht die in het lesmateriaal zit.” Het derde onderdeel was een rondrit over het vliegveld. “Dankzij sponsoring hebben we een bus kunnen inhuren voor deze dag”, benadrukt Wendy. Uiteraard hebben de leerlingen van de basisscholen en vmbo eerst uitleg gehad op school over de veiligheidsvoorschriften op een vliegveld.” Martijn Mennen, programmamanager Space53: “Het is bijzonder om hier het basis- en voortgezet onderwijs samen bezig te zien met drones, in totaal 120 jonge leerlingen! Voor ons is dit de eerste keer om deze jonge doelgroep hier te mogen ontvangen. Heel mooi, want met de acceptatie van drones als innovatieve techniek kun je in onze ogen niet vroeg genoeg beginnen!” Doel: ontwikkelen doorlopende leerlijn Het doel van Wendy en haar collega’s binnen STO Twente is om een doorlopende leerlijn voor dronevliegen te ontwikkelen. Wendy: “Hierbij kijken we niet alleen naar het basisonderwijs, zoals met deze dag op Vliegveld Twente, maar borgen we ook dat ons lesmateriaal aansluit op het mbo. Ik kan trots melden dat ik dit schooljaar mijn eerste kandidaat op het Bonhoeffer College heb die het Keuzevak Drones gaat afsluiten. Nu geven we dronevliegen in klas 1 van het vmbo. De bedoeling is dat klas 2 er ook in gaat meedraaien. En in de bovenbouw wordt dronevliegen een keuzevak, dat de leerlingen kunnen afsluiten onder de vlag van Dienstverlening & Producten (D&P). Op ROC van Twente zouden ze daarin verder kunnen leren, daar hebben we nu goede contacten voor lopen met ROC van Twente. Kortom, we gaan bij de doorlopende leerlijn voor een solide opbouw, we willen deze leerlijn duurzaam neerzetten. Dat is heel belangrijk.” Wendy kan melden dat de projectmatig aanpak van Het Bonhoeffer College vanuit STO Twente om tot een doorlopende leerlijn voor drones te komen ook de interesse heeft gewekt van andere STO-regio’s in Nederland. MENU

  • Leerlingen Stedelijk Vakcollege behalen Keuzedeel Domotica/besturing

    Leerlingen Stedelijk Vakcollege behalen Keuzedeel Domotica/besturing Op donderdag 17 februari nam de eerste groep van zes leerlingen van het Enschedese Stedelijk Vakcollege bij SMEOT hun certificaat in ontvangst voor het behalen van het Keuzedeel Domotica/besturing. Opnieuw een feestelijke mijlpaal, want keuzedelen introduceren, samen met het bedrijfsleven en praktijkscholen, is een belangrijk speerpunt van STO Twente. De feestelijke uitreiking was in het bijzijn van STO-collega Floor de Vries van het Stedelijk Vakcollege én een aantal ouders van de leerlingen. Uiteraard stond er voor iedereen iets lekkers klaar. De certificaten werden glunderend in ontvangst genomen. Deze eerste groep van zes leerlingen van het Stedelijk Vakcollege volgde het keuzedeel Domotica bij SMEOT. Hans Fokke, docent/coördinator SMEOT: “Dit valt onder het buitenschools leren in het kader van STO Twente. We hebben dit keuzedeel Domotica vanuit onze achtergrond op eigen initiatief uitgebreid met een stukje industriële besturing. Hiermee sorteren we alvast voor op de opleiding Mechatronica.” Intensief traject Bij een keuzedeel hoort ook theorie, normaal gesproken gegeven op het vmbo waar de leerlingen vandaan komen. Hans: “Maar het Stedelijk Vakcollege zat hier met een capaciteitsprobleem. Dus hebben we ook voor hun leerlingen de theorie voor domotica verzorgd. Opgeteld betekende dit dat deze leerlingen zeven weken lang elke week drie keer langskwamen, een intensief traject dus.” Leuk om te melden, is dat een aantal van deze leerlingen ook eerder dit schooljaar zijn geweest voor het keuzevak booglassen en CNC verspanen. Hans: “Het is de bedoeling ieder keuzedeel, ook dit voor domotica, af te sluiten met een excursie: “Door corona was dit niet mogelijk, maar we hebben hoop voor de toekomst.” Focus op doorlopende leerlijn Deze samenwerking op keuzedelen vanuit SMEOT met de vmbo’s van STO Twente dient ook een ander doel uit het Activiteitenplan van STO Twente. Hans: “Je kunt dit zien als puzzelstukjes die samen leiden tot een doorlopende leerlijn vanuit vmbo naar mbo. Het niveau dat we de leerlingen van het Stedelijk Vakcollege bieden met het keuzevak Domotica is in feite afgeschaald van onze reguliere mbo 2 opleiding. Daarmee leggen we op voorhand al het fundament voor een doorlopende leerlijn.” Ook andere vmbo’s welkom voor keuzevakken Hans: “Ook andere vmbo’s uit de subregio’s van STO Twente zijn hiervoor welkom bij SMEOT.” Het concept waarbij Twentse vmbo’s hun leerlingen zich laten oriënteren in het technisch vervolgonderwijs leeft sowieso, merkt Hans: “Neem de subregio Almelo e.o. De vmbo’s uit die STO-regio komen hier nu met hun derdejaarsleerlingen, meer vanuit het perspectief van een oriëntatieslag. Het gaat in totaal om drie bezoeken met dezelfde groep leerlingen. Eerst krijgen ze basis elektro en maken wat schakelingen. De tweede keer gaan ze aan de slag met de kant-en-klare pick & place unit vanuit het perspectief van industriële automatisering en de melkrobot. De derde dag staat in het teken van CNC verspaning.” MENU

  • STO Café in subregio Almelo e.o.: mooi accent op successen van keuzevakken

    STO Café in subregio Almelo e.o.: mooi accent op successen van keuzevakken De subregio Almelo e.o. heeft de naam alles nét even anders aan te vliegen onder de paraplu van STO Twente. Een imago dat zij eer aandeden met hun originele invulling van het STO Café op vrijdag 30 september. De locatie? Het stadion van Heracles in Almelo. Het programma was inhoudelijk sterk, met een breed gedeelde discussie over nut en noodzaak van Keuzevakken in het technisch bedrijfsleven. Geopend door Patric Wigman Het STO Café werd geopend door Patric Wigman, de verbinder bij uitstek in de subregio Almelo e.o.. Patrick complimenteerde de deelnemers met de hoge opkomst. Ook sprak hij speciaal zijn dank uit aan de samenwerkingspartners die acte de présence gaven, zoals STO-partner ROC van Twente. Uitleg over concept Baanbrekend Leren Na Patrick kreeg Stephanie van den Kieboom het woord. Zij is onder andere verantwoordelijk voor de communicatie van het concept Baanbrekend Leren, een initiatief van Sterk Techniekonderwijs Almelo e.o.. Via een heldere presentatie nam zij de deelnemers aan het STO Café mee door de gedachte achter Baanbrekend leren: “Overheid, bedrijfsleven en onderwijs aan elkaar koppelen op technisch vlak met als einddoel meer vmbo-leerlingen in de techniek in Almelo e.o..” De kracht van Baanbrekend leren? “Onder andere de koppeling aan de 7 Werelden van Techniek”, aldus Stephanie. Inspirerende discussie over technische Keuzevakken Vervolgens leidde Stephanie een paneldiscussie over twee Keuzevakken die de subregio Almelo e.o. met succes heeft geïmplementeerd: het Keuzevak Koudetechniek en het Keuzevak Duurzame Energie. Hoppenbrouwers Techniek Almelo heeft meegewerkt aan de pilot ‘Keuzevak Duurzame Energie’. In samenwerking met Sterk Techniekonderwijs Twente en Baanbrekend Leren hebben derdejaars vmbo-leerlingen van regionale scholen bij Hoppenbrouwers Techniek Almelo het keuzevak Duurzame Energie gevolgd. De leerlingen kwamen zeven dagdelen om zowel theorie- als praktijklessen te volgen op het gebied van duurzame techniek. Gerben Geelen, projectleider bij Hoppenbrouwers Techniek Almelo, is enthousiast: “Samen met leerlingen, scholen en bedrijven werken we aan het Twente van morgen!” Daarnaast werkt de subregio Almelo e.o. samen met het bedrijf Airco Joop voor het Keuzevak Koudetechniek, Joop Veneman: “Wij geven het Keuzevak Koudetechniek voor gemotiveerde vmbo-leerlingen. Wat wij weten, is dat leerlingen aanslaan door te dóen. Ze hoeven niet alle theorie direct te doorgronden, als ze maar weten hoe bijvoorbeeld een airco werkt en hoe je die installeert. Daarmee is al heel veel gewonnen om hen te laten kiezen voor techniek.” Interessante conclusies Uit de discussie met beide bedrijven over Keuzevakken in samenwerking met het technisch vmbo Twente kwam een aantal interessante conclusies naar voren: · Zet technisch niet direct te hoog in. De leerlingen hoeven niet alles te kunnen, als ze maar een positieve techniekervaring opdoen. · Kies voor de praktijk bij een Keuzevak en minder voor de theorie. · Help als vmbo -school het bedrijf het Keuzevak invullen, maar laat hen ook inhoudelijk de ruimte. · Geef vmbo-leerlingen eerst een stevige techniekbasis in de breedte. Ga niet op te jonge leeftijd al specialiseren. · Koppel een keuzevak heel herkenbaar aan de 7 Werelden van Techniek. · Als je als bedrijf meewerkt aan een Keuzevak, levert je dat ook meer techniekstagiaires op. · Betrek veel meer de ouders bij de besluitvorming rondom de techniekstudie voor hun kinderen. · Hybride leren heeft absoluut de toekomst. Inspirerende rondleiding Bijzonder ook was de professionele rondleiding door het stadion van Heracles. Ook hier bleek maar weer eens hoeveel techniek en technologie er nodig is om de vele voetbalwedstrijden en allerlei soorten events die het stadion host, te realiseren. Of, zoals een deelnemer aan het STO Café opmerkte: “Je zou bijna van sporttechnologie een apart Keuzevak maken!” Ervaringen uitwisselen Na de rondleiding was er in het spreekwoordelijke ‘café’-gedeelte van het STO Café alle ruimte om met elkaar in gesprek te gaan en ervaringen uit te wisselen. Hier ging dan ook de discussie over de kansen en mogelijkheden van technische Keuzevakken gewoon door. Als één conclusie gerechtvaardigd is na deze Almelose editie van het STO Café, dan is deze dat STO Twente zich gelukkig mag prijzen met een stevige samenwerking tussen vmbo-scholen en het technisch bedrijfsleven! MENU

  • Masterclasses STO Twente van start

    Masterclasses STO Twente van start Dit voorjaar organiseert STO Twente twee Masterclasses voor haar vmbo-docenten, projectleiders en teamleiders. Hierin krijgen zij heel praktisch de vaardigheden aangereikt voor het versterken van de kwaliteit van toekomstbestendig technisch beroepsonderwijs. Een tweede doel? Hun oriëntatie op de deelname aan het basisjaar van de Master Leren en Innoveren. De eerste drukbezochte Masterclass Onderwijsontwerper vond plaats op 4 maart. Deze masterclasses worden verzorgd door experts van de Master Leren en Innoveren van Saxion: Maria Hendriks en Maaike Vervoort. De laatste leidde de eerste Masterclass Onderwijsontwerper. Maaike: “Binnen het programma van STO Twente worden nieuwe programma’s en opdrachten ontwikkeld vanuit de praktijk van het beroepsonderwijs, vaak door scholen en bedrijven samen. Docenten moeten hierdoor nadenken over hun onderwijs en de keuzes die ze maken. In deze masterclass reiken we hen ‘denkgereedschap’ aan voor het (her)ontwerpen van onderwijs. Ook gaan zij met collega’s van andere STO-scholen aan de slag met praktische voorbeelden uit de eigen lespraktijk.” Vier concrete doelen De Masterclass Onderwijsontwerper kende vier doelen: 1. Kennismaken met het curriculaire spinnenweb en de relaties tussen de onderdelen van het curriculum, 2. De onderdelen van een curriculum herkennen aan de hand van praktische voorbeelden, 3. Samen met collega’s nadenken over de doorontwikkeling van een concrete opdracht en tot slot, 4. Kennismaken met manieren om onderwijs te ontwerpen. Kern: het curriculaire spinnenweb Maaike gaf uitleg over het curriculaire spinnenweb. Maaike: “De kern van een lessenreeks of onderwijsprogramma bestaat doorgaans uit de doelen en inhouden van het leren. Maar onderwijs is meer dan alleen de doelen en inhouden. Het curriculaire spinnenweb visualiseert welke leerplanaspecten nog meer een belangrijke rol spelen. Zoals het spinnenweb laat zien, vormt de ‘visie’ de kern. Alle andere leerplanaspecten zijn verbonden met deze visie en idealiter ook verbonden met elkaar. Deze verbindingen zijn net als in een echt spinnenweb flexibel maar ook breekbaar. Verander je één aspect? Dan heeft dit ook invloed op de andere aspecten.” Toelichting leerplanaspecten Maaike lichtte vervolgens elk van de leerplanaspecten toe. Dit zijn Leerdoelen, Leerinhoud, Leeractiviteiten, Docentenrol, Bronnen en leermaterialen, Groeperingsvormen, Leeromgeving, Tijd en tot slot: Toetsing. Waarom is het curriculaire spinnenweb zo nuttig voor het onderwijs binnen STO Twente? Maaike: “ We gebruiken het curriculaire spinnenweb (ook) binnen de Masteropleiding Leren & Innoveren om te kijken naar het bestaande onderwijs en na te denken over de effecten van bijvoorbeeld een andere leeromgeving of het gebruik van nieuwe leermaterialen en technieken. Dit kan bijvoorbeeld een lasersnijder of een warmtepomp zijn. Wat verandert er dan nog meer in je onderwijs?” Na de uitleg gingen de deelnemers in groepjes zelf aan de slag met het spinnenweb op basis van een concrete opdracht. Zowel vanuit het perspectief van BWI als PIE, dus heel dicht ‘bij huis’. Soorten ontwerpbenaderingen Leerzaam en leuk tegelijk was de afsluitende constructieopdracht waarbij de deelnemers met alleen marshmellows, spaghetti en plakband een zo hoog mogelijke toren moesten zien te bouwen! De Masterclass gaf in aansluiting hierop informatie over de verschillende Ontwerpbenaderingen waarmee deze opdracht kon worden aangepakt: Instrumenteel ontwerpen, Communicatief ontwerpen en Prototyping. Maaike lichtte toe: “Dit zijn verschillende manieren om onderwijs te ontwerpen of door te ontwikkelen. De vraag is: welke manier past bij jou, bij jouw collega’s en bij wat je wil ontwerpen?”. De indruk van één van de deelnemers? “Deze Masterclass Onderwijsontwerper gaf mij praktische en concrete handvatten in relatie tot techniekonderwijs, heel nuttig!” Vooruitblik naar tweede Masterclass Op vrijdag 20 mei vindt de tweede Masterclass met als thema de rol van Kartrekker plaats. Deze wordt gegeven door Maria Hendriks. Doeltreffend en duurzaam samenwerken aan nieuw techniekonderwijs met collega’s uit de school en in de regio, en ook met partners van buiten, blijkt vaak een uitdaging. Hoe begin je en hoe houd je iedereen betrokken? Wat zorgt ervoor dat je van een klein begin tot een duurzame vernieuwing komt? Wat zijn achterliggende opvattingen die succesvolle vernieuwing in teams en netwerken bepalen? En wat betekent dit voor je eigen handelen als docent, projectleider en teamleider? Maria Hendriks: “In deze masterclass ga je aan de slag met het samenwerken in teams en netwerken om nieuw techniekonderwijs te ontwikkelen en krijg je concrete tools om deze samenwerking nog beter te benutten.” Interesse? Aanmelden voor de tweede masterclass is helaas niet meer mogelijk. Wil je graag op de wachtlijst voor als er een plek vrijkomt? Geef dit dan door aan Marieke Rinket. Volgend schooljaar start een basisjaar met een verdieping in deze (en andere) inhouden uit de Master Leren en Innoveren. Je kunt je daarvoor aanmelden via je leidinggevende. MENU

  • Girls’ Day activeert twee belangrijke doelen STO Twente

    Girls’ Day activeert twee belangrijke doelen STO Twente Meisjes in de techniek zijn onmisbaar! Doekle Terpstra van Techniek Nederland benadrukte dit door recent te stellen dat zij cruciaal zijn om het tekort aan instroom op te vangen. De jaarlijkse Girls’ Day zet dit doel van STO Twente kracht bij. Meerwaarde STO Girls’ Day raakt maar liefst twee kernactiviteiten van STO Twente: oriëntatie op technologie en beeldvorming & beroepsoriëntatie. Dit jaar digitaal door corona, maar het enthousiasme en de inzet waren er niet minder om. Wendy Pereira-Smit is docent en coördinator Bèta Challenge Programma bij Bonhoeffer College Geesinkweg in Enschede. Dit jaar werd er op haar school wederom deelgenomen aan Girls’ Day. Dit is een landelijke en jaarlijks terugkerende activiteit van VHTO Expertisecentrum genderdiversiteit in bèta, techniek en IT: “Normaal gesproken gaan de meisjes naar de deelnemende bedrijven toe, gaan aan de slag met activiteiten én ontmoeten, als het kan, een vrouwelijk rolmodel. Maar door corona verliep dit nu online. Digitaal namen alle meisjes uit klas 1 en 2 (GTL) deel. Zij namen een kijkje bij een aantal eveneens enthousiaste techniekbedrijven: Hiber, Groen & Aldenkamp, Turner & Townsend, Installatiewerk N-H, IVO Rechtspraak en de Luchtverkeersleiding Nederland (NVNL). Ook een opleidingsorganisatie nam deel: Techniekhuis Twente.” Onverwacht voordeel digitale aanpak Toch kwam er een onverwacht voordeeltje om de hoek kijken door de online-aanpak. Wendy: “Normaal gesproken gaan de meiden bij één bedrijf op bezoek. Maar omdat het nu digitaal verliep kwamen zij ineens in contact met maar liefst 7 techniekbedrijven, ook buiten de regio. Dat gaf deze Girls’ Day een bijzonder tintje.” Ook was de onderlinge variëteit aan bedrijven groot. “Met IVO Rechtspraak hadden we bijvoorbeeld een deelnemer die vanuit ICT regelt dat alles rondom rechtspraak digitaal veilig verloopt. En ook een organisatie als Luchtverkeersleiding Nederland (NVNL) gaf de meisjes een onverwacht perspectief op de mogelijkheden van techniek. Girls’ Day is heel belangrijk voor de loopbaanoriëntatie van meisjes.” Goede wisselwerking Wendy: “Na de landelijke aftrap namen de leerlingen deel aan online gastlessen met de bedrijven. Die hadden de bedrijven goed en aantrekkelijk voorbereid zoals met interactie in de vorm van een quiz. Deze gastlessen gaven een goed beeld van de beroepspraktijk en vooral hoe leuk het is om te werken in de technische en technologische sector en hoe belangrijk bèta, techniek en IT zijn voor de samenleving. Op hun beurt stelden de deelnemende meisjes tal van vragen.” Wendy is duidelijk: “Niet altijd vinden de meisjes de getoonde beroepen direct interessant, maar dat ze leren op een andere manier naar de mogelijkheden van techniek te kijken, vinden ze zonder uitzondering supertof. Vooral door corona dringt dit besef extra door, van de ontwikkeling van vaccins tot en met IT die het makkelijker maakt om thuis te werken en ook de beveiliging van video calls.” Dank aan VHTO & collega’s VHTO zorgt voor de landelijke coördinatie en bemiddelt tussen scholen en bedrijven zodat de juiste partijen in contact met elkaar komen. En zeker met dank aan de decaan en docenten van het Bonhoeffer College: “We hadden nu met meer bedrijven van doen en de decaan heeft gecoördineerd dat collega-docenten deze bedrijven digitaal hebben begeleid. Ook hebben we er een loopbaanoriëntatieopdracht (LOB) aan gekoppeld. Zodat de meisjes de ervaringen met Girls’ Day direct meenemen in zowel hun beeldvorming als concreet in hun dossier. De drempel om te gaan werken in een omgeving die als technisch gezien wordt, is bij deze meisjes verlaagd. Wij kijken alweer uit naar Girls’ Day 2022!” MENU

  • Inspiratie opdoen voor een baanbrekende hybride leeromgeving

    Inspiratie opdoen voor een baanbrekende hybride leeromgeving De STO Subregio Almelo e.o. verbindt aan haar inzet voor Sterk Techniekonderwijs Twente een visie op de lange termijn. Het thema? Baanbrekend Leren. Met als visie: ‘samen bouwen aan het Twente van morgen’ door techniekonderwijs naar een hoger plan te tillen, met de focus op het vmbo. Vooral de hybride leeromgeving krijgt hierin aandacht. Waarbij onderwijs en bedrijfsleven veel meer samen optrekken bij het opleiden van jong technisch talent. Elders in de keuken kijken De subregio Almelo e.o. kijkt graag bij andere regio’s in Nederland in de keuken om inspiratie op te doen. Zoals op 1 oktober in Eindhoven op de Brainport Industries Campus. Rik Pape van de subregio Almelo e.o.: “Regio-overstijgende samenwerking is cruciaal voor inspirerend en toekomstbestendig onderwijs. Want alleen vanuit verbinding kun je vernieuwen.” Leren van hybride leeromgeving STO Subregio Almelo e.o. heeft al diverse netwerkevents achter de rug, ook met de techniekbedrijven in hun regio. Rik Pape, projectleiding STO Almelo e.o.: “Daar ontstond het idee om inspiratie op te doen in andere STO-regio’s. Wim Sturris van de Groot Vroomshoop bleek bouwend te hebben meegewerkt aan een mooi techniekproject: de Brainport Industries Campus in Eindhoven. We besloten om met de Almelose STO-organisatie en een aantal bij STO Almelo e.o. aangesloten ondernemers er op bezoek te gaan. Bedoeld om elkaar regio-overstijgend te leren kennen, van elkaar te leren en inspiratie op te doen voor onze eigen subregio. Eindhoven staat bekend om z’n hybride leren. We hebben dit bezoek aangevlogen vanuit Twente en de opgehaalde inzichten weer laten landen in Twente.” Gebalanceerde vergelijking Uiteraard is de ene STO-regio de andere niet. Door het bezoek is Rik in staat een gebalanceerde vergelijking te maken: “Eindhoven is heel bedrijfsmatig en stabiel georganiseerd met een sterke kracht en impuls vanuit het bedrijfsleven. Denk aan Philips, ASML, VDL, KMWE en meer. Het onderwijs mag hierbij aansluiten. Echter, Twente is gelijkwaardiger en hier trekken de 3 O’s écht samen op. De rol van het onderwijs in Twente is die van de verbindende vernieuwer en daarmee blijft het onderwijs in de lead voor het vormgeven van educatieve trajecten. Daarmee onderscheiden we ons van Eindhoven. We staan aan het begin van de lange en uitdagende reis van de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs. Op termijn gaat dit zeker voor Twente goede antwoorden opleveren.” Ideeën uitwisselen Het was goed om met elkaar een dag op te trekken, benadrukt Rik: “De subregio STO Almelo e.o. kent een behoorlijk complexe organisatie met acht aangesloten scholen en een heel breed werkgebied. Door corona waren we zelden bij elkaar geweest. Het was nuttig om met elkaar de horloges gelijk te zetten voor wat betreft STO Twente.” Op Brainport Industries Campus komen de meest innovatieve en succesvolle bedrijven en instituten uit de Brainport regio bij elkaar als één geheel. Rik: “Deze campus is dé plek waar innovatie- en concurrentiekracht van de hightech maakindustrie vleugels krijgt. We kregen een rondleiding, hielden werksessies en wisselden ideeën uit. Je stimuleert zo heel goed de ‘toevallige ontmoeting’.” Centrale schakelfunctie van vmbo Over het algemeen zijn het primair onderwijs, vmbo en mbo nu nog vaak eilandjes, benadrukt Rik: “Wij koersen op een intensieve samenwerking tussen hen én de uitwisseling op die drie niveaus met het bedrijfsleven.” Het primair onderwijs heeft de taak meer aan techniekonderwijs te doen. Er zijn inmiddels genoeg basisscholen die al gebruikmaken van de kennis en expertise in het vmbo, een mooie kans van STO. Want STO Twente heeft alles in handen om deze uitdaging samen met het primair onderwijs op te pakken. Rik: “Zo krijgt het vmbo een centrale schakelfunctie in het ontwikkelen van dit soort verbanden. Dat is het mooie van STO Twente.” Tot slot wil de subregio Almelo nog meer techniekbedrijven aan tafel krijgen dan nu al het geval is. Rik: “Willen we een goed leefbare en werkbare regio? Dan hoort daar een nog intensievere samenwerking met het technisch bedrijfsleven bij.” https://www.baanbrekendleren.nl/ MENU

  • STO-partner REMO West-Twente ontvangt steeds meer vmbo-leerlingen

    STO-partner REMO West-Twente ontvangt steeds meer vmbo-leerlingen REMO West-Twente in Rijssen werkt samen met ROC van Twente en biedt technische BBL-opleidingen op mbo-niveau 2, 3 en 4 aan. Variërend van opleidingen Mechatronica en Metaalbewerken tot en met Duurzame installaties. REMO West-Twente is van meet af aan een sterke samenwerkingspartner van STO Twente. Hoog tijd voor een tussenbalans. Anniek van Buren werkt als marketingadviseur voor REMO West-Twente: “Het souterrain van REMO West-Twente gaan we compleet inrichten als PIE-lokaal. En straks, in ons Experience Center, gaan we leerlingen interactief inspireren om voor techniek en technologie te kiezen.” Sterke samenwerking REMO West-Twente werkt binnen de subregio Rijssen- Holten vooral nauw samen met de vmbo-afdelingen van CSG Reggesteyn in Rijssen en Nijverdal, OSG De Waerdenborch in Goor en Holten en Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Rijssen. Anniek: “Samen maken we ons sterk om techniek nog meer te promoten bij de vmbo-leerlingen. Dat start met leerlingen nog beter meegeven wat techniek en technologie precies zijn én welke mogelijkheden daarbinnen voor hen liggen. We merken dat Sterk Techniekonderwijs Twente een enorme impuls heeft gegeven aan het onderling nog verder aantrekken van de banden.” Techniekconcentratie in Kampus Rijssen REMO West-Twente is inmiddels compleet gehuisvest in Kampus Rijssen. Anniek: “De verbouwing is nog niet helemaal afgerond, maar Kampus Rijssen wordt dé plek voor innovatief vakmanschap in Twente, met vooral een groot accent op techniek. Ook zijn hier Bouwmensen Rijssen en ROC van Twente gehuisvest. Daarnaast werken we vanuit Kampus Rijssen ook intensief samen met onderwijspartners OT&L en InfraVak.” Compleet ingericht PIE-lokaal Goed nieuws is dat het souterrain van REMO West-Twente compleet wordt ingericht als PIE-lokaal: “CSG Reggesteyn is één van de partners die hier sowieso gebruik van gaat maken. De vmbo-leerlingen Techniek van deze STO-school gaan hier hun volledige opleiding volgen. Ook gaan we SG De Waerdenborch en Jacobus Fruytier Scholengemeenschap uitnodigen hier met hun techniekleerlingen projecten uit te voeren.” Inmiddels al tal van samenwerkingen vmbo-mbo “We nodigen nú al leerlingen uit”, benadrukt Anniek: “Verleden jaar bijvoorbeeld hebben vier vmbo-leerlingen van CSG Reggesteyn en OSG De Waerdenborch bij REMO West-Twente meegedraaid in een pilot voor het leren verspanen en een opdracht op dat specifieke terrein uitgevoerd. Bemoedigend is dat we vervolgens zagen dat drie van deze leerlingen na het vmbo daadwerkelijk is doorgestroomd naar de opleiding verspanen. Vorig schooljaar hadden we geen instroom voor verspanen en nu vijf leerlingen. Die leerlingen gaven aan dat zij door de eerdere kennismaking met verspanen daar enorm enthousiast van werden. We zien dus echt de positieve gevolgen van STO Twente!” Stimulerende verdieping voor vooroplopende leerlingen Anniek: “Van De Waerdenborch hebben we tien leerlingen, verspreid over een aantal weken op bezoek gehad waarin zij, samen met onze docenten, werkten aan het bouwen van een step. Bedoeld om hen nóg meer uit te dagen in het metaalvak. Docenten willen hen dan iets extra’s bieden en vragen ons of zij bij REMO West-Twente kunnen meelopen. Daar staan wij graag voor open. Wij hebben hier alle faciliteiten om dit soort leerlingen nog meer uit te dagen en verdiepend te laten kennismaken met metaal bewerken. Zoals bijvoorbeeld het bouwen van een grote en robuuste step. En wat zo leuk is: eenmaal af hebben deze leerlingen hun projectstep geschonken aan én gepresenteerd op hun voormalige basisscholen. De leerlingen en leerkrachten daar krijgen zo in één moeite door mee hoe leuk en interessant techniek kan zijn.” Digitaal inspireren in Experience Center Ook interessant voor de vmbo-leerlingen is de komst en verdere invulling van een uitdagend Experience Center in Kampus. Anniek: “Hier willen we vooral vanuit allerlei digitale mogelijkheden een inspirerende interactie op gang brengen tussen leerlingen uit het vmbo en Kampus. Alles is hier in principe mogelijk, zoals Virtual Reality. De insteek is dat we de leerlingen eerst interactief laten kennismaken met techniek en technologie en hen vervolgens in het PIE-lokaal écht aan de slag laten gaan. Kortom, het Experience Center is meer digitaal en het PIE-lokaal meer fysiek gericht, zoals lassen en installaties aanleggen. We overleggen nu nauw met alle bij Kampus betrokken partners welke digitale interactiviteit het beste de interesse kan opwekken.” Van belang: basismotivatie voor techniek Tot slot heeft Anniek een suggestie: “Het risico met al onze mogelijkheden, ook digitaal en dergelijke, is dat we door leerlingen vooral gezien worden als vermaak. We zien dat we de beste resultaten met vmbo-leerlingen bereiken, als zij in de basis gemotiveerd zijn voor techniek en willen ontdekken wat daarin voor hen allemaal mogelijk is. Dat zij nog niet exact weten welke techniekrichting zij willen volgen, dat begrijpen we heel goed; ze zijn nog erg jong. Maar hoe beter de vo-scholen hun vmbo-leerlingen selecteren op hun daadwerkelijke interesse, hoe beter REMO West-Twente die vlam bij hen kan ontsteken.” MENU

  • "Wij willen zoveel mogelijk technologie concreet implementeren in ons vmbo-onderwijs"

    "Wij willen zoveel mogelijk technologie concreet implementeren in ons vmbo-onderwijs" Een belangrijk fundament onder STO Twente zijn de talloze enthousiaste techniekdocenten in de vijf subregio’s. Eén daarvan is Emiel Dikkers. Hij is docent Technologie & Toepassing aan Het Noordik in Almelo: “Juist door te dóen, maak je leerlingen enthousiast voor techniek. Daar speelt het nieuwe vak Technologie & Toepassing een grote stimulerende rol in, nu nog als pilot. “Wij willen zoveel mogelijk technologieën concreet implementeren in ons vmbo-onderwijs. Alleen zo maken leerlingen écht kennis met de vele mogelijkheden zoals die van vooral schone techniek. Daarmee proberen we het beeld te kantelen.” Technologie & Toepassing: nieuw schoolexamenvak In 2024 worden de gemengde leerweg en de theoretische leerweg samengevoegd tot één nieuwe leerweg. Alle leerlingen in deze nieuwe leerweg volgen dan, naast avo-vakken, een praktijkgericht programma. In het kader hiervan is Technologie & Toepassing een nieuw schoolexamenvak voor de GL en TL. Momenteel wordt dit vak met 24 pilotscholen ontwikkeld. Het vak laat leerlingen kennismaken met alle sectoren waarin technologie een rol speelt. Aan de hand van een praktische opdracht zoals het ontwerpen van een leskist, het bouwen van een escaperoom of het bedenken van hulpmiddelen waarmee ouderen langer thuis kunnen wonen, oriënteren leerlingen zich op hun toekomst. Emiel Dikkers: “Het Noordik in Almelo is één van de pilotscholen voor Technologie & Toepassing en draait nu in het derde jaar mee.” Bedenken én maken Bij Technologie & Toepassing zijn leerlingen met levensechte opdrachten van het bedrijfsleven of maatschappelijke instellingen uit de regio bezig, met een variatie in toepassingsvormen van technologie. Emiel: “Wij bieden dit als verplicht vak aan alle leerlingen aan die in het derde en vierde leerjaar PIE en BWI hebben gekozen. Deze leerlingen zoeken aan de hand van een casus of een probleemstelling van een bedrijf samen naar een oplossing. Er zit zowel onderzoek als concreet iets maken in. Ik probeer dit als docent breed aan te vliegen waardoor de leerlingen echt het gevoel hebben dat alles wat zij bedenken zij ook daadwerkelijk proberen te realiseren.” Mooie praktijkprojecten Eén van de bedrijven waarmee inmiddels is samengewerkt is bijvoorbeeld Heutink in Rijssen, leverancier van schoolmiddelen. Emiel: “Zij krijgen een nieuw magazijn in Nijverdal van 12 meter hoog. De leerlingen hebben meegedacht over hoe Heutink haar jaarlijkse artikelinventarisatie op grote hoogte efficiënter kan inrichten. Ze bedachten een drone met daaronder een QR-code scanner via wifi. Bij een ander project hebben de leerlingen een duurzame zaklamp ontwikkeld voor buitentoiletten in Wit-Rusland; die houten wc’s in een grasland hebben geen verlichting. De leerlingen kwamen onder andere met het idee van kleine zonnepanelen op deze wc’s die ’s avonds hun opgebouwde energie kunnen inzetten voor verlichting.” De essentie is dat de leerlingen hun eigen ideeën in de groep inbrengen, samen het beste idee selecteren en dit ook groepsgewijs realiseren. Leerlingen leren dus niet alleen iets bedenken en daarna maken, maar ook samenwerken. Heel belangrijk, het bedrijfsleven in Almelo is erg betrokken binnen STO. De leerlingen krijgen een goed en inhoudelijk kijkje bij verschillende techniekbedrijven.” Doorgezet, ondanks corona Emiel merkt nu al dat Technologie & Toepassing de interesse voor vmbo-leerlingen voor techniek aanwakkert: “Leerlingen komen bij Technologie & Toepassing binnen in het derde jaar. Het is weliswaar verplicht, maar bijvoorbeeld leerlingen BWI komen daarmee ook in aanraking met elektrotechniek. En bij Zorg & Welzijn kunnen we met de technologie voor zorgdomotica aan de slag. Allemaal technieken buiten hun comfortzone en in het begin vinden ze het ingewikkeld, want ze hebben er niet voor gekozen. Maar we zien dat hoe dieper en breder ze in de materie gaan, des te leuker ze het gaan vinden. Vooral hun eigen oplossingen realiseren vinden ze fantastisch. Ze moeten ook presenteren, het liefst bij de deelnemende bedrijven zelf, en dan zie je ze echt groeien en trots zijn.” Combinatie van kennis en gedrevenheid Tot slot schetst Emiel zichzelf als docent Technologie & Toepassing: “Uiteraard moet je iets hebben met techniek en technologie. Van veel vlakken op deze terreinen weet ik wel iets. Maar het gaat vooral ook om motivatie en inzet. ’s Avonds een puur uurtjes extra inzet plegen voor je lessen doe ik graag. Onlangs kwamen twee oud-leerlingen langs met een mooie cijferlijst van hun huidige techniekopleiding. Gewoon, om even bij te babbelen. Die binding ervaar ik als een mooi compliment.” Kortom, Emiel pakt als docent andere rollen op binnen de onderwijsorganisatie. Zoals de aanvraag van subsidie, ontwikkeling nieuw lesmateriaal, projectorganisatie en meer. De docenttaak is daarmee aan het verschuiven en brengt een nieuwe dynamiek met zich mee. Leerlingen merken dat direct en doen graag mee. In de aanstelling van een docent wordt nu al meegenomen wat voor kwaliteiten iemand inbrengt om ook de techniekvernieuwing door te zetten. Connectie met regionale themabijeenkomst nieuwe leerweg Eerder dit jaar organiseerde STO Twente een themabijeenkomst over de nieuwe leerweg. Hieruit bleken, naast Technologie & Toepassing, meerdere creatieve mogelijkheden om dit technisch aan te vliegen. Interesse? Neem contact op en wij zenden u het artikel: communicatie@stotwente.nl . Emiel Dikkers, docent Technologie & Toepassing: MENU

  • Tweede studiereis STO Twente verkent Rotterdam en omgeving

    Tweede studiereis STO Twente verkent Rotterdam en omgeving De eerste STO Twente studiereis in 2022 naar Eindhoven e.o. was een groot succes en smaakte naar meer. Dus organiseerde Marieke Rinket, programma manager STO Twente, een jaar later een tweede studiereis. Een gemotiveerde groep deelnemers werd op 2 en 3 november ondergedompeld in een gevarieerd (én stormachtig!) programma in en om Rotterdam. Gevarieerd gezelschap Op de eerste dag van de studiereis togen circa 35 deelnemers per touringcar naar Alblasserdam. Eén blik in de bus toonde aan dat zich uit alle subregio’s van STO Twente deelnemers hadden aangemeld. Extra bijzonder was de deelname van Gerben Diersen en John Nijenhuis van ROC van Twente. Zij zijn de kersverse contactpersonen vanuit het ROC van Twente voor alle activiteiten met en voor STO Twente. Super dat deze twee gemotiveerde pleitbezorgers voor een nog betere verbinding tussen het vmbo en mbo meegingen. Ook de deelname van twee docenten uit het Praktijkonderwijs van CSG Reggesteyn was een verrijking. Marieke: “Al met al mochten we een nóg meer diverse groep deelnemers verwelkomen dan op de studiereis van 2022.” Eerste stop: Valk Welding De eerste stop van de studiereis op donderdag 2 november was bij het familiebedrijf Valk Welding in Alblasserdam. Daar werden we hartelijk ontvangen met koffie door Alex Hol en Peter Haspels. Valk Welding ontwikkelt en bouwt kant-en-klare lasrobotsystemen voor kleine tot middelgrote productie-eisen en is partner voor alle lasbenodigdheden. Peter hield een heldere presentatie over Valk Welding met de nadruk op Valk Automation: “Wij leveren all-in-one lasrobotsystemen, maar wij bieden vooral oplossingen! Onze oplossingen gaan vaak naar het buitenland en bestaan uit drie componenten: de robot, de constructie en een softwarepakket. Alles uit één hand en de ideale totaaloplossing voor opdracht gevende bedrijven.” Alex Hol: “Leuk om te melden is dat REMO West-Twente les geeft met onder andere onze oplossingen.” Werven jong technisch talent De presentatie spitste zich al snel toe op hoe Valk Welding erin slaagt om jong technisch personeel te vinden en te binden. Peter: “Zelf startte ik op de LTS, maar helaas is die opleiding er bijna niet meer. Gelukkig is er heel veel hernieuwde aandacht voor techniekinstroom met bijbehorende budgetten. Heel belangrijk, want het gaat niet alleen om technisch personeel voor onszelf, maar ook voor onze klanten. Als zij geen technische medewerkers kunnen vinden vervalt hun productie en dus ook onze klanten.” Valk Welding onderhoudt veelzijdig contact met scholen om de interesse van leerlingen voor techniek te helpen vergroten. Peter: “We starten daarmee zelfs al in het vmbo. Hoe? Door deze leerlingen laagdrempelig met onze lastechnieken kennis te laten maken. Hoe eerder hoe beter.” Peter gaf een concreet voorbeeld: “Op heel veel scholen hebben we vanuit Valk Welding een budgetvriendelijke lasrobot draaien. De laatste jaren zijn we ook actiever met cobots, ook richting het onderwijs. Voor het mbo bieden we modules om de leerlingen daarmee te leren programmeren.” Uiteraard biedt Valk Welding ook veel stageplekken voor verschillende technische richtingen. Peter: “Gemiddeld hebben we wel circa tien tot 15 leerlingen op stage. Eveneens proberen we stageplekken bij onze klanten te organiseren om elkaar maximaal te helpen.” Peter gaf een concreet voorbeeld van de urgentie: “Als je nu googelt op de functie van programmeur voor lasrobots dan krijg je meer dan 300 hits.” Rondleiding met onder andere cobots Na de presentatie was het tijd voor een rondleiding door Valk Welding. Het oog van de deelnemers viel vooral op de door Peter Haspels tijdens de presentatie genoemde cobots. Ook in de regio Twente rukt de zogeheten cobot op, dit staat voor collaboratieve robot. Dit is een handzame robot met één arm die bijvoorbeeld kan lassen nadat de operator deze heeft geprogrammeerd voor een specifieke lasopdracht. Ook Valk Welding werkt met cobots en de deelnemers vanuit STO Twente mochten de cobot onder professionele begeleiding programmeren en uitproberen. En als het aan sommige deelnemers ligt, komt er ook een cobot in hun Technolab. De ongekende technische wereld achter het Oceanium Na een heerlijke en gastvrije lunch bij Valk Welding reed de bus de deelnemers naar een winderige en natte Diergaarde Blijdorp. Na een voor iedereen vrije wandeling door de dierentuin splitste de groep zich op en gaven vrijwilligers een technische rondleiding achter de schermen van Oceanium. Dit is het grootste project van Blijdorp tot nu toe. In het Oceanium ga je op ontdekkingsreis door de oceanen. Daarnaast ga je ook een stuk weer terug aan land, waar een aantal landdieren uit Midden-Amerika en woestijndieren in de 'Zee van Cortez' te zien zijn. Het Oceanium heeft onder andere een haaientunnel, walvisexpositie, publiekslaboratorium, koraalrif, kelpwoud en een vogelrots vernoemd naar Bass Rock. De haaientunnel is spectaculair omdat je in een glazen tunnel ónder de zwemmende haaien wandelt. De rondleiding liet letterlijk achter de schermen zien hoeveel techniek er komt kijken om het Oceanium draaiende te houden. Zeewater Dé grootste technische uitdaging is om de vissen schoon zeewater te garanderen. Alle aquaria in het Oceanium bevatten schoon zeewater, in totaal is dat meer dan acht miljoen liter water. Maandelijks wordt er maar 2 tot 5% van het totaal ververst, dit is te danken aan de 10 filters die met 22 verschillende modules het water schoonhouden. Hierdoor kan al het water in de haaienbak (3375 m³) in 160 minuten volledig gefilterd en rondgepompt worden. Het waterfiltersysteem was dan ook adembenemend met een waar doolhof aan tanks en leidingen. Ook krijgt Blijdorp water uit een containerschip van Maersk dat zeewater inlaadt in haar ballasttanks op volle zee in de buurt van Canada. Sunport Op het dak van het Oceanium bevindt zich de grootste zonne-energiecentrale van Nederland binnen de bebouwde kom. De centrale heeft de naam 'Sunport' gekregen. Het 5000 vierkante meter dakoppervlak van het Oceanium bevat rond de 3400 zonnepanelen, met een gezamenlijk vermogen van 510 kilowattpiek. De zonnecentrale levert circa 325.000 kWh elektriciteit per jaar. Blijdorp gebruikt die opgewekte elektriciteit gelijk in het Oceanium zelf, vooral bij de koeling van het verblijf van de koningspinguïns. De zonne-energiecentrale heeft bijna 3,9 miljoen euro gekost, inclusief de bouw, het onderhoud en een educatief programma. Wat opviel tijdens de rondleiding is hoeveel technisch personeel er samen de schouders onder zet om Oceanium achter de schermen draaiende te houden. Met veel technische functies op mbo-niveau, en ook hbo-niveau. Waaierig besluit dag één Na de rondleiding stormde Ciara zó hard dat buiten rondlopen niet langer verantwoord was. Door de stromende regen en bulderende wind ging het gezelschap naar hotel Van der Valk voor een heerlijk diner. Helaas kon door de storm de geplande rondvaart met de Ostara door de Rotterdamse havens niet doorgaan! De avond werd dan ook benut voor onderling netwerken en een deel van de deelnemers zette dat nog voort in de binnenstad. Kortom, dag één van de studiereis was gezellig, veelzijdig maar vooral ook heel leerzaam! MENU

Zoek

bottom of page